Het is alweer enige tijd geleden dat ik begon met het vissen op roofblei. De eerste foto's dateren van augustus 2006. Doordat de vraag in de winkel naar roofblei kunstaas toenam en ik alleen maar enthousiaste verhalen hoorde over deze vis&zijn superaanbeet, werd ik steeds nieuwsgieriger en besloot om het maar eens te gaan proberen. Na wat informatie op het internet te hebben opgezocht, kwam de vraag welke hengel en welke rivier. In eerste instantie wilde ik, als fervent vliegvisser, het natuurlijk met de vliegenhengel proberen, maar toch leek het me verstandiger om te gaan beginnen met de spinhengel. Omdat dit voor mij een totaal nieuwe visserij was, moest ik op zoek naar nieuwe stekken. En door met de spinhengel te vissen, kon ik met gemak veel meer water bevissen dan met de vlieg. Iets wat ik belangrijk vond om inzicht te krijgen in deze (voor mij magische) vis(serij). Omdat de Lek voor mij de dichtstbijzijnde rivier was en omdat ik er de weg een beetje wist, besloot ik om het hier te gaan proberen. Na 1 keer vissen, was ik verkocht. Ik had roofblei gevangen en was net zo enthousiast als de mensen die ik had gesproken in de winkel. Met name door de aanbeet van de vis, welke vaak loeihard op het snel binnengeviste kunstaas KLAPT. Al snel was ik er achter dat het vissen met de spinhengel de juiste keuze was.
De afstand die zo nu en dan bereikt moet worden en de snelheid waarmee het kunstaas zo nu en dan moet worden binnengevist, waren met de vliegenhengel niet te doen geweest. Na met name het eerste seizoen op de Lek te hebben gevist , besloot ik om het ook eens op de Waal, Maas en IJssel te gaan proberen. Wat bleek: op alle rivieren was het vissen anders, en vereiste een andere aanpak. Al snel viel op dat de roofblei op de Waal en de IJssel dicht onder de kant te vangen is, in tegenstelling tot de Lek en Maas, waar ik de vis vaak verder uit de kant zag jagen.
Het water stroomt in de Waal veel harder dan op de Lek en dus kwam hier mijn ervaring met het vliegvissen op stromend water dan ook goed van pas. Ik herkende direct de "hotspots" op de kop van de krib. De stroomnaden waren duidelijk zichtbaar en ook de gladde vlek in het turbulente water was niet te missen. Dit zijn de plekken om te bevissen vissen, want hier liggen de vissen vaak uit de harde stroom te wachten tot er iets voorbij komt. Ook hier was ik met de spinhengel in het voordeel, omdat ik het kunstaas in de harde stroom op diepte kon krijgen als dit nodig was. Immers roofbleien jagen niet altijd aan de oppervlakte. Tot slot wil ik nog opmerken dat roofblei op de vlieg best te doen is, maar dat de spinhengel in vele situaties het beste stuk gereedschap is.
Na begonnen te zijn met een 2.40 spinhengel, vis ik inmiddels met een door Ton gebouwde roofblei hengel van 3 meter zodat ik de ver uit de kant jagende vis kan aanwerpen, en gebruik ik de Shimano Stradic, dit vanwege zijn hoge inhaalsnelheid. De vliegenhengel blijft voor mij voorlopig nog even in het foudraal.
Kortom: probeer het eens met de spinhengel op roofblei&je zult er geen spijt van krijgen!
Hennie Smits