donderdag 01 december 2011 00:00
Het moest er maar eens van komen. Mijzelf aanmelden bij de vliegvisclub. Sinds twee jaar ben ik weer helemaal enthousiast over (vlieg)vissen. Met twee vrienden trek ik jaarlijks naar de Duitse en Belgische beken. Daar beleven we veel plezier. Maar in Nederland blijft het vliegvissen op een laag pitje staan. Een van de redenen daarvoor is dat mijn maten geen nymph vissers zijn. Dus de wintermaanden worden visloos doorgebracht, of er wordt gegrepen naar de vaste stok of kunstaashengel. Direct na de aanmelding heb ik maar een mailtje gestuurd naar Hans Klutz. Hij coördineerde de begeleiding van nieuwe vliegvissers door meer ervaren vissers, zo las ik in een oud clubblaadje dat ik in de hengelsportzaak vond. Voor een vismaatje kon ik het beste maar naar de clubavond komen. Maar in afwachting daarop wilde hij mij wel vast een keertje mee uit vissen nemen.
Ik werd opgehaald door een vriendelijke man. Of ik naar de Eemhof wilde, of naar Houten? Doe maar Houten! Ik wil leren vliegvissen in Nederland. Het surrogaatvissen op forellenplassen valt mij toch altijd een beetje tegen. Nou dat was geen enkel probleem, op naar Houten. Het werd een leuke ochtend waarbij we verschillende stekken aandeden. Helaas was het succes niet heel groot, maar wie het kleine niet eert...
En veel belangrijker dan de vangst was wat ik leerde van Hans. Niet alleen liet hij me geschikte stekken zien die voor mij met de fiets bereikbaar zijn, ook viste Hans op plekken waar ik zelf niet zo snel zou vissen, zoals stukken water met veel bomen eromheen. En water dat vol gegroeid is met wier. Gewoon een nymph in een van de gaten werpen tussen het wier, iets laten zinken, en dan rustig binnenstrippen. Het zijn misschien kleine dingen, maar het maakt wel verschil. Bijvoorbeeld het strippen. Dat deed ik te wild. Misschien goed voor een streamer, maar voor het nymphje mocht het wel wat rustiger en geleidelijker van Hans.
Geïnspireerd door mijn vissessie met Hans ben ik vastbesloten het dicht bij huis te proberen. Als je afhankelijk bent van de fiets dan is het gewoon niet mogelijk om naar de baksteenvoorns in de IJsselmeerhavens te fietsen, of mooie poldersnoeken aan de schubben te komen. Dus fiets ik na mijn werk naar een sloot in Utrecht Oost. Nog geen tien minuten fietsen en ik sta aan de waterkant mijn hengel op te tuigen. Ik heb deze sloot al vaker zien liggen. Maar vanwege de bomen heb ik nog nooit mijn vliegenlat meegenomen naar dit water. Hans heeft mij echter laten zien dat je je niet moet laten afschrikken door wat boompjes. Gewoon een beetje kijken en slim werpen, dan kan je op best veel plaatsen vliegvissen. En eerlijk gezegd, het gaat me redelijk af. Ik ben absoluut geen pro, maar ook geen echte beginneling met de vliegenlat.
Eerst een aantal worpen dicht bij de brug. Hmmm, niks. Andere kant op werpen. Niks. Wel zie ik mijn streamer golven door het heldere water. Wat een prachtig gezicht. Als de streamer droog is, lijkt de glitterstaart iel. Maar zo in het water geven de glitters de impressie van veel volume. Dat moet toch interessant genoeg zijn voor een redelijke snoek... Omdat het streamertje erg ligt is, kon ik het uiterst traag onder de oppervlakte laten dansen. Opeens zag ik vanonder een snoek erop duiken. Hangen! Na een flink gevecht met drie (!) mooie sprongen en een paar runs naar het diepe kon ik deze mooie snoek met de kieuwgreep op de kant trekken. Zoals je op de foto kan zien is het best een redelijke dame. Een meetlint had ik niet bij me maar de 80 cm haalt ze gemakkelijk. Dit was zowaar mijn eerste snoek aan de streamer, en dat smaakt naar meer!
Dirk Schmidt
* meer columns van mijn hand vind je op www.i-am-infinite.com/publicaties
Laatst aangepast op maandag 05 december 2011 08:21
donderdag 01 september 2011 00:00
Ik had al eens een aardig artikel gelezen in het VNV-blad over de Weisse Traun in zuid Duitsland, over de dikke forellen en de mooie vangsten die daar mogelijk waren. Nooit geschoten altijd mis was het credo en dat zorgde ervoor dat ik samen met John Lambo op vliegvisvakantie ben gegaan naar zuid Duitsland om aldaar te gaan vliegvissen in de Weisse Traun. Na kort overleg waren wij het er over eens dat wij een onderkomen zouden boeken in hotel de Forellenhof in Siegsdorf aan de Weisse Traun. Gelukkig was er nog voor beiden een einzelzimmer beschikbaar en de datum werd vastgelegd in de laatste week van mei. Als voorbereiding werd er door ons nog even bij een ervaringsdeskundige geïnformeerd naar de vliegen die daar wel eens killers zouden kunnen zijn en er werd ook nog gezellig met de ervaringsdeskundige onder elkaar een vliegje gebonden zodat wij beslagen ten ijs kwamen. Op zondag 22 mei omstreeks 07.30 uur reden we naar zuid Duitsland, Beieren en kwamen na een prima reis omstreek 17.00 uur ter plaatse aan. Na een lekker potje bier cq een glas fris werd de kamer ingericht en daarna bleek bij een blik in de rivier dat er een paar dikker forellen op ons lagen te wachten. Als ik zeg dikke, dan bedoel ik knapen van 60 a 80 cm, dus dat beloofde wat. De volgende morgen omstreeks 10.00 uur, na een prima ontbijt, togen wij samen met de Hr. Weiss de eigenaar van het hotel, naar de rivier. Weiss vertelde ons dat hij voor ons tweeën een stuk rivier ter beschikking had dat in het naastgelegen dorpje Ruhpolding lag, omdat er voor het hotel anders te veel vliegvissers stonden te vissen. Dit was eigenlijk een tegenvaller, omdat wij die knapen al in de rivier voor het hotel hadden zien liggen en ik had mijzelf beloofd dat een ervan, de ik stilletjes de naam "de Bismarck"gegeven had, al aan mijn hengel had zien hangen. Maar omdat wij ook voordelen zagen, maar twee vissers op een ander mooi stuk, zijn wij achter Weiss naar Ruhpolding gereden. Na een kleine 10 minuten rijden toonde Weiss ons het begin van de strecke en ik zag direct in een poel een paar "zusterschepen" van de Bismarck liggen. Aan het eind en er tussenin toonde Weiss ons ook een paar mooie poelen met dikke forellen. Al met al zo'n 5 km viswater alleen voor onszelf, en niet alleen dat maar gelegen in een prachtige natuur met de Alpen op de achtergrond. De rivier was over het algemeen zo'n 15 a 20 meter breed met kraakhelder water met hier en daar een waterval waarachter mooie poelen met mooie dikke forellen van 30 tot wel 80 cm. Ook mooie grindbedden met aan de zijkanten van de rivier waterstromen waarin mooie forellen lagen.
Het eerste poeltje van John.
Direct na de rondleiding trokken John en ik het waadpak aan en trokken er op uit.John had zichzelf een paar forellen beloofd die in de eerste poel lagen en besloot er een droge vlieg in te werpen. Na een paar worpen had John er al drie te pakken dus dat beloofde wat. Omdat ik niet van steen ben, trok ik een stuk verder stroomopwaarts en wist er ook na korte tijd een paar te haken. De eerste dag al wisten we ieder voor zich een aantal heel mooie forellen te haken en dat onder een strak blauwe hemel met zomerse temperaturen. Zo aan het eind van de middag hadden wij ons toegewezen deel van de Weisse Traun afgestruind en waren hier en daar dik aan onze trekken gekomen en waren niet één andere vliegvisser tegengekomen. Dus vol van de dag gingen wij met een goed gevoel op het avondeten af in het hotel. De volgende morgen na het ontbijt gingen we weer met de auto naar Ruhpolding. Omdat de lijn niet de gehele dag strak kan staan, zijn wij eerst het dorp ingegaan en hebben op een aardig terrasje eerst een lekker bakkie koffie met een punt gebak genomen. Vervolgens naar de rivier en weer in de waadpakken. Omdat wij de vorige dag de rivier aardig verkend hadden wisten wij waar de dikke jongens lagen, dus ieder voor zich op voor hen mooie plekken de rivier in en zwiepen maar. Ook die dag kwamen we weer aan onze trekken.
Een mooie dril in de stroom.
Een paar regenboog- en beekforellen, van zeer mooie afmeting konden de droge vlieg niet weerstaan. Ook wist ik een paar forellen aan de nimf te haken. Tot mijn verbazing haakte ik een klein forelletje van zo'n 20 cm aan een zware montana ( steenvliegnimf ) van 25 mm. Aan diezelfde nimf haakte ik ook een " zusterschip " die bijna niet van z'n plaats te krijgen was. Na een mooie dril verspeelde ik hem, balen dus.
Een jumbo van John.
Wederom met een goed gevoel naar het hotel voor het avondmaal en een drankje. In de avonduren deed zich een waar spektakel voor. Omstreeks 20.00 uur, deed zich een ware hatche voor. De lucht was gevuld met duizenden gele sedges die uitgekomen waren. Dat dit zijn uitwerking op de visstand had was wel duidelijk. Overal hoorde en zag je forel stijgen die zich te goed deed aan deze lekkernij. Na dit natuurverschijnsel trokken John en ik onmiddellijk ons plan en besloten hier ons voordeel mee te doen. Zo besloten wij dat wij de volgende avond niet naar het hotel zouden gaan om te eten, maar dat wij in Ruhpolding zouden blijven en na het eten weer te water zouden gaan voor het avondspektakel. De volgende morgen eerst even op het terras voor het hotel een paar gele cdc-vliegjes op haakje # 19 gebonden om voor de avonduren beslagen ten ijs te komen, en vervolgens weer op weg naar de koffie op terras in Ruhpolding. Na de koffie weer het waadpak aan en te water voor weer een mooie dag vliegvissen in de Traun. Het weer was nog steeds zomers met eigenlijk iets te hoge temperatuur, zo'n 30 graden. Maar we moesten niet klagen, want het kan ook anders. Wederom goed gevist en rond een uur of 4 in de middag besloten wij voor een pilsje en een warme maaltijd naar het dorp te gaan. Daar kwamen wij bij een Italiaan terecht die een pizza voor ons bereidde van wereldklasse, zeldzaam lekker gegeten. Na daar genoten te hebben, op weg naar het avondspektakel.
Een spektakel werd het. Zo rond 20.00 uur, werd weer de lucht weer gevuld met duizenden gele sedges die ook z'n uitwerking had op de vis. Dat ons de die morgen gebonden cdc-vliegjes ons goed van pas kwamen, bleek ook wel, het was een gekkenhuis, ze bleven stijgen en bijten. Ook andere kleuren cdc-vliegjes , groot of klein, werden gretig genomen. Dat er ook hele grote forellen lagen van rond de 80 cm schreef ik al, John kreeg er een aan de haak. Het werd een dril waar alles inzat. Toen John dacht dat hij hem had en hij onthaakt kon worden schudde hij nog even met z'n kop en ging er alsnog vandoor, jammer maar werkelijk een topdag.
Ook de klinkhamer deed het.
Op de donderdag na wederom een prima visdag te hebben gehad met mooie vangsten, begon het in de namiddag flink te betrekken en we hoorden in de verte onweer naderen. Wij hadden al afgesproken dat wij bij naderend onweer ons zouden verzamelen bij de auto dus dat gebeurde ook. Het was toch tijd voor de warme hap in het dorp, dus uit de waadpakken en naar het dorp. Toen wij de auto in het dorp geparkeerd hadden en te voet op weg waren naar een restaurant, waren wij op de seconde nauwkeurig binnen voor een stortbui van ongekende grootte. De deur was nog niet achter ons gesloten of de dakgoten stroomden over vanwege de watermassa die naar beneden kwam. Dat de weergoden ons gunstig gestemd waren bleek, want het eten was nog niet op en de zon scheen weer. Na wederom een voortreffelijke maaltijd en een lekker ijsje bij de plaatselijke ijssalon, gingen wij weer op weg naar de rivier. Daar bleek de hevige stortbui zijn uitwerking niet gemist te hebben. In twee uur tijd was de rivier met een halve meter gestegen en de kleur was dan wel niet bedorven, maar de helderheid was wel verdwenen. Als dat dan maar geen vervelende uitwerking op de volgende dag zou hebben dachten wij. De volgende dag scheen de zon bij het opstaan weer stralend. Onze eerste gang na het aankleden was naar de rivier om te kijken hoe het met de waterstand en de helderheid gesteld was. Bij de eerste aanblik op de rivier bleek, dat hij weer kraakhelder was met wel iets meer water. Dus vol goede moed naar het ontbijt. Na het ontbijt wederom naar Ruhpolding voor de koffie met het gebak, want het was nog steeds vakantie en de leader hoeft niet steeds gespannen te staan. Na de koffie omstreeks 11.00 uur naar de rivier en de waadpakken aan. Tijdens de koffier zagen wij in de verte boven de bergen al dat de lucht een beetje onstabiel was met het vermoeden dat het weer wel eens kon veranderen. Toen wij te water gingen spraken we weer af dat wij bij onweer elkaar weer bij de auto zouden treffen. Na een paar uur vissen en weer een paar mooie forellen, bleek aan het eind van de middag het gerommel weer op te steken zodat het raadzaam was om langzamerhand uit het water te gaan. Op weg naar de auto kwam er weer onder een paar enorme onweersklappen een flinke bak water uit de hemel, dus wij weer naar het dorp voor de avondmaaltijd. Nu bleef het onveranderd hard doorregenen en na de maaltijd gingen wij weer even bij de rivier kijken. Wat wij nu zagen deed ons de moed in de schoenen zakken. De mooie heldere rivier was veranderd in een kolkende rivier die met meer dan een meter gestegen was en het water had de kleur van chocolademelk. De poelen waar wij eerst goed gevangen hadden, waren niet meer zichtbaar en zelfs boomstammen dreven door de rivier. Na dit schouwspel was er niet veel hoop meer dat de rivier de volgende morgen weer helder en waadbaar zou zijn. Gelukkig hadden wij er in alle opzichten al een heel mooie week opzitten dus het kon eigenlijk niet meer stuk. Wij besloten dan ook om de dag daarop, op zaterdag, weer naar huis te gaan en zo gebeurde het ook. Wel bij het vertrek nog bij de rivier gekeken en ons vermoeden bleek juist, er was vanwege de harde stroom beslist niet te waden en de kleur was ook onveranderd donker.
Een kolkende rivier.
Op zaterdag vertokken wij te 08.00 uur en waren omstreeks 17.00 uur na een prima terugreis weer veilig thuis, met een mooie herinnering aan de Weisse Traun, een rivier zeker voor herhaling vatbaar.
Ad Werdekker.
Laatst aangepast op vrijdag 02 december 2011 21:41
donderdag 01 september 2011 00:00
Voor het eerst sinds lange tijd weer een verre reis, spanning! En spannend uiteraard want ik heb een filmverslag van Jos Vanrunxt gezien over zijn Kola-reizen in 2009, waarvan Gerrit van Middelkoop en Hans Klutz deelnemer waren. Daarna filmpjes zien op Youtube, vliegen binden, werplessen bijwonen om 2-handig te leren werpen, een nieuwe reel en 2 nieuwe lijnen kopen, etc, etc. En dan op 3 Juni vertrekken we, met 5 man uit Amsterdam en 2 vanuit Parijs om 's avonds om 11 uur in Murmansk een heel nieuwe wereld binnen te stappen, gelukkig wat koeler dan in Amsterdam en een nacht die niet donker wordt. Het vliegveld is klein, een oude dame controleert of je wel je eigen bagage van de band raapt. Jeroen Wöhe begroet ons en introduceert Dimitri, onze chauffeur voor de komende 6 uur. Een reis naar het eindpunt van de wereld, het dorp Varzuga. Na 5 uur stopt het asfalt, het aangewalste puin dat volgt is gelukkig droog maar hobbelig, en zo, langs de boorden van de Witte Zee, komt Varzuga nader. Hier word het aangewalste puin een zandweg met gaten die alleen met een 6-wheel drive legervoertuig, een gangbaar vervoermiddel in deze streek, te nemen zijn. We ontmoeten hier Jos en Hans en Carl en Harm, die al een week eerder vertrokken en een andere rivier bevist hebben. Het minibusje brengt ons en onze bagage naar het heliplatform om vandaar de sprong in de wildernis te maken: 100 kilometer landinwaarts ligt het bovenste Varzuga Camp pal aan de rivier, midden in de naaldbossen en moerassen, een verzameling houten cabins die functioneren als eetkamer, keuken, was- en douchehok/ toilet, 7 cabins voor de gasten, een grote cabin voor de gidsen en een SAUNA!!! Aan de oever liggen de boten al te wachten op de vissers die eerst willen vissen, en dan pas gaan slapen, ikzelf kruip eerst in bed, dekbedje van de zaak! en 2 handdoeken. Na de lunch 3 man in een boot en stroomafwaarts om hier voor het eerst een lijn op het water te leggen. De rivier staat middelhoog, 20 a 25 meter breed en voorlopig vis ik vanaf de oever, gelukkig is de begroeing van berkenbomen pal langs de rivier niet zo hoog, zodat ik me ook nog een overhead cast kan permitteren. De vissen zijn buitengewoon gretig die eerste dag en knallen op de vliegen, ally shrimps en cascades in de kleuren geel, oranje, rood en zwart. Maatje 8 doubles. Ik vang er twee die middag, vissen van een pond of 6 a 7.
De dagen daarna zijn de aanbeten veel voorzichtiger, soms een zacht plukken aan je vlieg. Allemaal hebben we bugshirts en netjes om ons te beschermen tegen insecten, maar de eerste dagen zijn er veel vliegjes die alleen maar hinderlijk zijn, maar niet steken of bijten. Muggen zijn alleen 's nachts actief. Later in de week krijgen we allemaal te maken met een vliegje dat wel bijt, hoewel je ze niet voelt. Je veegt een keer langs je oor en je hebt plotseling bloed aan je vingers, bloedproppen in je haren, je hals, en 's avonds kruipen ze in je broekspijpen. Als je je bugshirt opent om te roken of te drinken maken een aantal van die smiechten gebruik van de gelegenheid om naar binnen te kruipen. Een enkeling reageert allergisch op de beten, zijn gezicht zwelt op, een oog zit dicht, maar denk maar niet de het vissen er onder lijdt, het is te mooi om hier te zijn er er niet van te genieten.
De zalmvisserij hier is heel anders dan dat ik gewend ben in Schotland op de riviertjes met bijna stilstaand water, waarbij je wel moet strippen om je vlieg attractief te laten zijn, hier op de rivier is het van belang dat je ver gooit, 60 graden naar de overkant met een mooi strekkende leader, een keer menden, en verder je lijn zo los vasthouden dat een plukkende zalm, een voorzichtige aanbeet, zonder weerstand de lijn door je vingers laat glijden. Dan pas zet je de haak! Later in de week zakt het waterpeil snel, het waden gaat makelijker, de boten komen in de problemen, een motor word stukgevaren op een steen, maar we blijven vis vangen, 273 zalmen totaal, maar ook veel vlagzalmen, snoeken en baarzen. Ik mocht mijn verjaardag vieren in dit mooie land, de wodka smaakte me uitstekend, maar denk niet dat je tegen een Rus kan opdrinken!! Zeer goed eten, niet te vergeten.
Kortom, ik heb alweer bijgetekend voor volgend jaar.
Kees van der Hulst.
Laatst aangepast op maandag 05 december 2011 08:27
woensdag 01 juni 2011 20:21
Ton Temming
Wat bezielt je eigenlijk als je midden in de winter in de vrieskou in je auto stapt en richting de Lek rijdt om daar met een paar zielsverwanten het dubbelhandig werpen onder de knie te gaan krijgen? Dat vraag ik mij ook weleens af als ik nog lekker onder het warme dekbed lig en de wekker afloopt op de vroege zondagochtend. Maar eenmaal fris gedoucht en een vluchtig ontbijt te hebben genomen komt er toch alweer een lichte spanning in mij op. Je doet dat dubbelhandig werpen tenslotte niet iedere dag en er valt nog een hoop te leren en dat zoiets dan onder de vakkundige leiding van Jeroen Wöhe gebeurt, dat maakt het wel heel bijzonder. Jeroen is tenslotte niet de eerste de beste, hij is professioneel visgids in Canada BC en staat daar dagelijks met een dubbelhandige hengel te vissen en te gidsen op pacifische zalm en steelhead. Dus niet de eerste de beste en hij is dan ook nog eens bereid om zijn familiebezoek in ons landje te onderbreken om ons wegwijs te maken. Rijdend over de Lekdijk zie ik dat het water behoorlijk hoog staat en dat het moeilijk zal worden om het water in te gaan. Bij de parkeerplaats staan al een paar zielsverwanten en niet veel later volgen er nog een aantal waaronder Gerrit van Middelkoop, die namens The Leader deze ochtend heeft georganiseerd. Het zijn voor mij allemaal bekende koppen, die ik ook een jaar eerder bij een werpdemo van Jeroen heb gezien. Er zitten beginners bij en een aantal die al in Rusland en Canada geweest zijn.
Laatst aangepast op vrijdag 11 november 2011 00:04
Lees meer...
|
|