- Details
- Categorie: Vliegvissen-Overig
Wie kent het niet.. hengeldelen die telkens los schieten! Niet ongevaarlijk, want mocht een flinke vis op zo'n moment aanbijten dan loop je een grote kans op een ongewenst extra hengeldeel. Een klein beetje kaarsvet over de bus wrijven doet vaak wonderen. Let erop, maar een heeeel klein beetje want anders krijg je steeds een tikkend geluid bij het werpen (gelukkig eenvoudig te verhelpen door het kaarsvet deels weer weg te halen).
Aan de waterkant of op het water heeft het gros niet altijd een waxinelichtje bij de hand dus is het enige alternatief om de delen telkens weer vast te drukken om de paar worpen. LET ER WEL OP dat de hengeldelen NIET NAT zijn wanneer je dat doet; zeker bij koud weer en in zout water! Dit laatste overkwam mij ruim een jaar geleden in een bellyboat op het Oostvoorne meer. De delen waren nat geworden met zout OVM water, de buitentemperatuur was laag en bij het flink aandrukken van de 2 delen hoorde ik ze gewoon vacuum zuigen.. *FLOP* Maar goed, dat zijn zorgen voor later, bij de auto; lukt altijd wel weer om ze uit elkaar te krijgen.
NIET DUS! Een hele reeks aan methodes geprobeerd:
- hengeldelen in de knieholtes en uit elkaar proberen te trekken met je handen achter je rug
- met 2 personen aan ieder eind met het volle gewicht eraan gehangen
- de bussen gekoeld met ijsblokjes (het mannetjes-deel zou dan krimpen)
- de bussen verwarmd met zeer heet water (het vrouwtjes-deel zou dan uitzetten)
- combinatie van de laatste 2
- kruipolie erin proberen te laten lopen.. gaf alleen maar een kliederzooi en delen die glad werden
Uiteindelijk kwam ik zojuist een youtube filmpje tegen die ik jullie niet wil onthouden, waarmee het na een jaar zowaar is GELUKT om ze los te krijgen!!
Ik snap nog steeds niet goed waarom dit wel werkte en bijvoorbeeld de eerste 2 methodes niet, maar who cares, ze zijn weer los!!
Voor de geinteresseerden hier het filmpje!
NB: in het filmpje draait/tordeert hij een paar keer de delen; dit zou ik absoluut niet doen! De duct-tape methode werkt blijkbaar ook prima in combinatie met de knieholte grip en reduceert het risico op breuk.
- Details
- Geschreven door: Bas Lievens
- Categorie: Vliegvissen-Overig
Sinds dit voorjaar is Bas Lievens lid van The Leader, en dit is zijn verhaal over zijn “coming out”
In het begin van de zomer 2019 gaan een zestal leden van The Leader naar de Wenne, een rivier in de Eiffel, en Bas is een van hen.
'"Beste Kees,
Deze foto's van onze meeting de 23e wil ik jou niet onthouden. Peter, Rini, Francesco en ik kwamen de 23e samen in het clubhuis om onze vistrip naar De Wenne te bespreken. Die meeting begon goed met goede koffie van gastheer Rick en het overnemen van een waadpak van Peter. Een mooie start van wat beloofde een nog mooiere dag te worden.
Een grijze lucht en een mooie kabbel op het water deden mijn vissershart sneller kloppen. Rini had een hengel en reel meegenomen die ik mag gaan gebruiken tijdens de tip naar de Wenne. De eerste vliegenlat die hij kocht bij Temming. Leuk die geschiedenis. Na wat tips van zowel Rini als Rick mocht ik mijn eerste worpen maken op de put. En niet zonder resultaat! Vol trots ving ik op een klein zwart drijvend vliegje mijn eerste forel. Zo blij als een kind ving ik er daarna nog twee. Mijn dag kon in ieder geval niet meer stuk. Vol enthousiasme kijk ik uit naar de trip. Inmiddels heb ik samen met Dirk Schmidt de laatste spullen voor de trip besteld. Rest mij enkel nog het aanschaffen van waadschoenen. Ik heb er zin in! Een nieuwe passie is geboren.
Bas"
- Details
- Geschreven door: Paul Blokdijk
- Categorie: Vliegvissen-Overig
Nu ik mag meedoen aan "Water Natuurlijk", de partij die gaat meebesturen na de komende waterschapsverkiezingen, wordt ik geacht mij in te zetten voor goed viswater. Na de verrassing over de aanpak van alle milieuverdedigers, landschapsbeschermers en natuurliefhebbers, ben ik mijn verantwoording bewust geworden en gaan nadenken over de visser en zijn water. Sportvissers willen goed viswater, dat is toch simpel, nietwaar? Moet je daar nog over nadenken? Maar we kennen toch een aantal categorieën sportvissers? Een waarschijnlijk onvolledig rijtje: karpervissers, wedstrijdvissers, witvissers, snoekbaarsvissers, kunstaasvissers, vliegvissers, recreatievissers, jeugdvissers... En verstaan die allemaal het zelfde onder goed viswater? Nu, ik denk het niet. Karpervissers willen een beetje troebel water, met niet te veel waterplanten en grote karpers. Wedstrijdvissers en witvisvissers willen plantvrijwater, een beetje troebel, twee meter diep, met veel brasem en voorn en weinig roofvis, want die gaan op hun voerplek liggen. Voor snoekbaarsvissers moet er juist veel snoekbaars zijn in wat troebel en diep water, want daar houd die vis wel van.. Recreatievissers willen mooi water, met de mogelijkheid de auto een meter achter zich te parkeren en waar ze rustig in het zonnetje kunnen zitten. Water met goed brasem en voorn en niet te veel waterplanten, dan is het prima. Kunstaas en vliegvissers willen niet te diep, helder en plantenrijk water want daar leeft de ruisvoorn en de snoek. Jeugdvissers willen dicht bij huis kunnen vissen in water met veel voorn, daar waar ze veilig zijn. Dat vinden hun ouders belangrijk. En wat moet het waterschap willen? In de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) staat dat er gewerkt moet worden aan schoner, gezonder en ecologisch rijker water, op straffe van een boete. Afhankelijk van het watertype zijn er normen opgesteld voor de chemische samenstelling: het zuurstof gehalte, fosfaat, nitraat en nog veel meer stoffen, het plankton, de water- en oeverplanten, de insecten en andere kleine beestjes en de visstand.
Nu heeft de OVB, onder andere Ton van der Spiegel, indertijd een relatie tussen de waterplanten, de visstand en de voedselrijkdom vastgesteld. Ik heb die relatie in beeld gebracht met een dubbelgrafiek. De linker verticale as geeft het percentage bodembedekking door waterplanten weer, de rechter verticale as het doorzicht in het water, of wel de mate waarin het water troebel is. Ton heeft toen vier typen visstanden onder scheiden. Als je links begint: het ruisvoorn-snoek type: veel waterplanten, helder water, weinig snoekbaars, brasem en karper. Maar de weinige karper wordt wel heel groot! De vliegvisser en kunstaasvisser zijn hier thuis. Als er meer voedsel beschikbaar komt ontstaat het snoek – blankvoorn visstandtype. Door het afnemen van de waterplanten neemt de groei van de algen toe, waardoor de blankvoorn zich er meer thuis voelt. Er komt ook wat meer brasem die de algeneters (watervlooien) opeet en de bodem omwoelt naar muggenlarven. Het water wordt minder doorzichtig. Het ideale water voor de recreatievisser, mits de auto geparkeerd kan worden, en ook de kunstaasvisser en de vliegvisser kunnen er nog prima uit de voeten. Bij een verdere toename van de voedselrijkdom ontstaat het blankvoorn – brasem type, het ideale water voor de wedstrijdvisser en de karpervisser, als het maar de juiste diepte heeft en de oever geschikt is om elke tien, vijftien meter een visser een plek te geven, liefst een paar kilometer achter elkaar. De hoeveelheid waterplanten is gering, op het kroos na, en de snoek wordt verdrongen door de snoekbaars. Natuurlijk begint dan ook de snoekbaarsvisser geïnteresseerd te raken. Vliegvissers en kunstaasvissers hebben voor dit water weinig interesse, zeker niet voor de laatste categorie: brasem – snoekbaars met doorzicht van 10 tot 30 cm en zonder waterplanten. Overigens is dit de categorie met de meeste vis per hectare van 350 tot 800 kg.
Het waterschap zal de komende jaren hard werken om al het water richting ruisvoorn – snoek te krijgen. Dat zal nooit helemaal lukken, want de bodem en de landbouw zorgen wel dat ons water voedselrijk blijft. Maar dat snoekbaarsvissers, wedstrijdvissers en karpervissers het steeds moeilijker zullen krijgen, lijkt wel duidelijk. Moet ik dan voor hun viswaterbelangen gaan zorgen? Nu wordt ik (misschien) voor vier jaar gekozen, tot en met 2012 dus. Pas in 2015 moet het waterschap aan de normen gaan voldoen, met de mogelijkheid van twee keer zeven jaar uitstel. Dat uitstel is al ingepland door de waterschappen, hoewel het van mij best sneller mag. Ik denk dat het die vier jaar wel overleef, die onvermijdelijke kritiek van de vissers in troebeler water. Er blijft tot 2012 waarschijnlijk genoeg water over voor deze categorieën sportvissers. Maar als vliegvisser zal ik wel behoorlijk verdacht zijn. Jammer, maar ik kan mij mooi verschuilen achter de KRW. En dat vind ik niet erg. Want het wordt hoog tijd dat de waternatuur in ons waterland veel meer aandacht krijgt en gezonder, soortenrijker en voedselarmer wordt.
Paul Blokdijk.
- Details
- Geschreven door: Arne ter Mors
- Categorie: Vliegvissen-Overig
Afgelopen maandag- en woensdagavond 3 en 5 november, heb ik onder de bezielende leiding van Ton Temming en Hennie Smits, samen met nog 7 "bouwers", mijn eerste eigen vlieghengel mogen bouwen. Ik wil hier erg graag verslag van doen, om jullie enthousiast te maken want het is echt leuk om je eigen hengel te maken. Wat is er nou mooier om met je eigen gebouwde hengel en je zelf gebonden vliegje een vis te vangen? Onder het genot van een prima verzorgd "natje en droogje", hebben we 2 prachtige avonden gehad, veel geleerd en gelachen maar we zijn ook serieus aan het bouwen geweest.
Maandagavond 3 november 2008:
1e avond van de workshop hengelbouw. Het achterste gedeelte van de winkel "Traditional Hengelsport" is omgetoverd tot een soort workshoplokaal en hier staan een achttal tafels klaar met apparatuur, om de hengels te kunnen bouwen. Na kennis met elkaar gemaakt te hebben wordt onder het genot van een kop koffie en zelf gebakken koekjes... rond 19.30 uur door Ton en Hennie uitgelegd, wat ons de komende twee avonden te wachten staat.
Klassikaal worden de sets (ieder kon zelf uitkiezen wat voor een hengel men wilde bouwen) gecontroleerd of ze kompleet zijn; de blank, greep, topoog, slangenringen, trekring, reelhouder, winding check en eventueel verkasoogje.
Daarna wordt de blank gecontroleerd op beschadiging en of de sluitingen goed op elkaar aansluiten. Verder is het van belang om de "holle" en "bolle" kant van de blank uit te zoeken omdat de geleideringen aan de juiste kant (bolle) moeten komen te zitten. Daarna worden de ringen op de juiste volgorde (grootte) klaargelegd.
Als eerste wordt de winding check (ringetje boven de kurk) er op gewikkeld. Door middel van de speciaal gebouwde apparatuur is het goed te doen, om wikkelingen goed en strak te wikkelen. Uiteraard is het in het begin nog even wennen, zeker bij het "afknopen" gaat het wel eens mis en kan je gewoon weer opnieuw beginnen. Daarna begin je met de geleide ringen vanaf de top. De afstanden tussen de ringen wordt bepaald door een schema dat je van Ton en Hennie hebt gekregen. Het is wel erg belangrijk om elke keer af te strepen welke ring je hebt gedaan, anders kom je uiteindelijk in de problemen. Halverwege de avond, rond 21.30 uur, hebben we even pauze en worden we getrakteerd op worst, kaas en stukjes zalm op een broodje. Ook de nodige frisdrank ontbreekt niet. Inmiddels heb ik er 2 ringen opzitten maar moet ik er nog 7...
Het tweede gedeelte van de avond zijn we bezig geweest om de geleideringen op de blank te wikkelen. Aangezien ik een 4-delige 9ft #8/9 aan het bouwen ben, blijk ik nogal wat ringen/wikkelingen extra te hebben vergeleken bij andere mensen (die hebben een kleinere/fijnere hengel en dus uiteraard ook iets minder ringen). Verder moeten er ook bij de verbindingsstukken een wikkeling worden gelegd voor de stevigheid. "Ineens" is het 23.40 uur en besluiten we er voor deze avond maar mee op te houden.
Woensdagavond 5 november 2008:
2e en laatste avond van de workshop hengelbouw: bij binnenkomst staat wederom alles keurig klaar en is de boel weer helemaal omgebouwd tot workshoplokaal. Ook deze avond staat in eerste instantie in het teken van het wikkelen van de ringen. Inmiddels gaat het een stuk gemakkelijker en ook het "afknopen" gaat probleemloos. Nog één klein ringetje moet worden gewikkeld en met epoxy worden vastgelijmd; het topoogje en laat dit nou het allerlastigste zijn. Gelukkig heeft Hennie dit vaker gedaan...Als alle ringen er op zitten worden ze allemaal nog een keer nagekeken door de professionals om te kijken of de wikkelingen goed stevig zijn en de ogen op één lijn zitten.
De volgende stap is het vastlijmen van het handvat/reelhouder. Eerst vul je de blank op met tape zodat de reelhouder er strak overheen gaat. Daarna wordt de reelhouder met epoxy aan de binnenkant ingesmeerd en schuif je hem voorzichtig over de blank. Het begint er nu echt als een hengel uit te zien! Ook mag de hengel worden beschreven met een tekst die je er zelf op wilt hebben. Ik heb gekozen om mijn naam er op te zetten met de lengte en type van de hengel, dus een echte Made by Arne ter Mors...Als laatste wordt het eerste laagje lak op de wikkelingen aangebracht.
Langzaam maar zeker zit het werk tijdens de workshop erop en kletsen we nog wat na onder het genot van een blokje kaas en heerlijke gehaktballetjes (zelf gemaakt?). Het is inmiddels weer rond de klok van 24.00 uur in de nacht. Wie denkt dat we klaar zijn, komt trouwens bedrogen uit want er zit nog wat huiswerk aan vast. De hengel kan na 36 uur worden opgehaald en dan moet er thuis nog een keer of 6 de wikkelingen worden afgelakt, met tussenposes van 24 uur. Na het lakken van de bindingen, moet de blank het eerste uur elke 5 minuten een kwartslag worden gedraaid en het tweede uur elk kwartier. Dit om te voorkomen dat de lak gaat druipen. Overigens kan je dit tegen een geringe vergoeding ook laten doen...
Daarna volgt nog het allerlastigste gedeelte: de hengel moet 3 weken uitharden voor je hem kan gaan gebruiken. Dus ondanks dat de vingers jeuken om hem uit te proberen, moet ik nog even geduld hebben. De hengel ziet er inmiddels als een professionele hengel uit en ik mag toch zeggen dat ik er aardig trots op ben.
Graag wil ik bij deze Ton en Hennie, ik denk dat ik namens de hele groep mag spreken, hartelijk bedanken voor twee geweldige workshopavonden. We hebben veel geleerd maar ook veel plezier gehad en we zijn uiteindelijk allemaal met een zelf gebouwde hengel naar huis gegaan. Bedankt voor jullie hulp, geduld en uitermate prettige gastvrijheid. Ik zou tegen iedereen van "The Leader" willen zeggen: in februari/maart 2009 volgt de volgende workshop hengelbouw, denk er eens over na om je op te geven, het is absoluut de moeite waard!
Arne ter Mors... hengelbouwer...
- Details
- Geschreven door: Patrick Touw
- Categorie: Vliegvissen-Overig
Even een ander verhaal dan de bekende verslagen. Een verhaal van lang vervlogen tijden toen ons land nog Romeins grondgebied was. Maar voordat ik jullie dit vertel zal ik even uitleggen hoe ik hier op kom. Ik heb als andere hobby praktische archeologie plus dat ik lid ben van een Brits-Nederlands reenactment groep LEGIO AVGVSTA II www.legiiavg.org.uk daar staat ook de link naar onze Nederlandse afdeling. Wij houden ons bezig met het leven in de eerste eeuw na Christus. De groep bestaat uit mannen en vrouwen die Romeinse soldaten en burgers uitbeelden en op deze wijze onderzoek doen naar het leven in die tijd, de opgedane kennis wordt gebruikt voor onderzoeken door universiteiten en ander instanties wereldwijd ter verbetering van kennis, ook zie je ons regelmatig op zenders als National Geographic ,Discovery en de BBC. Zo, nu het vis deel, Kort geleden kreeg ik een stuk onder ogen dat was vertaald uit het Latijn. Het is geschreven door een zekere heer genaamd Aelian zo'n 1700 jaar geleden het gaat als volgt:.... Dit is een manier van visvangen zo heb ik gehoord gebruikt in Macedonië (Griekenland). Het is daar dat vissen eten van de lokale paardenvliegen die over het water bewegen. De vissers weten hiervan maar zij gebruiken de insecten niet als aas, omdat de vliegen te teer zijn en kapot gaan bij aanraking met mensenhanden, de vissen deze vliegen niet eten als ze kapot zijn. Want op magische wijze weet de vis dat deze vliegen gevangen vliegen zijn. Als gevolg hiervan gebruiken de vissers de volgende techniek, zij binden rode wol rond hun haken en maken er zwarte hanenveren aanvast op een wijze dat het lijkt qua vorm en kleur op een van de paardenvliegen. Als zij hun aas in het water werpen zwemmen de vissen op dit attractieve aas af als op een wondermooi feestmaal. Zij openen hun mond en raken verward in de haak als bitter einde van hun feestmaal ... Dit aldus de heer Aelian in zijn boek ...de natuur van de dieren.. Er is meer uit de antieke tijd over vissen maar dit is het eerste wat ik lees over daadwerkelijk vliegvissen en binden Er werd in die tijd, dus dan praat ik over 1700 a 2000 jaar terug gebruikt gemaakt van lijnen van onder andere paardenhaar en haken van been, brons of ijzer soms ook hout. Hengels waren stokken van hout en/of riet let op de details van de onderstaande afbeelding van een Romeins mozaïek er zit voor de vliegvisser veel herkenbare zaken in.
Natuurlijk ga ik dit ook uitproberen een hengel en lijn plus aas uit de eerste eeuw na christus proberen na te maken en dan kijken of we er mee vissen kunnen, ik houd u op de hoogte. Mocht u iets ook iets weten over dit onderwerp dan houd ik mij aanbevolen. Jammer voor de Britten die zich het recht houden als uitvinders van het vliegvissen, ook zij hebben het van onder andere de Romeinen en Grieken.
Veel visplezier.
Patrick Touw.