- Details
- Geschreven door: Kees van der Hulst
- Categorie: Reservoirs
En ik het O.V.M. maar aanprijzen dit voorjaar, mannen, dat moeten we echt een paar keer gaan doen met de club! Vissen op dat prachtige brakwatermeer ten zuiden van de Maasvlakte!
Hoe kon ik weten dat het koude voorjaar roet in het eten zou gooien en de fameuze Bibio Marci zich niet liet zien. Behalve op Moederdag, maar toen kon ik niet weg. Tot mijn grote spijt. Enkele weken eerder liepen de temperaturen op tot 25 graden en vertoonde de vis zich in de oppervlakte maar we konden ze niet verleiden tot een aanbeet. Vanaf half April moet het eigenlijk los gaan, maar helaas.
Ook in de daarop volgende weken kon ik maar 2 vissen vangen, af en toe vissend met Marcel Brandhorst die ook niet buitensporig ving, taai, taai, taai!
In 1950 werd de Oude Maas, die rivierwater van de Maas en Waal afvoert naar zee, met de Brielse Maasdam bij Oostvoorne afgedamd zodat ten oosten hiervan een zoetwaterbekken ontstond, het Brielse Meer. Ten westen van de dam lag het Brielse Gat, dan nog volledig zout.
Met het besluit tot aanleg van de 2e Maasvlakte werd ook het Brielse Gat in 1966 afgesloten en ontstond het Oostvoornse Meer. Men maakte er een zandwinput van voor de aanleg van de 2e Maasvlakte. Plaatselijk is het zoute meer dan ook 40 meter diep! Met de afsluiting van het Brielse Gat werden alle zoutwaterbewoners van het meer afgesloten van de zee; nog altijd leven er in het inmiddels brakke water: haring-schol en bot-puitaal-brakwatergrondels- 3-doornige stekelbaarsjes- tarbot-paling – donderpad, en door uitzetting inmiddels ook zwartbekgrondels en forel.
De zwartbekgrondels kwamen mee met de zoutwaterinlaat die is aangelegd om dat het meer al te zeer verzoete, waardoor zelfs blauwalg er voet aan de grond kreeg maar vooral de overtollige plantengroei in de zomer voor stank zorgde.
Het vóórkomen van grote aantallen stekelbaarsjes en brakwatergrondels was aanleiding voor Sportvisserij Zuidwest- Nederland om, samen met het VNV, over te gaan tot het uitzetten van regenboogforellen die vooral in de beginjaren uitbundig groeiden en het Oostvoornse Meer een reputatie bezorgde tot ver buiten onze landgrenzen (dit samen met het Veerse Meer!)
Door de toenemende verzoeting gingen de vissportmogelijkheden helaas weer achteruit, mogelijk ook door de stroperij. Door de aanleg van een zoutwaterinlaat vanuit het Beerkanaal, uitkomend bij het Strandpaviljoen Stormvogel, werd vervolgens het zoutgehalte weer opgekrikt en ging men over tot het uitzetten van bruine forel, saibling en meerforel-hybriden. De bruine forellen vormden lange tijd het leeuwendeel van de vangsten en ze groeiden voorspoedig. Inmiddels worden ook weer regenboogforellen uitgezet.
Op het Oostvoornse Meer mag gevist worden met kunstaas en één enkele, weerhaakloze haak. Gemotoriseerd verkeer op het meer is niet toegestaan, wel zijn de kajakkers en bellyboaters in het voordeel tov de vliegvisjongens vanaf de oever of de blokkendammen. Bevindt de vis zich echter in de binnenbakken, soms op slechts 25 cm water vlak onder de oever, dan is het vliegenlatje het aangewezen vistuig.
Het meenemen van vis en nachtvissen is niet toegestaan.
Tim de Wit met een regenboogforel van het OVM
- Details
- Geschreven door: Jaap Waling
- Categorie: Reservoirs
Een weekendje vissen met overnachten in Sterksel, Pasen 2019.
Het zou de titel van een goeie strip van Suske en Wiske kunnen zijn. Mijn zoon en ik wilden er eens op uit om ons alleen maar op de visserij te kunnen concentreren. Mij leek dat prachtig, want nadat hij jarenlang geen vlieghengel had aangeraakt, begon Tijn een goed jaar geleden weer mee te gaan op visuurtjes. Ik probeer hem dus voorzichtig weer de hobby binnen te hengelen, want wie weet wil hij me dan later ook nog wel eens mee vragen. Er is dus het directe plezier van het moment zelf, maar ook het vooruitzien naar ….. Laat ik het maar eerlijk toegeven.
Tijn: hoewel geen diehard vliegenfanaat, heeft toch een respectabele lijst van visprimeurs in de kring van ons gezin. De eerste Waling die een voorntje ving aan een stokje met een touwje en een haakje; de eerste ook die een kanjer van een snoek ving, van tegen de meter. De eerste forel, de eerste maatse forel een jaar later, de eerste die er een op Ruigenhoek ving, houder van het kanjerrecord der Walingen aldaar, en houder van het familierecord met 8 stuks op een zaterdagmiddag aldaar, afgelopen oktober. Die maatse forel, die mat exact 23 centimeter, gevangen ergens in Tjechië. Maar om die 23 te halen moesten we hem wel uitrekken op de meetlat, en ook nog wat platter uitdrukken, ook voor meer lengte, want het was allemaal maar heel erg kielekiele.
De jury eromheen was echter eensgezind: goedgekeurd voor consumptie, en in de pan verdween het beestje. Na een klein kwartiertje diende de campingbeheerder het op als een tapa a la trucha. Zomeravondpret alom. Met zo’n vent als maat kun je dus best naar Sterksel toe. Nou heeft de Ronde Bleek, voor zover mijn herinnering gaat, nog niet echt een reputatie van ‘daar moet je geweest zijn’ in kringen van The Leader. Ik ben er 3 keer geweest met mensen van de club, en kwam 1 keer tot een vangst die tot nog toe mijn recordvis is, eentje wat hoger in de middelmaat van wat men daar vangt. Clubbreed was het ook niet spectaculair. Laatst waren we met 6 man op 3 vlotten bezig, en dat leverde alleen wat verspreide aanbeten op. Maar ‘s ochtend ving een man in een bellyboot er 4. Bij mij niet eens een tikje. Gelukkig had mijn vlotmaat Henk nog een forse schermutseling met een Bleekse vis, maar het beest herwon, te snel, op eigen kracht de vrijheid. Maar het gedoe daar, plus toch de kans om echt grotere vis te vangen, dat blijft me aanspreken. Tijn wou ook wel iets, en toen kwam de truuk: de kinderen gaven mij een weekendje vissen cadeau voor mijn verjaardag, op de Bleek. Yes! Dus nu ook vissen tot in de avondschemering, en vanaf het ochtendgloren. Wie verkneukelt zich daar nou niet op?
Dus in het Paasweekend was het zover. De zaterdag en zondag waren van ons. We hadden twee hengels, elk met een drijvende lijn. Plus één intermediate lijn, die op de 10 voeter kon. Ook nog wat zinkende leaders. We moesten dus zo nodig wel wat diepte kunnen bereiken. De andere was een 9 voets hengel voor een 8 lijn. Genoeg vliegen en ander spul erbij. Plus proviand, wat biertjes, chips en wat fruit. Twee luxe tuinstoelen, voor als we stalpoten van het staan zouden krijgen.
De zaterdag. Verrassinkje: eigenaar Jan Kursten had een man geregeld die als een soort halve gids tipjes en truukjes kwam meegeven. Eerst wat vooraf aan de kant, maar nadien ook op het water: hij speurde vanuit een eigen bootje naar plekken met actie en wees ons daar dan op. Zeer nuttig voor beginnende Bleekvissers. Twee andere mannen met weinig ervaring gingen het water op en vingen al direct de eerste forel. Zij blij, en de gids: zie je nou wel? Dat deed bij ons de lippen opkrullen.
Toen wij. De middag leverde ons niets op. Zelfs geen tikje. En we wisselden regelmatig van systeem: droog, nat, streamers en buzzers. En ook verkassen op de plas. Taai, maar wel in een hemels weertje.
Om te onthouden: knoop geen vlieg aan een loos stukje snoer dat op je vlot ligt. Een van de ergernissen op de vlotten is los en loos nylon snoer dat wij en de medevissers laten slingeren. Ik heb er zelf ook aan meegedaan, maar sinds een paar jaar heb ik altijd een zakje bij me, waar ik het loze spul in doe. Daar verzamel ik best wat mee, zeker nu ik niet meer idioot zuinig op elk stukje lijn ben. Maar op ons vlot was het weer raak. Meters soms, met beetverklikkers en ook nog twee met een vlieg eraan, compleet met weerhaak. Van je medevissers moet je het maar hebben. Dus Tijn zit een vlieg aan zijn tip te knopen, om dan te ontdekken dat hij het deed aan zo’n los rondslingerend stukje klotenylon. Wel lol, maar ook leerzaam.
De vangst. Aan een natte vlieg. Opeens ook nog een happy halfuurtje: er begint van alles aan het oppervlak te azen en we zitten midden in een ballet van forellekolken. Tijn helemaal in zijn knollentuin met zijn natte vliegen. Dan de Moby Dick aanbeet: als een orca komt er een vin naar de natte vlieg toe, geeft er een knal op, maar is ook gelijk weer los. Suizebollen is ons deel. We vissen nog even door bij een zonsondergang die zo mooi is als je hem maar bedenken kunt. Dan is het ballet afgelopen en is het voor ons ook mooi geweest.
Napraten bij een biertje, vliegen te drogen leggen. Leaders controleren. O ja: Moby Dick en die vangstforel hebben de haken toch wel flink ver uitgebogen. Gelukkig konden we ze met beleid weer terugbuigen.
De zondag. Hetzelfde geldt voor de zonsopkomst: alleen al daarvoor is vroeg opstaan de moeite waard. Wekker op zes, vóór half zeven weer op de plas. Opnieuw dat kolkenballet. Maar dan de vis: nul. Vervolgens een paasontbijt waar we erg vrolijk van werden. Espressootje erbij, eitje goed. Tja wat wil eens mens dan nog meer? Vis, natuurlijk. Op de latere ochtendsessie had ik zelf mijn eerste aanbeet, een serieuze, flinke vis in beeld gehad, maar die was nog niet aan de vangst toe. Deze uitdrukking heb ik ooit eens overgenomen van Francesco Gentili, en ik krijg er gelukkig de innerlijke rust van die ik soms mis als ik weer eens een vis verspeel. Nog niet aan toe dus. Zo.
Lunchtijd, met het Bleekse broodje bal. Tips vernemen van dat stel dat op een vlot verderop toch wel enkele vissen ving. Snake streamers, blobs, booby dingesen en bloopers komen ter sprake. We kopen er wat en krijgen wat van dat vangstel. In ieder geval: die dingen binden kan nooit moeilijk zijn.
Tijn gaat omtuigen om wat dieper te kunnen vissen met die streamer. Ik had net een buzzertuigje erop en besloot om eerst daar nog mee door te gaan. Zij, dat stel dus, vingen daar ook mee. Terwijl Tijn zat te knopen deed ik vanaf de steiger alvast wat proefworpjes, en toen kwam de aanbeet van de middag: de paasbaars bleek het op me voorzien te hebben! Zo’n ukkedingetje, net driftig genoeg om iemand twee tellen het gevoel te geven dat er nu toch echt wel eens iets serieus op handen zou
kunnen zijn, maar daarna het bekende pieterige gesputter, en ja hoor….
Kijk nou toch eens, dat streepjesbeestje. Haakje keurig in de bovenlip. Net wat groter dan de kleine postzegeltjes die ik ooit met een maat in de haven van Huizen ving bij de wintervisserij, en waarvan de sport voor ons was om ze juist van de haak àf te krijgen, in het water.
Konden we zo weer door vissen zonder onnodig verlies van vistijd. Je moet toch wat, als je de school blankvoorns nog niet hebt gevonden…. Nee, dat dus nou net niet. Maar klein …. En nétig …..
Ik kan niet anders dan met de grootste vette grijns op de foto zien te komen. Okee, zo’n doorsnee middelmaatse bleekforel mag dan wel de eigenlijke bedoeling van ons zijn. Dertien in een dozijn voor mijn part. Maar bij gebrek aan, en om dat nog eens goed bij onszelf en ook bij iedereen om ons heen in te peperen: Dit kon nooit meer stuk. Gegrift in ons geheugen, en viraal de familiekring in geappt.
Natuurlijk gingen we het water weer op, maar dat was eigenlijk meer nog even wat afcorveeën.
De wapenfeiten zijn dan al geschied, er komt niet echt meer iets bij, en uiteindelijk taaien we halverwege de middag af. Het is zo wel goed geweest. We hebben immers nog een rit naar huis te doen, spullen op te ruimen en we moeten onze huiselijke rollen weer oppakken.
Maar die Ronde Bleek? Een heuse aanrader, zeker met die B&B overnachting. Vier sterren. En Tijn, weer iets verder binnen gehengeld soms, terug de vliegvisserij in? In de auto, op de weg terug, begint hij er warempel over dat Schotland, Inverpolly dus, hem ook wel wat lijkt.
Hee.
Kijk.
Nòu gaat het tenminste ergens over!
Je kunt het ook nog zo zien: Tijn heeft in de visserij meestal de primeurs, van ons tweetjes. Als hij nou op de Polly gelijk de maandagochtend zijn eerste zalm vangt, dan komt die van mij vanzelf ook. Zo gaat dat bij ons nou eenmaal. En daar heb ik dan desnoods nog de hele week voor ….
Prachtig toch?
- Details
- Geschreven door: Peter Jongerius
- Categorie: Reservoirs
foto’s: Kees van der Hulst
Ter afwisseling van het snoekvissen in Houten, De Ruigenhoek en de Meijepolder had het bestuur bedacht om een keer te gaan vliegvissen in de Ronde Bleek. Dit naar aanleiding van de verhalen over zeer grote regenboog forellen. Op de website stond dat men minimaal moest vissen met een hengel aftma 8 en een lijnsterkte van 9 pond. Dus dat beloofde wat en bleek ook waar te zijn.
Tien vliegvismannen hadden zich aangemeld, helaas heeft onze club nog geen vliegvisvrouwen als lid maar daarover later meer. Afspraken gemaakt wie met wie mee zou rijden en dat we om 9.00 uur aanwezig zouden zijn. Om 7.30 uur heb ik Kees en Francesco opgehaald in Houten en na een voorspoedige rit van circa 115 km en 5 kwartier kwamen we op tijd aan in Sterksel om te genieten van een kopje koffie. De voor de ochtend voorspelde bewolking was er niet, de lucht was redelijk blauw met enkele wolkjes, zacht windje en een temperatuur van circa 10 graden welke in de middag op zou lopen naar circa 15 graden. Voor ons mensen goed weer dus.
Zes man hadden er voor gekozen om te vissen vanaf een vlot, Petar Bajai gebruikte zijn hightech bellyboot en drie man gingen de kanten en kreken afstruinen.
Ik belande met Kees op een vlot, mocht voor stuurman spelen, terwijl Kees als “kapitein” plaats nam in zijn stoel. Hij heeft aangetoond dat je dus gemakkelijk een hele dag kunt vliegvissen vanuit je stoel, zelfs vanuit zijn stoel maakt hij perfecte worpen!!
We kozen voor de korte zijde van het meer omdat hier de wind opstond en er volgens de diepte kaarten op de website enkele minder diepe plateau’s op 4 tot 6 meter lagen alvorens het de diepte in schoot van 14 m1. Tevens was dit de kortste afstand vanaf de steigers want erg snel gaat zo’n vlot niet, varen kost vliegvistijd, zeker toen we halverwege de ochtend helemaal niet meer vooruit kwamen doordat er te veel nylon in de schroef bleek te zitten en we van vlot moesten wisselen. Ieder vlot is voorzien van 2 ankers die je ook echt wel nodig hebt omdat zelfs de zwakke wind het vlot van zijn positie blaast. Of was het nu die grote vis die ons mee trok?
Gezien de adviezen en het koude weer van afgelopen nacht begonnen we met nimfen op diepte te vissen, dit leverde helaas geen aanbeten op. Inmiddels was de vis redelijk actief in het oppervlakte, niet echt aan het azen maar wel dolle pret met sprongen en grote kolken. Wat voor mij betekende dat ze hoog zaten. Heb er toen een klein wit streamertje van zonkerstrip aangebonden en kreeg al gauw een zeer grote vis aan de haak welke enkele minuten mijn hengel krom trok. Helaas in het zicht van het vlot nam hij nog een run en brak de lijn. Gelijk de lijn aangepast van 0,20 naar 0,25 want dat zou me niet nog eens gebeuren. In het uur dat volgde weer 2 grote vissen gehaakt maar deze schoten helaas na enkele minuten los. Hoe ik weet dat het grote vissen waren? Nou de hengel #7 stond redelijk krom, wat we zagen zag er groot uit en Kees bevestigde dit. Toen weer beet, en weer zwaar en groot, weer enkele minuten met een kromme hengel gestaan maar helaas niet kunnen landen door wederom lijnbreuk van 0,25 mm!!! Kees maakte toen de wijze opmerking dat ik nog moest leren om grote vis binnen te halen, gebruik moest maken van de slip om de klappen en runs op te vangen. Nou een betere “Kapitein” kan je als leermeester niet aan boord hebben.
Helaas voor Kees heeft hij in de ochtend geen enkele aanbeet gehad ondanks de wisseling van diep vissen naar intermediate en drijvend. Zo nu aan dan kwam Petar in zijn hightech bellyboot met dieptemeter, visfinder en elektromotor langs varen en vertelde ons dat er toch wel vis zat op 4 tot 5 meter onder hem. Hij heeft die dag helaas niets kunnen vangen.
Tijd vliegt en het was inmiddels half één en tijd voor de lunch met een broodje bal en kopje soep.
Na de middag over gestapt van een wit streamertje naar een zwarte, vraag me niet waarom maar dat voelde zo. Het binnen strippen met felle korte rukje snel achter elkaar gaf het beste resultaat. Die middag 2 vissen gehaakt en met aanwijzingen van Kees de lijn na het haken opgespoeld, gelijktijdig de lijn onder spanning houden valt nog niet mee, en de slip gebruikt om de vis, minuutje of 10, af te matten en binnen te halen. Deze 2 vissen waren wel een slagje kleiner dan die vier verspeelde vissen in de ochtend maar ik was er zeer blij mee.
Tegen het einde had Kees nog wel twee aanbeten maar wist helaas geen vis te vangen. Ook op de andere vlotten was men niet echt succesvol geweest. Francesco had er één gevangen, Ruud alleen aanbeten en ook Jaap en Henk moesten het doen met aanbeten. Keesde Vries had in de kreken 17!!!! vissen weten te vangen op een afgekloven CDC vliegje en onze nieuwe leden Erwin en Niels ieder 3. Later die middag kreeg Erwin een afgekloven snakefly en ving er nog 11 bij!!! Bleek dus dat ik als vlotvisser de meeste vissen verspeeld had maar ook gevangen.
Vier uur en tijd om naar huis te gaan. Op de parkeerplaats troffen wij een charmante jonge dame die haar spullen in orde aan het maken was om nog enkele uurtje vanuit de belly boot te gaan vliegvissen. Dus ja, ze bestaan echt wel: “vliegvisvrouwen”.
Al met al een memorabele dag welke zeker voor herhaling vatbaar is.
- Details
- Geschreven door: diverse auteurs
- Categorie: Reservoirs
“Fantastische dag gehad!!!!! Na de lunch stond ik naast twee man te vissen, en die vingen achter elkaar joekels van forellen. Ik vroeg ze waar ze mee visten, en een van hen gaf me een afgekloven gele snakefly.
Daarna nog 11!!!!!!forellen gevangen!!! Eindstand was 14 stuks. Ik stond echt enorm te genieten, en ‘s avonds was ik bekaf en heb heerlijk geslapen!!!
Erwin Maier”
“Het was een prachtige zonnige dag. Ik heb de hele dag op de kreken gevist. Wel een beetje grootse benaming voor een aantal afzonderlijke langgerekte poelen. Je zag de forellen overal aan het oppervlak zwemmen. Gelukkig had ik voor de gelegenheid een paar prachtig geslaagde CDC-vliegjes uit het boek van Marc Petitjean gebonden. Mooi dun opgebouwd, ik vond ze goed geslaagd.
Echter na de eerste forel leek het vliegje nergens meer op. Maar dat maakte niet uit: wat drogen , wat dry-magic er op en het zaakje dreef weer prima en ving ook prima.
Aan het eind van de dag stond de teller op ongeveer 17 vissen, ook nog een paar verspeeld. Kortom een drukke dag met veel voldoening.
(Ik heb geen foto's gemaakt; de forellen waren best leuk, maar niet spectaculair groot. Advies voor een volgende keer: op de kreken is 3/4 hengel prima en een tip 14/00 of 17/00 is ook goed). Volgens een lokale visser was 12/00 te doen, maar dat lijkt mij wat dun)
Kees de Vries”
“Ten eerste nogmaals dank voor de fantastische ervaring. Een top ochtend beleefd met Erwin.
In een paar korte regels; de Ronde bleek was een hele leuke ervaring voor me om verschillende redenen.
Ten eerste voelde het als thuiskomen in het Brabantse landschap. Samen met Erwin een aanvalsplan bedacht bij aankomst en dat leverde Erwin al snel zijn eerst forel op. Mijn techniek met een zelfgemaakte wobbler, (mopfly!) zoals ik het noem, wormpje van een hydrofiele schoonmaakdoek, leverde op ander putten resultaat maar hier alleen speelse forel die zich springend en jagend liet zien maar niet wilde bijten.
Heel blij met Rob, de gids van de ronde bleek, die me enkele tips gaf en in mijn collectie vliegen een zwarte droge vlieg met klein rood nimfje op een zijlijntje liet monteren. Ook nog enkele inhaal technieken besproken en dat leverde binnen drie worpen mijn eerste forel op. In totaal 6 forellen gehaakt, maar 3 wist ik in het net te krijgen.
Een hele leuke ervaring met aardige mensen van de Ronde Bleek en leden van the leader.
Rob heeft enkele mooie foto's geschoten en zal die opsturen.hopelijk is dat gelukt.
Niels Raaijmakers”
- Details
- Geschreven door: Kees van der Hulst
- Categorie: Reservoirs
Een nachtvorstje, een matig windje uit het noordoosten en dan ’s morgens vroeg op een vlot kruipen om de Ronde Bleek leeg te trekken; ik geef je het te doen.
Toch zijn we met 6 man naar Sterksel gereden, Francesco, Ruud, Peter, Cor, Huub, en Kees, om een poging te wagen.
Maar we beginnen daar met koffie en een indeling van de personele bezetting van de vlotten.
Gezien de lage temperatuur moet de vis diep gezocht worden dus word het een zinklijn met een streamertje, of een buzzermontage aan een lange leader en een beetverklikker.
Peter en ik op een vlot, mijn zinklijn en streamer worden de hele ochtend niet aangeraakt! Peter schakelt over op een buzzermontage en haakt meteen een mooie vis en denkt dus nu de vangende methode gevonden te hebben, maar helaas, het blijft bij die ene vis.
Cor en Huub hebben de hele dag gedobberd, en behoudens enkele aanbeten, geen schub gevangen.
Francesco en Ruud liggen nog maar net geankerd of Francesco landt al zijn eerste vis. Uiteindelijk landt hij er 4. Ruud gaat de strijd aan met een monster dat uit het Dolfinarium is ontsnapt want de vis is meer boven dan onder water. Uiteindelijk word de vis veilig geland.
Peter en ik gaan voor de lunch aan wal en eten een erwtensoep en een broodje bal. (dat rijmt!)
Na de lunch hebben we genoeg van het vlotvaren en gaan de recentelijk gegraven kreken eens bekijken. Het zijn meer een aantal bakken zonder verbinding met elkaar en zonder stroming, maar wel met veel grote vis. De methode om ze te vangen is een klein wit steamertje of buzzertje onder een beetverklikker en dan vooral stil laten liggen.
Ik vind de methode een beetje saai, vis actiever en vang dus niet. Wel haak ik in een van de bakken een black bass, of te wel een forelbaars die recentelijk uit Frankrijk zijn geïmporteerd. De vis is in slechte conditie, evenals zijn maten, en gelukkig los ik de vis halverwege de drill.
Stel dat deze vissen het hier goed gaan doen dan heb je een mooie sportvis die op zijn actiefst is in de zomer, als de forel het te warm vindt.
Om een uur of drie houden we het voor gezien, genoeg kou geleden, en toch 7 vissen in totaal gevangen. Een afsluitende kop koffie en op huis aan.