Logo
Elke ochtend, in deze warme zomerperiode, net voordat het licht begint te worden, begint een vogeltje in de tuin te zingen. Hij begint met een soort solozang maar langzaamaan en stapsgewijs volgt de rest van zijn soortgenoten totdat het een vrolijk matineeconcert wordt. Als hij met zijn gezang begint is het nog pikdonker maar gezien ik rond deze tijd wat minder diep slaap, kan ik zijn gezang net waarnemen en kan ik dus beslissen of ik lekker in bed blijf of – nog lekkerder – opsta om te gaan vissen.
Zoals vele andere ochtenden, vooral toen ik jonger was, beslis ik natuurlijk om te gaan vissen. Echter, het is nu oppassen geblazen want de rest van het gezin slaapt nog diep en de woede van een per ongeluk te vroeg wakker gemaakte vrouw des huizes heb ik al een paar keer aan den lijve ondervonden en het is beslist geen pretje.....
Langzaam glijd ik dus het bed uit en kijk ik naar buiten. Het is inderdaad nog pikdonker en het gezang dat nu intenser wordt, kondigt het ochtendgloren al aan. Voorzichtig laat ik mijn blik op mijn slapende vrouw glijden.....nu zachtjes naar de woonkamer en dan mijn spullen bij elkaar rapen maar de deur van de kamer waar onze dochters slapen staat open en het is dus oppassen geblazen. Als ik per ongeluk iets laat vallen dan zouden zij wakker kunnen worden met het gevolg dat de vrouw des huizes ook wakker zou worden en de woede van een te vroeg wakker gemaakte vrouw des .....

De visspullen liggen al vlak bij de deur klaar, ik wil me snel aankleden en gaan... maar dan hoor ik het stemmetje van mijn moeder met een van haar favoriete slogans : 'Francesco, 's ochtends nooit de deur uit zonder wat gegeten te hebben'. 'Hm, dat is waar' denk ik, maar echt ontbijten zit er nu zeker niet in dus pak ik snel een paar lekkere perziken die nog op tafel liggen en een stuk brood en doe ze in mijn tas. Maar dan begint het moeilijkste onderdeel van mijn escape. Het openen van de krakende buitendeur. Dit is zeker de spannendste van alle acties die ik tot nu toe heb verricht want het gekraak zou de kinderen wakker kunnen maken met het gevolg dat de vrouw des huizes.....Enfin, u weet het al.
Met een beetje geduld en concentratie lukt het mij om de deur precies zo ver als nodig te openen om mij eruit te wurmen maar ik ben er nog niet. De deur moet natuurlijk weer dicht. Voorafgegaan door wat gepiep en gekraak lukt het wel. Zou iemand wakker zijn geworden? Ik blijf nog even luisteren. Alles is gelukkig stil, niemand wakker. Ik kan eindelijk diep zuchten en voel me verlicht. En nu lekker vissen!! Snel naar de parkeerplaats, nu begint het wat lichter te worden terwijl het ochtendmatinee een soort climax bereikt, de hengel, laarzen en vest in de koffer en weg ben ik. Enkele kilometers van de agriturismo vandaan stroomt een mooi riviertje zoals velen in het Apennijnen gebied. Dit is de middenloop van de rivier en er zijn zowel karperachtigen als salmonieden te verwachten. Het riviertje dat Candigliano heet, is perfect voor een paar uur vissen terwijl de rest van het gezin nog ligt te slapen. Snel stap ik uit de auto, trek mijn laarzen aan en loop naar een vertrouwde stek waar ik nog enkele dagen geleden leuk heb gevist.
Ik hoor het geluid van het water al en het klinkt heerlijk vertrouwd. Het riviertje, verscholen tussen stroken van bomen en struiken, meandert bijna onzichtbaar, tussen de heuvels in een myriade van bochten, watervalletjes, stroomversnellingen en diepere, veelbelovende pools.
De koning van deze wateren is de kopvoorn die hier in alle maten aanwezig is en die een geweldige vis is om in deze warme periode van het jaar aan de droge vlieg te vangen. Echter, het valt niet mee om in deze watertjes zonder gezien te worden de plekken te benaderen waar de grootste exemplaren verscholen liggen. Het is echt indianenvisserij en vereist een goede kennis van het water en van de gewoonten van de vissen zelf, die ware meesters zijn in het razendsnel uitspugen van de gepakte vlieg. Elk jaar is het weer wennen en mis ik dus de eerste vissen die mijn vlieg pakken.
Dit jaar heb ik de eerste al gevangen en ben ik dus de gewenningsperiode al voorbij.
Nu sta ik aan het eind van een mooie pool waar ik een paar dagen geleden een school van die echt grote kopvoorns weg zag schieten toen ik te onvoorzichtig de pool benaderde.
Met moeite lukt het mij om mijn impulsief karakter in bedwang te houden en dus de pool in zijn lengte met worpen te bombarderen. Dit zou alleen de vissen eerst alarmeren en dan doen vluchten. Mensen die bekend zijn met deze kleine riviertjes weten heel goed dat parallel aan de oever werpen uit den boze is. Over het algemeen is het beter om de pools vanaf de zijkant, zeer voorzichtig te benaderen. Zomaar het water ingaan is eveneens uit den boze.
Ik moet me dus een weg in de struiken en door de doorns banen en eerst de boel vanaf de kant observeren en dan kan ik pas de eerste voorzichtige worpen maken. En zo gebeurt het ook.
Langzaam baan ik me een weg tussen de struiken en neem ik plaats op een mooie plek op de oever halverwege de pool. Van hieruit kan ik alles zien wat in het heldere water gebeurt. Een paar minuten later komt het schooltje kopvoorns langzaam voorbij zwemmen maar aanwerpen kan helemaal niet. Ruimte achter om te kunnen werpen is nihil en qua zijruimte is het ook heel slecht gesteld. De vissen zijn inmiddels voorbij maar uit ervaring weet ik dat het niet lang zal duren voordat zij terugkomen. Nog even wachten dan en opeens zie ik ze weer langzaam naderen. De enige manier om mijn sedge op een paar meter of drie uit de kant te krijgen is de boog en arrow worp wat in feite geen echte worp is. De vlieg tussen duim en wijsvinger van de linkerhand nemen en de hengel horizontaal voor je houden. Nu de linkerhand naar achteren verplaatsen zodat de hengeltop naar achter buigt en dan de vlieg loslaten. Op deze manier katapulteer ik de vlieg precies op de baan waar de kopvoorns aan het zwemmen zijn en nu gebeurt het. In het heldere water zie ik een vis zich uit de school losmaken en langzaam naar de oppervlakte stijgen, nu pakt hij de vlieg en razendsnel sla ik aan. Hangen! Het water explodeert en de rest van de school zwemt verschrikt weg. Enkele minuten later onthaak ik en zet ik deze dikke kopvoorn terug. Het heeft verder geen zin om in deze pool te blijven vissen en dus loop ik verder naar de stroomversnellingen waar ik op een totaal andere manier aan de slag ga. Nu vis ik het water en maak ik korte worpen, vaak gehurkt om niet gezien te worden, en vertrouw ik mijn vlieg aan de snelle stroming toe. Op deze manier lok ik vissen uit die niet specifiek aan de oppervlakte aan het azen zijn en vang ik nog enkele kleinere kopvoorns. Zo loop ik stroomopwaarts en een aantal kopvoorns verder sta ik weer bij de auto. Het is inmiddels een uur of 08.30, dat hoor ik uit de klokkentoren van het dorp vlakbij. Hoe zou het thuis zijn? Tijd om te gaan maar eerst even bij de bakker stoppen en enkele warme brioches kopen.

Terug naar de agriturismo waar wij logeren blijkt de rest van het gezin wakker te zijn en word ik triomfantelijk ontvangen vanwege de warme brioches. Enthousiast vertel ik van mijn vliegvisavontuur dat zich afspeelde terwijl zij nog aan het slapen waren.