Heerlijk, ik verwen mijzelf weer eens met een driedaags vistripje naar Duitsland, even bijtanken en de accu opladen, maar ook om wat nieuwe spullen uit te proberen. Op vrijdag de nodige zaken in de winkel geregeld en Hennie en Ruud laten weten dat ik er op zaterdag niet zal zijn (zij blij natuurlijk). Na een prima en snelle rit naar de bestemming in Duitsland snel de nodige spulletjes bij het vakantiehuisje uitgeladen en samen met Dirk naar de rivier. Onderweg natuurlijk pratend over hoe de rivier zal "staan"; hoog, laag of normaal en of er op onze "strecke" voldoende vis zal zijn om een leuke vangst te maken. Je kent dat soort conversaties vast wel, die zorgen er veelal voor dat er toch een soort spanning gaat ontstaan en naarmate wij dichter bij het water komen maakt een lichte opwinding zich meester van ons. Vlak bij het water gekomen volgt het ritueel of we stroomop- of stroomafwaarts gaan, Dirk mag kiezen en hij gaat voor stroomafwaarts. Zo gezegd zo gedaan, na vijf minuten staan wij bij de rivier en tijdens het uitstappen zagen wij het al: bruin, bruiner bruinst. De rivier had een mooie mokkakleur zoals een goede expresso heeft en dat is voor dat kleine kopje sterke koffie uitstekend, maar voor die grote slok rivier die voor ons ligt allesbehalve. Er werd door ons niet veel gezegd en met de p... in ons lijf trokken wij, misschien wel tegen beter weten in, onze waders aan en tuigden de hengels op. Mijn favoriete droge vlieg visserij kon ik wel uit mijn hoofd zetten en mijn geliefde zeveneneenhalfvoeter (wat een woord) voor een drie bleef in het foedraal. Een negenvoeter voor een zes met een dikke nimf was voor de hand liggend, maar daar had ik niet veel zin in en ik koos voor de gulden middenweg; een achtvoeter voor een vier. Daar kon ik nog prima een goudkopje en ook, als dat nog zou lukken, een droog vliegje mee vissen. Ik ben een loper en heb er een hekel aan om, als de omstandigheden veranderen, naar de auto terug te moeten lopen om een andere uitrusting op te tuigen. Dirk was er voor zichzelf snel uit en tuigde zijn vertrouwde negenvoeter voor een vijf op, de hengel waar hij meestal mee vist. Ondanks het baalgevoel stapten wij allebei wat onwennig de rivier in en waden beiden een andere richting op, Dirk stroomafwaarts en ik stroomopwaarts. Onwennig was het zeker, want het doorzicht was zo gering dat je echt niets van de bodem kon zien en dus niet kon zien waar je liep. Dus langzaam schuifelend met kleine pasjes voorwaarts was het devies. Als je in het water staat en één wordt met de omstandigheden, dan zie je toch ineens alles heel anders dan vanaf de kant. Schuin voor mij in de oever op nog geen vijf meter afstand zag ik een duidelijke kring; azende vis!!?? Dat kon toch niet waar zijn en ik verstijfde, want vlak daarna gebeurde het weer en zag ik dat er een kokerjuffer, die eindelijk via een rietstengel naar de oppervlakte omhoog was gekropen, met veel kabaal van de stengel werd losgetrokken door een zeer forse forel. Wat een feest dacht ik bij mijzelf toen dit tafereel in mijn geheugen werd geëtst. Voor dat ik het wist voerde ik mijn nimfje langs de plek en.... er gebeurde helemaal niets, bij de tweede poging gebeurde er weer niets. Wat doe ik fout was mijn eerste gedachte, de vis aast, mijn nimf gaat over de goede plek, het patroon is toevallig gelijkend en toch trapt de vis er niet in. Het eerste dat door mijn hoofd spookte is dat ik de plek met rust laat en het later weer probeer, maar ik heb de vis gezien en de vis mij waarschijnlijk niet. Dat is het voordeel van het troebele water, je kan de vis tot dichtbij benaderen zonder ze te verjagen. Een nieuw plannetje overpeinzend en turend langs de oever zag ik op meerdere plaatsen azende vis. Azende vissen die het mokkabruine water spattend tot wit sloegen., zomaar van de ene op de andere seconde.
Het was dezelfde scene die ik daarvoor op mijn stek had gezien, kokerjuffers die vlakbij de finish door de grijpgrage bek van een forel werden ingehaald. Zoals ook de zon door een rij flinke wolken werd ingehaald en wat later bleek het startsein te zijn voor een vreetfeest dat zijn weerga niet kende. Er zat maar één ding op: een grote bruine kokerjuffer die ik met een korte worp in de kant plaats terwijl ik de lijn snel strip en tijdens het strippen de hengel in een vloeiende beweging omhoog hef waardoor de vlieg over de oppervlakte huppelt. Veel tijd tot nadenken had ik niet, want dit huppelen was voor de forel te verleidelijk en met een enorme dreun werd de imitatie genomen. Hé rustig aan jongens, daar had ik nog niet op gerekend. Het vervolg laat zich raden, bijna iedere worp die strak in de kant werd geplaats werd met dezelfde passie genomen en vele, vooral grote, forellen werden door mij gevangen. Ik voelde mij volmaakt gelukkig, want ik was bij het zien van de rivier er van uitgegaan dat de vangst vandaag gering zo niet miniem zou zijn. Ik zal niet zeggen dat ik het vangen zat was, maar na de vangst van flink wat forellen zocht ik Dirk op. Die liep op een mooi stuk stroomafwaarts te nimfen en bij navraag bleek dat hij nog niets had. Ik adviseerde hem er een grote caddis aan te knopen en met korte worpjes de kant uit te kammen. Hij keek mij vertwijfeld aan en geloofde er geen woord van. Pas na het zien van een aantal foto's die ik had gemaakt en het zien van het natte net op mijn rug, nam hij schoorvoetend mijn advies aan. En ja hoor, van de ene op de andere seconde ving ook hij zijn eerste vis en vele andere volgden.
Nou dat is een leuk verhaal Ton, maar is dit incidenteel of exemplarisch voor de plek waar jij vist? Ik hoor het je denken en het antwoord is nee, want ik heb een duidelijk stramien leren ontdekken en dat gaat op voor verschillende rivieren waar ik vis. Het was ooit een local die mij daar op wees, maar dat is een ander verhaal dat ik ooit nog wel eens zal opschrijven, een local die mij attendeerde dat je op een zon overgoten dag met de droge vlieg prima kan vangen, mits er af-en-toe een wolkje voor de zon schuift en een andere local die speciaal naar het water kwam als die niet helder was. En uit ervaring kan ik verklappen dat het inderdaad zo werkt, je kan je horloge er op gelijk zetten. In gekleurd water, of dat nou grijs of bruin is maakt niet zoveel uit zijn er ook prima vangsten te maken en juist de grote schuwe forellen zijn dan vaak overdag te vangen en hoef je dus niet tot de schemering te wachten. Ze staan dan strak in de kant en net onder de oppervlakte en dan komt het ook voor dat ze duidelijk head en tailen. Moraal van het verhaal: laat je niet door minder goede omstandigheden uit het lood slaan, ga vissen wordt één met de omstandigheden, blijf observeren, denk aan dit verhaal en transformeer zo'n op het oog sofdag tot een topdag.
Ton Temming.