- Details
- Geschreven door: Kees van der Hulst
- Categorie: Polder
De Reeuwijkse Hout is een recreatieterrein dat ligt tussen de A12 en de Reeuwijkse plassen. De sloten en petgaten op dit terrein zijn opgenomen in de Gezamenlijke lijst van viswateren en dus vrij te bevissen voor iedereen met een vispas
Toch hebben we de indruk gekregen dat er niet veel gevist word, slechts 1 shadje in de struiken en totaal geen visserij-gerelateerd zwerfvuil. Zo zien we dat graag.
Tijdens een vorig bezoek van Simon en mij in de stromende regen haakten we een 8-tal snoeken, ik ving een 88cm snoek (zie ook het recente artikel op onze site).
Op 16 januari 2016 zijn 5 leden van The Leader ondanks de dreigende weersvoorspellingen present op de parkeerplaats van het Restaurant De Reeuwijkse Hout, adres: Reeuwijkse Houtwal 4. Hier vandaan loop je over het strand in 5 minuten naar het eerste petgat, maar verder naar achteren word het alleen maar mooier!
Het is een koude dag, lange onderbroek en extra kleding moeten de kou buitensluiten, al gauw vallen de eerste hagelstenen en vormen een laagje op het altijd heldere veenwater.
Een zware donderklap doet het ergste vermoeden, maar even later schijnt de zon weer en in de luwte van de bomen is het zelfs aangenaam. De sloten die in verbinding staan met de petgaten leveren de meeste vis op, veel andere stukken ogen beloftevol maar geven deze keer hun buit niet prijs. Weer andere sloten zijn ondiep en ’s zomers vol krabbenscheer, goede kraamkamers voor jonge vis maar een grote snoek heeft er niets te zoeken
Enkele petgaten zijn te groot om met de vliegenlat efficiënt te bevissen maar verder is het ideaal vliegviswater waar we zeker nog een keer naar toe moeten met de club. Over een voornbestand kan ik geen uitspraak doen, dat word research voor het voorjaar.
Iedereen gaat van start met de streamer die Hennie ons voorgebonden heeft en de actie valt bij iedereen in de smaak. Eric vangt al snel de grootste vis van de dag, 74 cm.
Uiteindelijk vangt Eric er 3, Rini 1, Cees 1, Kees 1 en Jan bleef helaas visloos. Om 12.00 uur hebben we een lunch op de parkeerplaats waarna we tot 15.00 uur doorvissen. Eric en Rini verdwijnen naar de wateren om de hockeyvelden waar ze nog een aantal vissen vinden maar niet kunnen vangen.
Om 15.00 uur bewonderen we de grooooote schubkarpers in de koivijver van het restaurant en beëindigen de visdag met een biertje en een kop soep.
Wat een heerlijke visdag.
- Details
- Geschreven door: Kees van der Hulst
- Categorie: Polder
Op maandag 7 december, weer niets gekregen van Sinterklaas, zijn Simon (mijn neef) en ik naar de polder Ruigenhoek geweest om te snoeken. Rick was al op zijn post, hengel in de hand maar meer gespitst op aalscholvers.
20 Meter voorbij de forellenvijver is er een klein parkeerplaatsje links van de weg en achterin staat een groot infobord met een kaart van het gebied. Bekijk dat eens en realiseer je hoeveel water daar ligt.
Er liggen nog 2 restanten van het oude elzenbroekbos (Westbroek!!!) met daarin een aantal petgaten die deels te bevissen zijn en een heel lange verbindingssloot tussen beide stukken, een pittige wandeling alles bij elkaar.
Ik realiseerde me plotseling dat mijn verhalen over Meijepolder en Bodegraven en het daar gekapte moerasbos prachtig werden geïllustreerd door deze restanten moerasbos bij Westbroek en Maarseveen en de vele petgaten als gevolg van veenwinning. Zie de bijgevoegde foto’s. Zo zag het westen van Nederland er misschien wel uit in de Middeleeuwen en dan geen wisenten maar wel bevers!! Wisenten zijn te zwaar voor een moerasbos. Simon ging al tot zijn knieën de smurrie in.
Al het water in dit gebied van Staatsbosbeheer staat in de Gezamenlijke Lijst met uitzondering van de fortgracht van het fort op de Ruigenhoek (HSV Maarseveen) en het is een populair water. De dag voordat Simon en ik er waren ging een party van 6-7 man ons voor. Toch konden we nog een 7-tal snoeken voor ons kunstaas interesseren en er slechts een van vangen. Wel allemaal grote vissen; de aalscholverkolonie eet de kleintjes. Rick’s “vriendjes”!
Groot was onze verbazing toen we ook nog 3 grote roofbleien (70+ cm) zagen jagen. Navraag bij Rick gedaan en die meldde dat er inderdaad kleine roofbleitjes werden gevangen. En waar kleintjes zijn daar zijn ook grote vissen, weten we nu. Jammer dat ze zelden kunstaas pakken, ze zijn slim en snel gedresseerd.
Alles bij elkaar ligt er ten noorden van Utrecht, rondom ons nieuwe clubhuis, een aantrekkelijke hoeveelheid water. En de koffie is er goed.
- Details
- Geschreven door: Kees van der Hulst
- Categorie: Polder
Van Bodegraven naar de Reeuwijkse Hout
Mocht je naar de Oud Bodegraafse weg zijn gegaan en je treft daar andere vissers of erg “dik” water dan is er geen man overboord, want 5 minuten rijden brengt je bij de Reeuwijkse Hout, een recreatieterrein dat is aangelegd naast de Reeuwijkse plassen en de A 12. Alle wateren op dit terrein mag je bevissen.
Iedere visser die de A 12 rijdt richting Utrecht heeft bij Reeuwijk wel eens gedacht: die sloot zou ik wel eens willen vissen, ziet er zo goed uit dat je de herrie van de A 12 even voor lief neemt. Nou, dat kan want hij staat in de Gezamenlijke Lijst!
Zet de Tom Tom op de Reeuwijksehoutwal en parkeer op de 1e parkeerplaats links bij de witte hockey-gebouwen. Daar moet je al je best doen om niet in het water te vallen en kun je meerdere lange weteringen afvissen, ook die langs de A 12. Helder koffiebruin water, ook na hevige regenval.
Als je de wetering langs de A 12 helemaal uitvist tot aan de kano-oversteekplaats dan kom je bij een viezige sloot die onder de A 12 door gaat, Geen Visrecht! Maar loop even door , rechtsom, en je komt dan aan de achteringang van het recreatieterrein, en dat is meteen het mooiste deel. Met een aantal goed bereikbare petgaten en enkele lange scheisloten.
De scheisloten op het terrein zijn meestal te ondiep, maar achterin is het veel beter. Een snellere manier om daar te komen is door te rijden naar het restaurant “de Reeuwijkse Hout”, daar te parkeren en dan linksaf over het strand, 100 meter, en dan moet je er af( geen strand meer) en zit je vlak bij het eerste petgat met hondenstrand. Aan je rechterhand ligt een fietspad langs de Reeuwijkse plas, deze een klein stukje volgen geeft je een goed overzicht. Google Maps doet ook wonderen in deze. De Visplanner laat zien tot waar je visrecht hebt.
Simon en ik hebben hier een zeer natte maandag gevist, maar met veel plezier want hij ving al snel enkele snoeken (hij vangt er meestal meer dan ik!) waarna ik een van zijn kunstaasjes moest lenen om ook mijn eerste te haken, weer te lossen, en later een hele mooie vis te mogen landen, 88 cm lang.
Mooi water waar we beslist eens met de club naar toe moeten. Koffie bij de Reeuwijkse Hout!
- Details
- Geschreven door: Kees van der Hulst
- Categorie: Polder
Onze favoriete hoek van het land om een snoek en een ruisvoorn te vangen, de veenpolders van Nederland.
Je realiseert je niet dat al die sloten en vaarten pas ontstonden in het begin van de Middeleeuwen. De groeiende bevolking vroeg om ruimte en kreeg toestemming van edelen en bisschoppen om moerassen te ontginnen.
Het Groene Hart was toen nog een groot laagveengebied dat regelmatig verzoop door hevige regenval en springvloeden; begroeid met elzenbossen en vol wild, zoals de wisent? Edelherten en zwijnen, het jachtterrein van de adel en de stropers.
Enkele grote rivieren ontwaterden het gebied of zetten het juist blank, geholpen door de vele zijriviertjes: Grecht, Angstel, Amstel en Vecht, de Oude Aa en de Meije. De hoofdrivier
was toen de Rijn die bij Katwijk in zee stroomde totdat in het jaar 1122 de Rijn bij Wijk bij Duurstede Lek raakte; de huidige Kromme Rijn werd afgedamd en het water stroomde voortaan via de Lek naar de Waal.
Kromme Rijn ,Leidsche Rijn en Oude Rijn zijn de zielige restanten van de vaarweg der Vikingen op weg naar Dorestad ( Wijk bij Duurstede), en grens van het Romeinse Rijk.
Waarschijnlijk gaf de verminderde wateraanvoer het startschot voor de ontginning van de vele polders die we er nu aantreffen, zoals de Meijepolder uit een vorig artikel.
Op de stroomruggen naast de rivier kon je bouwen en de vele sloten ontwaterden de kaalgekapte moerassen. Als je daar vist zie je hier en daar nog wel eens van die oude
elzenstobben uit de sloten steken.
Google op Google Maps eens de Oud Bodegraafse Weg en verbaas je over het kronkelende verloop tussen de weilanden en door Bodegraven; zie hoe het verloop eindigt bij de Oude
Rijn en je realiseert je dat je kijkt naar een oud riviertje dat in de Middeleeuwen getemd werd. Nu ligt het ingeklemd tussen de A12 en de N11, een stukje groen hart.
Het visrecht is aan de Bodegraafse Hengelaarsvereniging maar zij verlenen de AUHV-leden visrecht en daar hebben Simon en ik enkele weken terug gebruik van gemaakt. Het weggetje is erg smal, de oever redelijk hoog maar we hebben genoten van de vele bruggetjes, brede en dan weer smalle waterpartijen, helder en diep water, speldaas.
Er zijn veel ondiepe scheisloten(visloos) tussen de boerderijen en de graspercelen die uitkomen op de oude Bodegraaf, zoals ik het oude riviertje ben gaan noemen. Na hevige regenval stroomt ze weer pittig en het water is dan troebel.
Laat de Tom Tom je brengen naar bv nr. 84 want alleen de straatnaam invoeren heeft tot gevolg dat je in Bodegraven blijft steken. De weg heeft 1-richtingsverkeer vanuit het westen.
Parkeergelegenheid is een beetje problematisch maar misschien op een boerenerf?
Tussen de ochtend- en de avondspits kunnen 2-3 man zich hier goed vermaken, Simon scoorde 7-8 aanbeten op zijn spinner, ik ving een baars en een snoek. Ik sprak enkele lokalen die me vertelden dat ze er vaak baars vangen. Een vliegenhengel kan goed als je het weinige verkeer( van 2 kanten ondanks het inrijverbod!!!!) in de gaten houd, en neem een schepnet mee.
Andere wateren in de omgeving zijn van Groot Rotterdam, ‘s Gravenhaagsche en Gouda.
Een goede uitwijktip is de Reeuwijkse Houtwal die in de Gezamelijke lijst is opgenomen en waar een volgend artikel over zal gaan.
- Details
- Geschreven door: Kees van der Hulst
- Categorie: Polder
Op deze dag gaat een groep van 10 man richting Zegveld en De Meije om een dagje uit te waaien langs de dwarswetering van de Meijepolder. En uitwaaien word het!
In de beschutting van de boerderij , De Hollandse Boerderij genaamd, tuigen we op maar na 400 meter de weilanden ingelopen te zijn weten we dat het serieus hard waait. Dat word werken!
De Meijepolder is een zeer oude polder die met toestemming van de bisschoppen van Utrecht in de 12e en 13e eeuw werd ontgonnen. Dat betekende dat vanaf de oeverwal van het riviertje de Meije begonnen werd met het kappen van de moerasbossen (broekland) en het aanleggen van sloten met daartussen de smalle legakkers voor het vee.
De afwatering verliep nog vanzelf, het broekland lag enigszins hoger dan het rivierwaterpeil, maar zoals veengrond doet, het klinkt in door vertering van het veen en al rap waren er molens nodig om het waterpeil te beheersen. In 1682 werd het eerste Waterschap voor de Meijepolder en Zijllaan in het leven geroepen.
De dwarswetering verzamelt het water uit de polder via de vele, nu ondiepe, scheisloten en via de Meijevliet word het afgevoerd naar de Oude Rijn ten westen van Nieuwerbrug.
Toegang tot de polder gaat makkelijk als je parkeert bij de camping de Hollandse Boerderij, Meije 63. Bladzijde 38 van de gezamenlijke lijst van Viswateren laat zien op welke percelen je mag vissen.
Een enkele boer zal je vertellen dat hij geen vissers duldt, maar dan loop je maar door. Via dammen en af en toe een smalle plank en de vele bruggen kun je erg veel legakkers bereiken, in beide richtingen. Het bordje Verboden Toegang op het hek bij de wetering is blijven hangen na het baggeren van 2014, negeren dus.
De HSV Bodegraven geeft leden van de AUHV toestemming om te vissen in een deel van de polder, de lage nummers Meije 3 tot en met Meije 27, maar dit deel is erg ondiep met zeer helder water en een afwijkende peilbeheersing. na een bezoek ben ik niet meer terug geweest.
Ondanks de harde wind is iedereen van de groep erg te spreken over dit viswater. Helder, koffiebruin water van een meter-plus diep, goed toegankelijk vanuit meerdere hoeken. Dit is op 14 november wel belangrijk i.v.m. de harde wind.
Otto besluit al snel een dubbelhandige hengel in te zetten en dit levert hem een 80 cm snoek op.
Theo vangt een 75-er en Eric is spekkoper met 3 snoeken, de grootste bijna 85 cm. Of dat nu aan die paarse streamer heeft gelegen?
Na de lunch in de luwte van de boerderij gaan 7 man op huis aan en 3 man trotseren de wind nogmaals, Elian strikt nog een snoek met zijn meegebrachte spinhengel waarmee het totaal op 6 gevangen snoeken komt.
Dat vind ik voor deze polder te weinig maar de luchtdrukschommelingen zullen daar wel debet aan zijn. Voor de karpervissers onder ons: ga naar de Meije! Grote ruisvoorns zie je weinig, brasems soms met tientallen tegelijk als ze de scheisloten inkruipen.
De Meijepolder biedt je rust en ruimte!