- Details
- Geschreven door: Gerard Beemer
- Categorie: Rivieren
Op de laatste dag van augustus 2009 staat een visdagje gepland op de Kromme Rijn. De tweede week van september gaan we naar Denemarken om daar te gaan vissen op de laaglandbeken in Jutland. Om alvast in de stemming te komen voor het stromende water, is vandaag de keus gevallen op de Kromme Rijn. Ook zo'n riviertje met een behoorlijke stroming. De weersvoorspellingen zijn goed, enigszins bewolkt, droog en nagenoeg geen wind. Ideaal weer voor een dagje vliegvissen.
Als ik s'morgens in de auto stap gaat allereerst een onlangs bemachtigde cd van Chris Rea in de cd-speler. Al enige tijd was ik op zoek naar deze cd, vanwege het nummer "Gone Fishing". Als de eerste tonen uit de luidspreker komen verhoogt dit alleen maar het stemmingsbeeld voor vandaag. Het is een combinatie van zijn karakteristieke stem, de tekst en de muziek, die me raken.
I'm going fishing
got me a line
Nothing I do is gonna make the different
So I'm taking my time
And you ain't never gonna be happy
Anyhow, anyway
So I'm going fishing
So I'am going today
Bij de Kromme Rijn aangekomen ben ik blij verrast als ik zie dat het water een behoorlijk doorzicht heeft. Waarschijnlijk wordt er minder Rijnwater bij Wijk bij Duurstede ingelaten, vanwege de droge zomer. Ik tuig mijn hengeltje klasse 4 op met een slow intermediatelijn en een klein streamertje aan de punt. Hiermee zou het mogelijk moeten zijn om roofvis te vangen. Als ik langs de rivier loop zie ik in eerste instantie alleen wat kleinere vissen. Ik laat de vissen met rust en loop verder. Na een behoorlijke tippel zonder te vissen zie ik de eerste roofblei. De vis zwemt zeker een halve meter onder het oppervlak, waardoor ik hem te laat zie. Ik probeer hem alsnog van achteren aan te werpen, maar zonder resultaat. En de tippel gaat weer verder. Onder deze ideale omstandigheden wil ik alleen maar vissen op zichtbare en mogelijk vangbare vissen. Plots zie ik een aantal mooie kringen aan de overkant van de rivier. Ik waan me nu al in Denemarken. Het is werkelijk een prachtig gezicht om op dit stromende water met enige regelmaat en nagenoeg op dezelfde plaats vissen te zien azen. De vliegenhengel wordt omgebouwd naar een drijvende lijn met daaraan een zwart pluizig patroontje van eendenkontveertjes. In dit vliegje heb ik het volste vertrouwen als het gaat om winden en kleine roofbleien. De eerste drift levert geen vis op. Ik wacht even om de rust te laten wederkeren. De tweede worp is wel raak en even later kan ik een kleine roofblei van ca. 25 cm onthaken. Het lukt me om op dezelfde plaats nog zo'n visje te vangen, waarna het azen is afgelopen. Ik loop nog een stuk door en dan is het tijd om een broodje te eten. Als ik op een stille plekje langs het water zit, blijft de melodie en flarden van de tekst van het nummer van Chris Rea maar door mijn hoofd spelen. Mede door de tekst van het laatste deel van de song ervaar ik de omgeving nog intenser.
And when my time has come
I will look back and see
Peace on the shoreline
That could have been me
You can waste a whole lifetime
Trying te be What you think is expected of you
But you 'll never be free
May as well go fishing
De gedachten worden grof verstoord als verderop een harde plons het wateroppervlak doorklieft. Ik zie geen watervogels, dus zal het met grote waarschijnlijkheid een jagende roofblei zijn. Ik eet echter rustig mijn boterhammen op, want vandaag heb ik en neem ik de tijd. Daarna wordt de hengel weer omgebouwd met de intermediatelijn. Al snel zie ik achter een strook groen aan de zijde waar ik loop een kleine boeggolf die zich verplaatst tegen de stroom in en wordt veroorzaakt door een snel zwemmende vis. Gelukkig is de vis zeker nog twintig meter ver weg. Rustig kan ik de lijn op lengte brengen en het streamertje op het midden van het water plaatsen. De stroom neemt de lijn mee en de vis komt dichterbij. Als de vis nog een aantal meters van mijn streamer is verwijderd, begin ik te strippen. Het drijvende streamertje wordt door de intermediatelijn tot net onder het oppervlak getrokken. De vis heeft de prooi gezien en knalt met geweld op het kunstaasje. Dan volgt een mooie dril van een roofblei.
Even later glijdt de vis in het schepnet. De vis mag nog even in het schepnet blijven totdat mijn meetlintje en fototoestel in stelling zijn gebracht. Na een kort verblijf op het droge verdwijnt de vis met een lengte van 51 cm. weer in zijn natuurlijke omgeving. Zeker geen uitzonderlijk grote vis, maar op betrekkelijk licht materiaal en geholpen door de stroming is een roofblei van dit formaat een prachtige sportvis. Onlangs ving ik op nagenoeg dezelfde plek aan de Kromme Rijn een winde van exact dezelfde lengte. Een mooie vis maar de dril valt in het niet in vergelijking met een roofblei van dezelfde afmeting.
En weer ga ik verder al spiedend in, en kijkend naar de omgeving van het water. Vandaag onder deze omstandigheden is dit voor mijn beleving de puurste en de mooiste manier van vissen. Nu is beleving iets heel persoonlijk. Het is als smaak. Er valt niet over te twisten zegt men toch? Als ik aan het einde van de middag weer bij de auto arriveer, ben ik moe van al die afgelegde kilometers. Maar met een zeer voldaan gevoel begin ik aan de thuisreis. Ik kan het echter niet laten om de cd weer in de speler te stoppen. Halverwege de terugreis is "Gone Fishing" afgelopen. Even is het stil en dan begint als een waardige afsluiting van een heerlijke visdag het nummer "Tell Me There's A Heaven".
Vertelt u het maar. Gerard Beemer
- Details
- Geschreven door: Peter Post
- Categorie: Rivieren
Wiskundig klopt er van deze stelling natuurlijk geen hout. Delen is namelijk delen. En vermenigvuldigen is daar het tegenovergestelde van. Voor wiskundigen is de stelling net zo iets als zeggen: zwart is wit. Gelukkig zijn we geen wiskundevereniging, maar een vereniging van vliegvissers en vliegbinders. Vliegvissers delen van alles en nog wat: hun vliegen, hun bindmateriaal en vooral hun kennis. Onderling, in bladen, verenigingen en op het wereldwijde web. Erikdenoorman.com en vliegvissenprikbordpagina.nl worden zeer druk bezocht en gevoed. Vooruit, nog een beetje wiskunde: als kennis bij één persoon zit en deze persoon deelt zijn kennis, dan zit diezelfde kennis ineens bij twee of meer personen. Het delen is dan vermenigvuldigen geworden.
Ditzelfde principe vindt plaats binnen The Leader. Het was een zaterdagochtend in de zomer van 2008 dat op initiatief van Francesco Gentilli een speciale tactiek over het vliegvissen op winde uit de doeken werd gedaan. De tactiek was eerst besproken in het clubblad en werd vervolgens aan de Lek op die zaterdagochtend in de praktijk gebracht. De tactiek bestond eruit om puur op zicht windes te verleiden. Ze trekken naar de kant om tussen de kribben te scharrelen naar voedsel of om zich te koesteren in de zon. Het water is (als er geen boten voorbij komen) zeer helder, zodat je de schuwe windes goed kunt zien. Punt is dan wel die schuwheid: jij ziet de windes, maar de windes zien jou ook. Het gaat er dus om heel voorzichtig de windes te benaderen en als je ze ziet een grote zwarte droge of traag zinkende vlieg te presenteren. Ik ben een druk mens en maak soms te weinig tijd vrij om te vissen. Na deze zaterdag waarop Francesco maar liefst twee prachtige windes ving (en ik niks), heb ik niets meer met deze vorm van visserij gedaan. Pas een paar zondagen gelden, toen een sociale verplichting uitviel en ik een paar uurtjes in mijn schoot geworpen kreeg, ben ik naar de Lek gereden en heb de tactiek uitgeprobeerd.
Vroeger ving ik door een nimfje binnen te strippen op goed geluk, wel windes van een centimeter of 30-35. Nu paste ik de zichttactiek toe. Best lastig want die windes gaan er bij het minste als een speer vandoor en dan sta je daar in het helder van de rivier te kijken hoe mooi je vlieg beweegt. Ook leuk, maar daarvoor doe ik het natuurlijk niet. De eerste winde die ik goed aanwierp en die er niet vandoor ging, ging voorzichtig naar mijn vlieg met forse staart. De winde nam de staart in zijn (of haar?) mond en spuugde deze direct weer uit. Ik zag het allemaal gebeuren, op nog geen 50 centimeter voor me, uit de kant. Prachtig! Alleen moest er natuurlijk een andere vlieg op zonder staart. Een ander zwart geval (een Patrick geloof ik). Stukkie lopen, kijken, lopen. Sluipen. Overal vis, allemaal schuw. Gelukkig waren er zoveel windes dat er ook eentje bij was die wat minder goed uitkeek. Hij (of zij...) zwom met nog twee andere, zag mijn vlieg, maakte zich los uit het kleine groepje en slorpte mijn vlieg zonder aarzelen naar binnen. Heffen, hangen. Je hoeft geen wiskundige te zijn om te begrijpen dat ik als een kind zo blij was met deze winde van 44 centimeter op mijn 3-tje. Eigenhandig gevangen met de tactiek die ik van een ander geleerd heb. Zo eenvoudig mooi is het allemaal.
Peter Post