- Details
- Geschreven door: Carlo Rutjes
- Categorie: Entomologie
Zondag 13 december, gezamenlijke visdag van The Leader op de Eemhof. Als ik om tien uur aankom is het al aardig druk. Nog maar enkele plaatsjes zijn beschikbaar langs de kleine plas. De eerste nachtvorst is al geweest en de temperatuur komt nauwelijks nog boven nul. Er wordt best gevangen. In de ochtend vang ik een visje met een op de bindavond gebouwd streamertje en mis er een paar omdat ik sta te rommelen met het nieuwe lichte spagettistokje dat ik via marktplaats heb gekocht. Ook links en rechts van mij werken streamers goed. Tegen de middag houden de beten bij veel mensen op. De zon schijnt en de een na de andere forel komt naar de oppervlakte, meteen gevolgd door een stel vliegenlijnen. Ad Werdekker en een aantal anderen vangen stevig door, met buzzers of nimfjes onder een beetverklikker. Bij mij houdt het bijten ook op, tot ik van Ad een felgekleurd oranje buzzerachtig nimfje krijg met de instructie deze op een metertje diep stil aan te bieden. Vrijwel direct een aanbeet, weer mis. Ze springen, ze azen dus ze eten zou je zeggen. Hier en daar zien we een mugje in de winterzon dansen. Een paar andere vissers verbazen zich er ook over. Zouden de larven van die muggen...? Op mijn werk, een ecologenbureau waar een aantal taxonomen werken op het gebied van ongewervelden, vraag ik het na. Op de vraag welke muggen er nou in de winter nog rondvliegen zegt iemand droog: wintermuggen. De mensen aan de koffietafel lachen maar het blijkt geen grap. Wintermuggen zijn muggensoorten die in de winter actief zijn. De meeste insecten zijn alleen in de zomer actief en teren in de winter als eitje, larve of volwassene op een beperkte vetvoorraad. Is de winter te warm dan gaat de stofwisseling te snel en gaan er veel voortijdig dood. Mijn collega wist uit zijn hoofd drie groepen muggen waarvan sommige soorten juist in de winter te vinden zijn. De wintermuggen horen bij een familie welke luistert naar de naam Trichoceridae. Deze hebben ongeveer dezelfde levenswijze als die van langpootmuggen. De larven leven tussen strooisel op natte plaatsen. Je ziet ze langs de waterkant of bosrand maar ook in de tuin. Ze zijn actief tussen oktober en april. Als in het winter het zonnetje schijnt, en het is niet te koud, dan zie je ijle wolkjes mannetjes grillig in het zonlicht dansen in de hoop dat er een vrouwtje voorbij komt.
Epiphragma ocellaris, een langpootmugje van 5-10 mm groot die in de winter actief is. Omdat de larven van al deze soorten niet in het water leven, en er op mooie winterdagen hooguit volwassen individuen in het water waaien, zijn het dus niet echt soorten die hoog op de menukaart staan voor vissen. Wat is dan wel beschikbaar als voedselbron in de winter? Na de visdag in de Eemhof heb ik vier forellen meegenomen en open gemaakt. Tot mijn verbazing had geen van de vier forellen iets in de maag zitten. Die dag was er dus niets of nauwelijks iets te eten voor ze, hoewel de vis erg actief was en ze goed beten. Echter, drie vissen bleken wel degelijk wat voedselresten verderop in hun darmkanaal te hebben. Dit hadden ze dus in de dagen ervoor verorberd. In een vis vond ik veel takjes bodemprut met daartussen meerdere kleine slakjes en resten van wat leek op een leeg hulsje van een vlokreeftje of een insectenlarve. In twee andere vissen vond ik wat van dezelfde resten. Vlokreeften zijn een belangrijk stapelvoedsel in veel wateren. Ze komen bijna overal in grote aantallen voor en planten zich veel en snel voort. Hoewel weggekropen in diepe stukken op de bodem, zijn ze volop aanwezig in de winter. Vrouwtjes worden twee en mannetjes tot vijf jaar oud en produceren het hele jaar door jongen tot het te koud wordt. Forellen houden erg van vlokreeften. In beken en rivieren waar forellen voorkomen, zijn ze zelfs de belangrijkste predatoren voor vlokreeften. Daarom houdt mijn collega niet zo van vissen, ze eten alles op waar hij zijn brood mee verdient. Half maart heb ik, dit keer met zelfgemaakte buzzers ook heel best gevangen. Nu weer drie vissen meegenomen en gekeken. De vissen zaten nu vol met muggenpoppen, vlokreeften en slakken.
Maaginhoud van vlokreeft en muggenpoppen. Opvallend was dat elke vis, net als in december, het voornamelijk op voornamelijk een voedseltype voorzien had. De magen bevatten ofwel veel slakken, ofwel veel muggenpoppen, of veel vlokreeften en bodemprut. Een had een hoop bodemmateriaal naar binnengewerkt inclusief drie 0,5 cm grote stenen! Weer vond ik dezelfde halfverteerde resten in het darmkanaal als in december. Op mijn werk heb ik het allemaal door mijn collega laten determineren. veruit de meeste resten bleken poppen van muggen die op het punt stonden uit te vliegen.
Een aantal ervan waren zelfs al aan het uitkomen toen ze verorberd werden. De forellen aasden dus juist op bijna-hatchende en hatchende muggen. Een zo een 'hatchling' hebben we ter illustratie op de foto gezet. De resten die ik in december gevonden had bleken muggenlarven te zijn. Deze, overigens niet stekende, Eemhof-soort (een chironomide) overwintert als larve en verpopt zich in de lente. Dit popstadium zwemt vrij rond tot het volwassen individu klaar is om uit de poppenhuid te kruipen en weg te vliegen. De vlokreeftjes waren allen Gammarus tigrinus, een exoot uit Oost Europa die vrij groot kan worden. Deze soort komt tegenwoordig overal in Nederland voor, blijkbaar ook in een afgesloten water als de Eemhof. Ik ga dit verzamelen van dieetmonsters van Eemhof-forellen nog een tijdje volhouden, om te zien hoe het voedselpatroon veranderd door het jaar heen. Een mooi excuus om er maandelijks een keer heen te moeten. Volgend jaar om deze tijd kom ik dus met een nieuw verhaal over wat ik allemaal gevonden heb.
Een hatchende mug die gepakt is door een forel. Duidelijk is te zien hoe de mug al halverwege uit de poppenhuid is gekropen.
Carlo Rutjes