- Details
- Geschreven door: Daan Burema
- Categorie: Verhalen Buitenland
De laatste tijd gaan wij iedere zomervakantie met het gezin, de tent en bijkomende huisraad naar Frankrijk voor onze welverdiende rust. Uiteraard moeten er voor ieder gezinslid voldoende mogelijkheden zijn om plezier te kunnen hebben en voor mij is dat uiteraard vliegvissen.
Gorges du Tarn
Voor het tweede jaar hebben we onze plek gevonden in de Gorges du Tarn in de buurt van de stad Millau. Het is een werkelijk prachtige omgeving waar heel veel valt te genieten van de natuur, kanovaren, wandelen en vele outdoor activiteiten. De camping ligt aan de rivier en wij hebben een plek kunnen bemachtigen direct aan het water met een fantastisch uitzicht op de bocht in de rivier en de schitterende rotsen aan de overkant. Zo uit je tentje, waadschoenen aan en hopla lekker vissen. Wat het extra bijzonder maakt is dat er in de Gorges du Tarn sinds een lange tijd gieren zijn uitgezet en de populatie heeft zich goed kunnen ontwikkelen. Meerdere soorten hebben zich nu gehandhaafd zoals de Vale gier, Lammergier en de Egyptische gier. Je moet je voorstellen dat je in de rivier staat te zwiepen en boven je cirkelen in de thermiek hele zwermen met gieren. Ik vind dat heel bijzonder. Daarnaast zitten er ijsvogels , waterspreeuwen, verschillende spechtsoorten. Ik meen ook de laatste keer een Hop te hebben gespot. Kortom aan natuurschoon geen gebrek.
Gezellig
Dit jaar hebben we met twee andere bevriende gezinnen uit Nederland gezamenlijk gekampeerd wat voor de kinderen een absoluut feest was en voor mij en mijn vriend Gertjan als vliegvissers dus ook. Verder bleek er nog een Nederlandse vliegvisser te kamperen zodat we regelmatig met zijn drieën in de rivier stonden te vissen. Een Hollandse vliegvis enclave.
De vis
De Tarn bevat naast barbeel en forel vooral veel kopvoorn. Elke dag in de loop van de ochtend zwommen er hele grote kopvoorns en barbelen in de bocht van de rivier vlak voor onze tent, waar het water vrij diep was en nauwelijks stroomde. Maar vangen ho maar. Wat je ook probeerde de kopvoorns hadden voor geen enkele vlieg belangstelling. Zelfs met brood bleven ze heel schuw, en pakten ze maar zelden. Dat was best frustrerend. Het bleek dit jaar bijzonder lastig om de vis aan de haak te slaan. Zelfs de kleine kopvoorns waren erg schuw en zeer moeilijk te vangen. Pas aan het eind van de vakantie leek de schuwheid iets verdwenen en lukte het ons regelmatig er eentje vlak langs de kanten te vangen. De gebruikte vlieg, een red tag of kleine goudkopnimf werd regelmatig genomen. Hoe klein ze soms ook zijn die kopvoorns, de aanbeet blijf ik prachtig vinden. Wat een felheid en zelfs kleine kopvoorns weten dan de top van je hengel goed te beroeren.Maar we kwamen natuurlijk ook voor de forel hoewel ik daar vooraf geen hoge verwachtingen van had gezien de beroerde resultaten van het jaar daarvoor. Ik wist een plekje langs de kant waar het nauwelijks stroomde en een rotsblok in het water lag met een holte daaronder. Net als het jaar daarvoor zat er een grote en een kleine forel in de holte. Heel af en toe lukte het met een nimf of een kleine streamer de forel te verleiden maar echt toehappen ho maar. Toch bleven we optimistisch en hebben we werkelijk alle vliegen uit de dozen uitgeprobeerd maar helaas zonder resultaat. Ook in een vrij diepe poel na een dammetje aan het einde van een kleine rivier pakte de meestal kleine forel helemaal niets. De zomer is dus niet de beste tijd.
Verzwaarde nimfen
Een voor mij nieuwe techniek was het vissen met 2 zware nimfen aan de leader en na enige oefening lukte het me de boel zonder al te veel knopen goed te werpen. De nimfen waren verzwaard met 25-30 wikkelingen looddraad en een 4 mm goudkop. Het lijfje bestond uit simpele dubbing, bruin of groen. De kleur maakt volgens mij niet zoveel uit. Schuin tegen de stroom inwerpen en de nimfen over de bodem laten hobbelen met opgeheven hengel en op deze manier de rivier steentje voor steentje afpeuteren. Nadeel is dat je vaak komt vast te zitten en veel nimfen kwijtraakt maar het is een leuke manier van vissen en het lukte me om enkele mooie kopvoorns te vangen. De aanbeet is werkelijk spectaculair. Ook heb ik het vermoeden dat er een forel tussen een van de aanbeten zat, maar deze schoot helaas los.
De Franse slag
Op een avond toen we met z'n tweeën in de bocht stonden te vissen kwam er een Franse vliegvisser ons tegemoet die stroomopwaarts met een droog vliegje elke steen aanwierp en vlak voor onze neuzen een kleine forel ving. Natuurlijk geprobeerd enig wijs te worden uit zijn techniek en vliegenkeuze. Eigenlijk niets bijzonders, wat zwarte en bruine droge vliegen die wij ook wel in onze dozen hadden. Toch is zwart wel de beste keuze zoals later zal blijken. De Fransman had een wat lullig rieten mandje mee om zijn buit in te bewaren en naast de kleine forel zat er nog een behoorlijk grote jongen in. Locals zijn nu eenmaal meer ervaren en wij domme Hollanders kunnen maar beter op brasem gaan vissen.
Vleermuizen
Vooral 's avonds bleek hoeveel voedsel er in een rivier kan zitten. Boven de rivier wemelde het van de vliegjes en hoorde je de regelmatige plonzen van de vissen die dit zeer smakelijk vonden. Naast de lamp bij de tent werd duidelijk welke soorten er allemaal zaten en opvallend was dat dit soms dagelijks wisselde. Had ik een exemplaar nagebonden en uitgeprobeerd de volgende avond bleek het toch weer een andere vlieg te moeten zijn. Zo blijf je wel lekker bezig. Het nadeel van het vliegen met een droge vlieg in het donker is dat de vleermuizen er ook gek op zijn. Aan het einde van de avond toen het al behoorlijk donker was kreeg ik een "aanbeet" maar het voelde heel vreemd en bleek er een vleermuis zich vergrepen te hebben aan mijn vlieg. Toch wel goed nagebouwd dus die vlieg!. Het blijkt dat vleermuizen de insecten met hun pootjes pakken en niet met hun bek, maar dat wist ik op dat moment niet en ik vreesde dat de haak vast zat in de bek van de vleermuis. Langzaam terug naar de tent gewaad met een fladderende vleermuis aan mijn hengel om bij lamplicht het beestje te kunnen bevrijden. Best wel een rare gewaarwording. Gelukkig liet het beestje vanzelf los. Ik zag het niet zitten om met een hakensteker te moeten peuteren.
Geluksmoment
Waar we vooral 's avonds geprobeerd hebben met de verzwaarde nimfen in de rivier te vissen zochten we overdag de kanten af naar kopvoorns. Ondertussen bleek een zwarte droge vlieg vrij goed te werken en liep ik langzaam stroomopwaarts aan de schaduwkant van de rivier en wierp mijn vliegje naar voren. Bam een prachtige aanbeet van een flinke kopvoorn die vol overtuiging mijn vliegje pakte. De dril viel een beetje tegen maar ik vond het een schitterend moment zoals deze vis gevangen werd. De worp was goed, vlak bij een overhangend boompje en goed de lijn strak gehouden om geen aanbeten te verspelen. Een geluksmoment wat mij betreft. Waar ik ook telkens weer van kan genieten is het ijsvogeltje wat regelmatig even langs vloog om gedag te zeggen.
Volgend jaar weer
Voor het vissen in het zomerseizoen is de Tarn misschien niet de beste plek maar de omgeving is prachtig en het vliegvissen op stromend water is weer eens iets anders dan voorntjes peuteren in het vijvertje van onze woonwijk. Wij gaan volgend jaar weer en nemen de hengels mee. Mochten we te gefrustreerd raken wippen we bij de forelkwekerij even langs en hengelen we er daar wel een uit.
Daan Burema
- Details
- Geschreven door: Ad Werdekker
- Categorie: Verhalen Buitenland
Ik had al eens een aardig artikel gelezen in het VNV-blad over de Weisse Traun in zuid Duitsland, over de dikke forellen en de mooie vangsten die daar mogelijk waren. Nooit geschoten altijd mis was het credo en dat zorgde ervoor dat ik samen met John Lambo op vliegvisvakantie ben gegaan naar zuid Duitsland om aldaar te gaan vliegvissen in de Weisse Traun. Na kort overleg waren wij het er over eens dat wij een onderkomen zouden boeken in hotel de Forellenhof in Siegsdorf aan de Weisse Traun. Gelukkig was er nog voor beiden een einzelzimmer beschikbaar en de datum werd vastgelegd in de laatste week van mei. Als voorbereiding werd er door ons nog even bij een ervaringsdeskundige geïnformeerd naar de vliegen die daar wel eens killers zouden kunnen zijn en er werd ook nog gezellig met de ervaringsdeskundige onder elkaar een vliegje gebonden zodat wij beslagen ten ijs kwamen. Op zondag 22 mei omstreeks 07.30 uur reden we naar zuid Duitsland, Beieren en kwamen na een prima reis omstreek 17.00 uur ter plaatse aan. Na een lekker potje bier cq een glas fris werd de kamer ingericht en daarna bleek bij een blik in de rivier dat er een paar dikker forellen op ons lagen te wachten. Als ik zeg dikke, dan bedoel ik knapen van 60 a 80 cm, dus dat beloofde wat. De volgende morgen omstreeks 10.00 uur, na een prima ontbijt, togen wij samen met de Hr. Weiss de eigenaar van het hotel, naar de rivier. Weiss vertelde ons dat hij voor ons tweeën een stuk rivier ter beschikking had dat in het naastgelegen dorpje Ruhpolding lag, omdat er voor het hotel anders te veel vliegvissers stonden te vissen. Dit was eigenlijk een tegenvaller, omdat wij die knapen al in de rivier voor het hotel hadden zien liggen en ik had mijzelf beloofd dat een ervan, de ik stilletjes de naam "de Bismarck"gegeven had, al aan mijn hengel had zien hangen. Maar omdat wij ook voordelen zagen, maar twee vissers op een ander mooi stuk, zijn wij achter Weiss naar Ruhpolding gereden. Na een kleine 10 minuten rijden toonde Weiss ons het begin van de strecke en ik zag direct in een poel een paar "zusterschepen" van de Bismarck liggen. Aan het eind en er tussenin toonde Weiss ons ook een paar mooie poelen met dikke forellen. Al met al zo'n 5 km viswater alleen voor onszelf, en niet alleen dat maar gelegen in een prachtige natuur met de Alpen op de achtergrond. De rivier was over het algemeen zo'n 15 a 20 meter breed met kraakhelder water met hier en daar een waterval waarachter mooie poelen met mooie dikke forellen van 30 tot wel 80 cm. Ook mooie grindbedden met aan de zijkanten van de rivier waterstromen waarin mooie forellen lagen.
Het eerste poeltje van John.
Direct na de rondleiding trokken John en ik het waadpak aan en trokken er op uit.John had zichzelf een paar forellen beloofd die in de eerste poel lagen en besloot er een droge vlieg in te werpen. Na een paar worpen had John er al drie te pakken dus dat beloofde wat. Omdat ik niet van steen ben, trok ik een stuk verder stroomopwaarts en wist er ook na korte tijd een paar te haken. De eerste dag al wisten we ieder voor zich een aantal heel mooie forellen te haken en dat onder een strak blauwe hemel met zomerse temperaturen. Zo aan het eind van de middag hadden wij ons toegewezen deel van de Weisse Traun afgestruind en waren hier en daar dik aan onze trekken gekomen en waren niet één andere vliegvisser tegengekomen. Dus vol van de dag gingen wij met een goed gevoel op het avondeten af in het hotel. De volgende morgen na het ontbijt gingen we weer met de auto naar Ruhpolding. Omdat de lijn niet de gehele dag strak kan staan, zijn wij eerst het dorp ingegaan en hebben op een aardig terrasje eerst een lekker bakkie koffie met een punt gebak genomen. Vervolgens naar de rivier en weer in de waadpakken. Omdat wij de vorige dag de rivier aardig verkend hadden wisten wij waar de dikke jongens lagen, dus ieder voor zich op voor hen mooie plekken de rivier in en zwiepen maar. Ook die dag kwamen we weer aan onze trekken.
Een mooie dril in de stroom.
Een paar regenboog- en beekforellen, van zeer mooie afmeting konden de droge vlieg niet weerstaan. Ook wist ik een paar forellen aan de nimf te haken. Tot mijn verbazing haakte ik een klein forelletje van zo'n 20 cm aan een zware montana ( steenvliegnimf ) van 25 mm. Aan diezelfde nimf haakte ik ook een " zusterschip " die bijna niet van z'n plaats te krijgen was. Na een mooie dril verspeelde ik hem, balen dus.
Een jumbo van John.
Wederom met een goed gevoel naar het hotel voor het avondmaal en een drankje. In de avonduren deed zich een waar spektakel voor. Omstreeks 20.00 uur, deed zich een ware hatche voor. De lucht was gevuld met duizenden gele sedges die uitgekomen waren. Dat dit zijn uitwerking op de visstand had was wel duidelijk. Overal hoorde en zag je forel stijgen die zich te goed deed aan deze lekkernij. Na dit natuurverschijnsel trokken John en ik onmiddellijk ons plan en besloten hier ons voordeel mee te doen. Zo besloten wij dat wij de volgende avond niet naar het hotel zouden gaan om te eten, maar dat wij in Ruhpolding zouden blijven en na het eten weer te water zouden gaan voor het avondspektakel. De volgende morgen eerst even op het terras voor het hotel een paar gele cdc-vliegjes op haakje # 19 gebonden om voor de avonduren beslagen ten ijs te komen, en vervolgens weer op weg naar de koffie op terras in Ruhpolding. Na de koffie weer het waadpak aan en te water voor weer een mooie dag vliegvissen in de Traun. Het weer was nog steeds zomers met eigenlijk iets te hoge temperatuur, zo'n 30 graden. Maar we moesten niet klagen, want het kan ook anders. Wederom goed gevist en rond een uur of 4 in de middag besloten wij voor een pilsje en een warme maaltijd naar het dorp te gaan. Daar kwamen wij bij een Italiaan terecht die een pizza voor ons bereidde van wereldklasse, zeldzaam lekker gegeten. Na daar genoten te hebben, op weg naar het avondspektakel.
Een spektakel werd het. Zo rond 20.00 uur, werd weer de lucht weer gevuld met duizenden gele sedges die ook z'n uitwerking had op de vis. Dat ons de die morgen gebonden cdc-vliegjes ons goed van pas kwamen, bleek ook wel, het was een gekkenhuis, ze bleven stijgen en bijten. Ook andere kleuren cdc-vliegjes , groot of klein, werden gretig genomen. Dat er ook hele grote forellen lagen van rond de 80 cm schreef ik al, John kreeg er een aan de haak. Het werd een dril waar alles inzat. Toen John dacht dat hij hem had en hij onthaakt kon worden schudde hij nog even met z'n kop en ging er alsnog vandoor, jammer maar werkelijk een topdag.
Ook de klinkhamer deed het.
Op de donderdag na wederom een prima visdag te hebben gehad met mooie vangsten, begon het in de namiddag flink te betrekken en we hoorden in de verte onweer naderen. Wij hadden al afgesproken dat wij bij naderend onweer ons zouden verzamelen bij de auto dus dat gebeurde ook. Het was toch tijd voor de warme hap in het dorp, dus uit de waadpakken en naar het dorp. Toen wij de auto in het dorp geparkeerd hadden en te voet op weg waren naar een restaurant, waren wij op de seconde nauwkeurig binnen voor een stortbui van ongekende grootte. De deur was nog niet achter ons gesloten of de dakgoten stroomden over vanwege de watermassa die naar beneden kwam. Dat de weergoden ons gunstig gestemd waren bleek, want het eten was nog niet op en de zon scheen weer. Na wederom een voortreffelijke maaltijd en een lekker ijsje bij de plaatselijke ijssalon, gingen wij weer op weg naar de rivier. Daar bleek de hevige stortbui zijn uitwerking niet gemist te hebben. In twee uur tijd was de rivier met een halve meter gestegen en de kleur was dan wel niet bedorven, maar de helderheid was wel verdwenen. Als dat dan maar geen vervelende uitwerking op de volgende dag zou hebben dachten wij. De volgende dag scheen de zon bij het opstaan weer stralend. Onze eerste gang na het aankleden was naar de rivier om te kijken hoe het met de waterstand en de helderheid gesteld was. Bij de eerste aanblik op de rivier bleek, dat hij weer kraakhelder was met wel iets meer water. Dus vol goede moed naar het ontbijt. Na het ontbijt wederom naar Ruhpolding voor de koffie met het gebak, want het was nog steeds vakantie en de leader hoeft niet steeds gespannen te staan. Na de koffie omstreeks 11.00 uur naar de rivier en de waadpakken aan. Tijdens de koffier zagen wij in de verte boven de bergen al dat de lucht een beetje onstabiel was met het vermoeden dat het weer wel eens kon veranderen. Toen wij te water gingen spraken we weer af dat wij bij onweer elkaar weer bij de auto zouden treffen. Na een paar uur vissen en weer een paar mooie forellen, bleek aan het eind van de middag het gerommel weer op te steken zodat het raadzaam was om langzamerhand uit het water te gaan. Op weg naar de auto kwam er weer onder een paar enorme onweersklappen een flinke bak water uit de hemel, dus wij weer naar het dorp voor de avondmaaltijd. Nu bleef het onveranderd hard doorregenen en na de maaltijd gingen wij weer even bij de rivier kijken. Wat wij nu zagen deed ons de moed in de schoenen zakken. De mooie heldere rivier was veranderd in een kolkende rivier die met meer dan een meter gestegen was en het water had de kleur van chocolademelk. De poelen waar wij eerst goed gevangen hadden, waren niet meer zichtbaar en zelfs boomstammen dreven door de rivier. Na dit schouwspel was er niet veel hoop meer dat de rivier de volgende morgen weer helder en waadbaar zou zijn. Gelukkig hadden wij er in alle opzichten al een heel mooie week opzitten dus het kon eigenlijk niet meer stuk. Wij besloten dan ook om de dag daarop, op zaterdag, weer naar huis te gaan en zo gebeurde het ook. Wel bij het vertrek nog bij de rivier gekeken en ons vermoeden bleek juist, er was vanwege de harde stroom beslist niet te waden en de kleur was ook onveranderd donker.
Een kolkende rivier.
Op zaterdag vertokken wij te 08.00 uur en waren omstreeks 17.00 uur na een prima terugreis weer veilig thuis, met een mooie herinnering aan de Weisse Traun, een rivier zeker voor herhaling vatbaar.
Ad Werdekker.
- Details
- Geschreven door: Cor Pauw
- Categorie: Verhalen Buitenland
14 Mei 2010.
Na een lange saaie winter is het tijdstip aangebroken dat de vier onafscheidelijke visvrienden uit dit verhaal eindelijk op weg kunnen naar vliegvis paradijs Hotel Braurup, in het gezellige dorpje Mittersill te Oostenrijk.
Na een kleine 9 uur rijden (en 25 keer tanken) met de "line-dance" car van Pierre Bakker, arriveerden wij - Johan de Rooij, Huub Brinkhof, Pierre Bakker en ondergetekende, bij het hotel, waar het welkomst drankje (40%) ons reeds stond op te wachten. Echter nuchtere,verstandige vissers als we zijn, besloten we eerst een bezoek te brengen aan de huis-vliegvisshop (extraatje van het hotel), en de vereiste vergunningen te regelen. Na een warm welkom en een onrustige nacht, gingen we de volgende ochtend, vol spanning en adrenaline in ons vissersbloed, op weg naar de Finkau See die overloopt naar de Wilde Gerlos.
Een kleine drie kwartier later arriveerden wij bij de ingang van de Finkau See, die normaal gesproken in de maand Mei vrij goed toegankelijk is, Echter deze keer lag er zo'n 35 cm hagelwitte sneeuw en de temperatuur had ook iets aangenamer mogen zijn. Het was nog net 1 graad boven nul! Wij lieten ons echter natuurlijk niet ontmoedigen en gingen deze pas met veel enthousiasme tegemoet, terwijl het steeds harder begon te sneeuwen. Toch een beetje wennen aangezien we ons toch in het voorjaar bevonden en de winterbanden al in de mottenballen hadden gezet. De pas werd hoger (zo'n 1680m.), en het zicht werd er door de enthousiast neerdalende sneeuwvlokken ook niet beter op. Dankzij geweldige stuurkunst kwamen we toch ongeschonden bij het meer aan, en vergaten we al snel alle ongemakken toen we zagen hoeveel vis er in het meer zwom. Er was geen plek op het meer waar niet geaast werd. Vlagzalm, beekforellen en prachtige saiblin in overvloed. Na een klein uurtje vissen viel mij op dat er een rivier naast het meer stroomde, en ik kon het niet laten om er een kijkje te gaan nemen. Deze rivier bleek later de "Wilde Gerlos" te zijn. Nou zo wild stroomde hij niet, maar daarentegen deden de vissen wel de naam eer aan, want elke worp was raak. Zowel droog, of met de nimpf, het maakte niet uit. Ze pakten alles. Sedge of cdc, het deed er niet toe. Ik (als liefhebber van Forel en geen vlagzalm) ving daar vlagzalmen van meer dan 50 cm., en dat op een hoogte van meer dan 1600 m.! Ja, deze eerste dag kon niet meer stuk, en dan te weten dat er nog zeven geweldige dagen kunnen komen. Ondanks het koude voorjaarsweer, wat ons meer deed denken aan een verlenging van de winter die achter ons hoorde te liggen, hebben we ons er fantastisch doorheen weten te slaan dankzij de geweldige visvangst, wat natuurlijk alles goed maakt. Daar doe je het tenslotte allemaal voor. Hotel Braurup is echt een waar visparadijs met maar liefst 130 kilometer aan viswater. Je kunt onder alle weersomstandigheden vissen in een -voor Europa- een van de mooiste rivieren die ik ken (Krimmeler Ache). Zeker niet onbelangrijk is de zeer gevarieerde keuken van het hotel met voor ieder wat wils en de gastvrije medewerkers die je ook echt van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat een geweldig vakantiegevoel geven.
Kortom het was een enorm geslaagde reis, en zeker voor herhaling vatbaar.
Cor Pauw
- Details
- Geschreven door: Dirk de Haan (rip)
- Categorie: Verhalen Buitenland
1 maart is het snoekseizoen weer gesloten. Toen ik stopte met werken ging ik elk jaar in maart en april naar Zuid Spanje. Daar wordt het weer dan meestal zoals bij ons in de maand mei. In Spanje had ik een riviertje ontdekt met meestal helder water, ongeveer een halve meter diep. Ik ging daar pas in vissen wanneer ik de vissen had ontdekt. Ik ging dan vissen met natte vliegen of nimfen met een tip van 22/00. Het eerste schot is meestal snoeihard dus houd je hengel hoog om die klap op te vangen. De meeste vissen en dan heb ik het over Barbelen, zijn 40 tot 50 cm lang en soms moeilijk te vangen en te dresseren. Ik ga meestal na 3 uur vissen, want dan zijn ze het best te vangen. Als je goed gevangen hebt, kan het zo zijn dat je de eerste 3 dagen niets meer vangt. Na een paar dagen willen ze pas weer bijten. Volgens mij is het geheugen van een barbeel daar 10 keer beter dan dat van een forel.
Wanneer het heeft geregend wacht dan maar gerust 10 dagen met vissen, want dan is het water pas weer helder. Ga je toch vissen neem dan een klein spinnertje een lepeltje of plugje mee. In de 2 maanden dat we daar waren huurden we een kleine flat aan het strand, dit i.v.m. het uitzicht. Wel op het zuidwesten want de noordenwind is ook daar koud. Wij vlogen altijd naar Malaga en woonden tussen Toromolinos en Benalmadena Costa. Wij hebben het nog gekend als de visserswijk Caruela. Nu is het er in de zomer vergeven met toeristen maar in de winter valt dat best wel mee. Het strand is mooi beschut en je ziet alleen maar oudjes. Bij mooi weer ging ik 's morgens om 8 a 9 uur met bus of treintje naar het treinstation van Malaga. Vervolgens moest ik overstappen op de trein naar Alora, wat het eindpunt is. Ik ging er altijd een halte eerder uit bij Pizarra. Dit moest wel snel gebeuren want hij rijdt zo weer verder. Uit het station loop je rechtsaf en vervolgens einde weg weer rechtsaf het spoor onderdoor. Hierna de weg volgen naar de rivier. Is het water hoog dan linksaf. Is het water laag dan rechtsaf
Soms kan je de rivier volgen tot je bij 2 bruggen komt ,vandaar kan je op een weg langs bedrijven komen en loop je zo weer naar het station. Vanaf Torromolinos kan je een retourtje nemen naar Pizzarra. Er rijdt ook een lichtgroene bus vanaf het busstation bij het treinstation naar Pizzarra en verder. Het openbaar vervoer in Spanje is heel goedkoop, trouwens alles eigenlijk. In dit gebied heb ik 15 jaar gevist elk jaar was weer anders. Wij gingen in September ook maar dan was het soms bar warm maar toch vis vangen. Wanneer je op je labtop Google-earth intikt en dan pizzarra-spanje dan kan je streek goed bekijken. Met een auto wordt het een ander verhaal, bij de stuwmeren heb ik nooit gevist er zijn rivieren met regenboogforel, de Rio-Frio. Er zijn riviertjes die er leuk uitzien maar in de zomer droogvallen. En na enkele droge winters valt zelfs mijn riviertje droog, dan duurt het een paar jaar voordat er weer vis op zit. De eerste jaren viste ik daar met een duurdere hengel die dan met een dikke barbeel wel eens brak. Ton Temming verkocht mij toen een hengel, een May-Fly 4 delig, een # 4-5. Hij zei "Dirk deze breek je niet zo snel" Ik heb er 4 gekocht en er 14 jaar mee gevist. Nooit heb ik er een gebroken en altijd best gevangen. Misschien zien jullie ze wel eens opduiken op een tweedehands verkoping. Ik heb zonder auto en zonder Spaans te spreken me in dit gebied altijd prima vermaakt. Heb je interesse, in het VNV-blad no. 54 jaargang 2000, staat ook een artikel over dit gebied.
Groeten, Dirk de Haan.
- Details
- Geschreven door: Wilbert Goes
- Categorie: Verhalen Buitenland
Deze rivier stroomt vanuit de Pyreneeën en mond bij Sant per Pescador uit in de Middelandse Zee. Ik viste hier in het verleden al een aantal keren met succes in de periode eind april begin mei! Ik heb in mei een kleine rondreis gemaakt door de provincies Aragon en Catalonie! Veel gewandeld en mooie natuurparken bezocht en wilde op het eind van deze rondreis nog een paar dagen gaan vliegvissen op de El Fluvia! Omdat vliegvismaat Henk in deze periode in dezelfde omgeving verbleef was een afspraak snel gemaakt.
De eerste dag reden we naar de rivier en konden na enig zoekwerk goede plekken ontdekken om het te proberen. Bij de eerste plek die we benaderde zagen we al karpers en barbelen zwemmen. We spraken op de kant af wie waar heen ging en werpen maar! Ik zag prachtige stroomversnellingen, diepe poelen en uitstomen dit beloofde veel! Regelmatig kon je barbelen zien kantelen en karpers zijn eigenlijk altijd wel in de buurt. Nou heb ik die eerste ochtend geen rukje gevoeld en aan mijn leader viel ook niets te ondekken wat mogelijk vis zou kunnen zijn. Regelmatig van nimf/kleur/gewicht en techniek wijzigen leverde ook niks op!Voor Henk was het ook frustrerend veel vis zien zwemmen maar niks vangen. Het werd tijd voor wat eten en drinken en lekker in de schaduw met in de verte de witte toppen van de Pyreneeën bespraken we onze eerste uurtjes! Ik kon maar 2 dingen bedenken wat er anders was t.o.v. andere jaren dat ik hier wel vis ving. De temperatuur was een stuk hoger en we waren ongeveer een maand later in de tijd. We gingen het op andere plekken proberen en vonden ook daar vergelijkbare omstandigheden. Mooi uitstroompjes diepe poelen en er zat op het oog veel vis.........Nou dan word je langzaam een beetje gek als je niks kunt vangen.
Ik schakelde om van nimf naar kleine streamer omdat er ook erg veel harders rond zwommen en tussen die harders zwemmen nog wel eens mooie zeebaarzen mee. Ook deze methode leverde niks op. Jammer voor het avondeten had wel trek gehad in een Spaanse zeebaars!
De volgende dag wat voor mij de laatste dag in Spanje zou worden en voor Henk het begin van leuke karpers op de vlieg!
We maakten eerst even een korte stop bij een kolonie bijeneters wat een schitterende vogels zijn dit. Ze lijken erg veel op een ijsvogel vliegen als een zwaluw en zijn erg sociaal t.o.v. soortgenoten. Een genot om dit te zien aan de oevers van de rivier! We begonnen weer op een plek met in onze ogen genoeg mogelijkheden om met verschillende technieken uit de voeten te kunnen. Ik begon weer op barbeel in een mooie poel lekker tikken met een zware nimf tegen de bodem aan. De techniek die hier in het verleden vis op de kant bracht was langzaam de bodem afvissen en geduld hebben!! Deze jongen werd er soms gek van als je weet dat ze er zitten en je ze regelmatig ziet kantelen maar ze niet kunt vangen. Henk wilde het weer op karper gaan proberen en had goede hoop dat het nu ging lukken. Nou dit kwam snel uit ik stond nog dicht in de buurt toen ik Henk hoorde roepen en hem met een kromme hengel zag staan. Snel mijn Nikon uit mijn rugtas en klikken maar. Henk lande met de hand een prachtige goud/bruine karper. De techniek is goed opserveren en héél goed gericht aanwerpen dan hopen dat de vis over de vlieg heen komt zwemmen en hem ziet.
We gingen samen verder met lekker struinen en genietend van de geweldige natuur om ons heen! We leken soms wel twee commando's die door het oerwoud aan het trekken waren wat een planten en bomen kwamen we tegen om dan weer verrast te worden door in ons ogen maagdelijk vliegviswater! Ik hield toch maar vast aan mijn techniek en ervaringen uit het verleden maar dat leverde weer niks op. Mijn fotos van de mooie omgeving waren het enige wat ik hier kon scoren! Henk had meer succes met karper en later toen ik al weer thuis was bleven de karpers met de juiste aanwerp techniek vangbaar! Het was wel taaier dan in mijn eerdere periodes. Toen was een klein bruine nimf al voldoende om achter een sleurende karper richting Middelandse Zee aan te rennen!
Terugkijkend is het een prachtige locatie om hier in de toekomst weer een paar dagen te vertoeven. Ik zou het in de zomerperiode en ook al eind mei bij hoge temperaturen eerder de vroege ochtend of eind van de middag/avond gaan proberen. Want er zit genoeg vis maar de zeebaarzen waren waarschijnlijk eind mei al weer lekker naar zee terug gezwommen!
Wilbert.