Onze favoriete hoek van het land om een snoek en een ruisvoorn te vangen, de veenpolders van Nederland.
Je realiseert je niet dat al die sloten en vaarten pas ontstonden in het begin van de Middeleeuwen. De groeiende bevolking vroeg om ruimte en kreeg toestemming van edelen en bisschoppen om moerassen te ontginnen.
Het Groene Hart was toen nog een groot laagveengebied dat regelmatig verzoop door hevige regenval en springvloeden; begroeid met elzenbossen en vol wild, zoals de wisent? Edelherten en zwijnen, het jachtterrein van de adel en de stropers.
Enkele grote rivieren ontwaterden het gebied of zetten het juist blank, geholpen door de vele zijriviertjes: Grecht, Angstel, Amstel en Vecht, de Oude Aa en de Meije. De hoofdrivier
was toen de Rijn die bij Katwijk in zee stroomde totdat in het jaar 1122 de Rijn bij Wijk bij Duurstede Lek raakte; de huidige Kromme Rijn werd afgedamd en het water stroomde voortaan via de Lek naar de Waal.
Kromme Rijn ,Leidsche Rijn en Oude Rijn zijn de zielige restanten van de vaarweg der Vikingen op weg naar Dorestad ( Wijk bij Duurstede), en grens van het Romeinse Rijk.
Waarschijnlijk gaf de verminderde wateraanvoer het startschot voor de ontginning van de vele polders die we er nu aantreffen, zoals de Meijepolder uit een vorig artikel.
Op de stroomruggen naast de rivier kon je bouwen en de vele sloten ontwaterden de kaalgekapte moerassen. Als je daar vist zie je hier en daar nog wel eens van die oude
elzenstobben uit de sloten steken.
Google op Google Maps eens de Oud Bodegraafse Weg en verbaas je over het kronkelende verloop tussen de weilanden en door Bodegraven; zie hoe het verloop eindigt bij de Oude
Rijn en je realiseert je dat je kijkt naar een oud riviertje dat in de Middeleeuwen getemd werd. Nu ligt het ingeklemd tussen de A12 en de N11, een stukje groen hart.
Het visrecht is aan de Bodegraafse Hengelaarsvereniging maar zij verlenen de AUHV-leden visrecht en daar hebben Simon en ik enkele weken terug gebruik van gemaakt. Het weggetje is erg smal, de oever redelijk hoog maar we hebben genoten van de vele bruggetjes, brede en dan weer smalle waterpartijen, helder en diep water, speldaas.
Er zijn veel ondiepe scheisloten(visloos) tussen de boerderijen en de graspercelen die uitkomen op de oude Bodegraaf, zoals ik het oude riviertje ben gaan noemen. Na hevige regenval stroomt ze weer pittig en het water is dan troebel.
Laat de Tom Tom je brengen naar bv nr. 84 want alleen de straatnaam invoeren heeft tot gevolg dat je in Bodegraven blijft steken. De weg heeft 1-richtingsverkeer vanuit het westen.
Parkeergelegenheid is een beetje problematisch maar misschien op een boerenerf?
Tussen de ochtend- en de avondspits kunnen 2-3 man zich hier goed vermaken, Simon scoorde 7-8 aanbeten op zijn spinner, ik ving een baars en een snoek. Ik sprak enkele lokalen die me vertelden dat ze er vaak baars vangen. Een vliegenhengel kan goed als je het weinige verkeer( van 2 kanten ondanks het inrijverbod!!!!) in de gaten houd, en neem een schepnet mee.
Andere wateren in de omgeving zijn van Groot Rotterdam, ‘s Gravenhaagsche en Gouda.
Een goede uitwijktip is de Reeuwijkse Houtwal die in de Gezamelijke lijst is opgenomen en waar een volgend artikel over zal gaan.