Op maandag 7 december, weer niets gekregen van Sinterklaas, zijn Simon (mijn neef) en ik naar de polder Ruigenhoek geweest om te snoeken. Rick was al op zijn post, hengel in de hand maar meer gespitst op aalscholvers.
20 Meter voorbij de forellenvijver is er een klein parkeerplaatsje links van de weg en achterin staat een groot infobord met een kaart van het gebied. Bekijk dat eens en realiseer je hoeveel water daar ligt.
Er liggen nog 2 restanten van het oude elzenbroekbos (Westbroek!!!) met daarin een aantal petgaten die deels te bevissen zijn en een heel lange verbindingssloot tussen beide stukken, een pittige wandeling alles bij elkaar.
Ik realiseerde me plotseling dat mijn verhalen over Meijepolder en Bodegraven en het daar gekapte moerasbos prachtig werden geïllustreerd door deze restanten moerasbos bij Westbroek en Maarseveen en de vele petgaten als gevolg van veenwinning. Zie de bijgevoegde foto’s. Zo zag het westen van Nederland er misschien wel uit in de Middeleeuwen en dan geen wisenten maar wel bevers!! Wisenten zijn te zwaar voor een moerasbos. Simon ging al tot zijn knieën de smurrie in.
Al het water in dit gebied van Staatsbosbeheer staat in de Gezamenlijke Lijst met uitzondering van de fortgracht van het fort op de Ruigenhoek (HSV Maarseveen) en het is een populair water. De dag voordat Simon en ik er waren ging een party van 6-7 man ons voor. Toch konden we nog een 7-tal snoeken voor ons kunstaas interesseren en er slechts een van vangen. Wel allemaal grote vissen; de aalscholverkolonie eet de kleintjes. Rick’s “vriendjes”!
Groot was onze verbazing toen we ook nog 3 grote roofbleien (70+ cm) zagen jagen. Navraag bij Rick gedaan en die meldde dat er inderdaad kleine roofbleitjes werden gevangen. En waar kleintjes zijn daar zijn ook grote vissen, weten we nu. Jammer dat ze zelden kunstaas pakken, ze zijn slim en snel gedresseerd.
Alles bij elkaar ligt er ten noorden van Utrecht, rondom ons nieuwe clubhuis, een aantrekkelijke hoeveelheid water. En de koffie is er goed.