- Details
- Geschreven door: Peter Post
- Categorie: Polder
"De wereld is een schepping van de duivel, van Mefistofeles
Het bewijs voor deze stelling is de polder van Eemnes"
Het zijn de eerste twee regels van een droevig lied van Hans Dorrestein. Het lied is van nog veel grotere treurnis dan die eerste regels doen vermoeden en waarschijnlijk zie je daarom nooit vliegvissers in Eemnes.
Ikzelf kom er graag. Vanuit mijn woonplaats Hilversum is het een kwartiertje rijden en ik voel me er altijd vrolijk. De polder ligt tussen het Gooi en de Eem - de enige rivier die in Nederland ontspringt én uitmondt. De polder is overzichtelijk klein met veel viswater. De Vaart (met aan de kop het stoomgemaal) vormt de oude verbinding tussen de Eem en de stad Eemnes. Op de Vaart komen verschillende prachtige weteringen uit. Voor de meeste moet je over land van de boer, alleen is vanwege de ruilverkaveling niet meer te begrijpen welk land bij welke boer hoort en wie je dus om toestemming daarvoor moet vragen. Jammer. Gelukkig liggen voor mij de grootste bekoringen van de polder aan de zomerdijk. Toen het IJsselmeer nog een zee was die lekker kon spoken, had de polder van Eemnes vaak natte voeten. Eemnes ligt achter de Wakkerendijk. Deze hield het water tegen als de Zuiderzee het echt op z'n heupen kreeg. Een stuk polder inwaarts ligt de zomerdijk, met het formaat van een flinke verkeersdrempel. Wassend water had daar weinig moeite mee en het gebeurde regelmatig dat de zomerdijk doorbrak. Achter een breuk kon zich een waai vormen; een diep gat waar het water in bleef staan. Later herstelde men de dijk keurig om zo'n waai heen en na verloop van een aantal doorbraken slingerde de dijk zich vrolijk door het landschap.
De waaigaten zijn er nog altijd; een stuk of veertien. Grote, kleine, de een dichtgegroeid, de ander juist niet. De waaien liggen als het ware aaneengeregen van zuidoost naar noordwest, onderling verbonden door brede sloten. De waaien zijn goed toegankelijk en het water heeft een redelijk doorzicht. Ik test er nieuwe vliegjes uit. Of ik oefen het werpen - dat kan daar zonder gêne want er is verder toch nooit iemand. Je hebt wel gezelschap van onder meer grutto, lepelaar, zilverreiger, ijsvogel en bruine kiekendief. En de waaien bieden prima vismogelijkheden. Goed, de karper komt er in reusachtige formaten voor en in sommige waaien schijnt het te wemelen van de zeelt - ik ken karper noch zeelt goed genoeg om te kunnen vangen. Maar baars zit er ook, en voorn: véél voorn. En waar voorn zit, zit snoek. In dit water gaan de snoeken tot over de meter (1.03 mtr zelf gemeten).
Als je bij het marinehuisje de polder in gaat (Volkersweg, richting het veerpontje naar Spakenburg) kun je je auto parkeren op de zomerdijk en dan links het land intrekken. Dit stuk polder is tegenwoordig in bezit van Natuurmonumenten en vrij toegankelijk. Je kunt meteen als je het hek door bent al beginnen met vissen, maar je kunt ook nog even doorlopen naar de dode boom. Daar ligt de eerste grote waai met behoorlijke snoek. Vanaf dat punt vis je in noordelijke richting verder, gewoon het water volgend. Zorg voor een drijvende lijn want het is nergens dieper dan een flinke meter. Met je AUHV vispas en bijbehorende lijst van viswateren mag je er overal vissen (behalve in de Vaart) en vanaf 14 september tot 1 maart ook op snoek. Je kunt als je wilt een hele lange dag bezig zijn en doorvissen tot aan de Meentweg richting Huizen. Dan heb je wel de zolen uit je schoenen gesloft. En heel veel snoek gevangen natuurlijk.
Dan terug naar de auto. De weidsheid van de polder overzien en met een brede lach op je gezicht zomaar een liedje van Hans Dorrestein neuriën.
Peter Post
- Details
- Geschreven door: Andre Mieggies
- Categorie: Wintervisserij
Tegen de tijd dat jullie dit lezen zal de winter zijn intrede hebben gedaan. In deze tijd verandert er veel, de bomen hebben hun bladeren laten vallen, de temperatuur zakt soms tot onder het vriespunt en nog veel meer.... De meeste vissers ruimen in deze tijd hun spulletjes op en besteden hun "vrij tijd" aan moeders voor het opknappen van de woonkamer of zo, sommige beginnen met het bouwen van een hengeltje en weer andere vullen hun vliegendozen voor de komende zomer. Jammer, in deze tijd valt er zo veel te beleven aan de waterkant. Zo komen er vele bijzondere vogels naar Nederland, ook wel wintergasten genoemd en weer andere vertrekken naar warme oorden. Nog een dergelijke wintergast, de blankvoorn, deze vis zoekt als het kouder wordt de diepere stukken van de polder op en vaak ook plekken die wat meer in de luwte leggen. Deze luwte plekken zijn vaak te vinden bij boerderijen, bruggetjes en nog veel meer plaatsen. Soms zijn er hele sloten die in de zomer vol zitten met voorn en ineens bij het kouder worden leeg zijn. Deze vissen kruipen lekker bij elkaar in de wat dieper stukken, maar zijn nog steeds heel goed te vangen met een diep geviste nimf. Ook de voorns van het grote water trekken in de winter naar plaatsen waar het warmer is en waar meer voedsel aanbod is. Dit kunnen afwatering sloten zijn die uitmonden in het grote water maar zeker niet te vergeten de havens! Het patroon voor deze keer is dan ook de winternimf waar hieronder het bindpatroon staat. We beginnen met het verzwaren van de haak met een aantal wikkelingen looddraad, en hierbij geldt natuurlijk hoe meer hoe zwaarder! Dan zetten we het binddraad op en hiermee wikkelen we een paar keer heen en weer over de looddraad om het goed vast te zetten.
Als je dit gedaan hebt een paar druppeltjes lak erover en dan zit het goed vast. Aan de achterzijde zetten we nu een stripje beetle wing op of een andere glimmend folie van 4 mm breed en stukje koperdraad wat straks dienst doet als ribbing. Voorzie de binddraad nu van dubbing en maak een mooi lijfje die aan weerskanten taps is (zie de tekening) daarna sla je de folie over de dubbing en zet deze goed vast (nog niet afknippen). Dan met het koperdraad een mooie gelijkmatige ribbing maken en zet het koperdraad voorin vast. Nu kan je beide afknippen, met de dubbingnaald een beetje dubbing uitpluizen en het kopje en het ruggetje lakken.
Nu is de vlieg klaar voor gebruik.
Het vissen met deze vlieg, in de winter gebruik ik vaak twee vliegen waarbij de tweede vlieg (dropper) dmv de bloedknoop met één uiteinde langer op de leader wordt gezet. Dit doe ik ongeveer 30 cm boven de punt vlieg (bij de visserij in diep water 2-3 mtr) dan nog een beetverklikkertje erop en deze moet zo hoog staan dat de onderste nimf wel de bodem haalt! Werp nu het geheel het water in en laat het goed afzinken en vis het met hele kleine rukjes terug. Bij het vissen met twee nimfen moet de onderste vlieg altijd het zwaarste zijn, doet u dat niet...... het is heel lastig om met koude vingers de boel uit de knoop halen. Voor het vissen in polderwater is het vissen met één nimf meestal voldoende, twéé nimfen is voor sneller afzinken en het zoeken naar de juiste waterlaag waar de vis zich begeeft. Voor het vissen in de winter geld één vuistregel, zoeken, zoeken en zoeken, maar heb je ze gevonden, kan het voor hartverwarmde momenten zorgen en..... onthouw deze plek, vaak zijn in de winter honkvast!
Heel veel plezier tijdens het wintervissen en vooral veel succes!
P.S. de winternimf kan in alle kleuren gebonden worden.
André Miegies
- Details
- Geschreven door: Hans Amelink
- Categorie: Tropen
Ergens aan het eind van de zomer vorig jaar hadden wij goede vrienden te eten. Het gesprek ging over de voorgaande wederzijdse vakanties en voornemens voor nog te maken reizen toen mijn naamgenoot Hans, de mannelijke (overigens niet vissende) helft van het stel opmerkte dat hij graag nog eens Cuba wilde bezoeken.. Het eiland met toch een heel opmerkelijke historie en de romantiek van de revolutie en het daarna voortleven van veel zaken uit de vijftiger jaren intrigeerde hem al enige tijd. Daarnaast maakte hij zich waarschijnlijk terecht zorgen dat met het overlijden van Castro ter zijner tijd het land toch snel zou veranderen en dan waarschijnlijk veel van zijn nu uitgesproken en aparte karakter zou verliezen. Daarbij zou het dan veel meer zal gaan lijken op de andere, overigens ook vaak fraaie eilanden in het Caribische gebied. Kortom hij wilde er graag op niet al te lange termijn nog eens naar toe. Het probleem daarbij was dat zijn vrouw, met wie hij overigens veel en graag reist, daar helemaal niets voor voelde. Mijn vrouw merkte toen geheel onverwacht op, waarschijnlijk in alle onschuld of een vlaag van verstandverbijstering, of dat dan misschien niet iets voor mij zou zijn. Ze realiseerde zich daarbij op dat moment volstrekt niet dat, als je zoals ik weinig tijd hebt maar het liefst veel en graag (vlieg)vist en door het gebrek aan tijd daarvoor er dan vooral over droomt en leest, dat bij het horen van Cuba natuurlijk menig vissershart sneller gaat kloppen. Groot was toen ook haar verbazing dat ik eigenlijk onmiddellijk nog diezelfde avond met Hans tot duidelijke afspraken kwam over een reis die wij naar Cuba gingen maken. Het oorspronkelijke plan wijzigde nog twee keer omdat de eerste door ons uitgezochte week in het najaar en dus het stormseizoen viel en omdat een andere wederzijdse vriend die toevallig ook onze tandarts is ook graag meewilde omdat ook hij graag Cuba graag nog eens wilde zien voor de volgende" revolutie" en ook zijn vrouw daar niets in zag.
We zouden 10 dagen gaan en Hans had voorvarend als altijd direct de reis samen met het reisbureau al grotendeels uitgestippeld waarbij ik had bedongen dat ik dan in ieder geval twee dagen ergens wilde vissen op bonefish. Onder het motto voor elk wat wils zouden we in de derde week van Januari beginnen in Havanna, dan verkassen naar een locatie waar ik kon vissen en afsluiten in een luxe resort om in ieder geval goed uitgerust, zongebruind en weldoorvoed weer aan te komen in Nederland. Ik hoefde slechts het vissen regelen. Na mijn licht eens te hebben opgestoken bij Henk Peeters leek het mij toch het handigst om te gaan vissen op bonefish in Las Salinas gezien het feit ook dat de verhalen die mij daarover bereikten goed waren en het op een goed te bereizen afstand lag van Havanna alwaar de trip zou aanvangen en Varadero waar de trip zou eindigen. Besloten werd van de diensten van Theo Huizing van Tropical Flyfishing gebruik te maken hiervoor. Theo bleek vriendelijk, zeer flexibel en lichtelijk chaotisch (zoals ik zelf eigenlijk ook een beetje) en na een enkel verwarrend mailtje en een aantal andere minder verwarrende mailtjes en enkele telefoongesprekken gingen we uiteindelijk met een gerust hart op pad en vlogen op een mooie winterse vrijdag naar Havanna met Martinair. Na een voorspoedige reis met het boek Bonefishing van Randall Kaufmann voor het grootste deel van de reis onder handbereik en na eerst over de Bahamas te zijn gevlogen waardoor ik weer onrustig in dat boek ging bladeren, aankomst in Havanna eind van de middag plaatselijke tijd. Het in Havanna geboekte hotel El Presidente , een hoog gebouw van rode baksteen, in de wijk Vedado voldeed aan de verwachtingen qua ambiance en sfeer en was voor Cubaanse begrippen zekere luxe. Zelfs chic te noemen. Volgens het reisbureau een van de beste hotels in Havanna, jammer genoeg lag het toch wel een beetje uit het centrum zodat vervoer naar de oude binnenstad (la Habanna Vieja) door ons verder overwegend per taxi werd geregeld. Overigens wel een mooie wandeling van hotel naar het oude centrum van ongeveer 40 minuten langs de Malecon, de schilderachtige boulevard langs de zee, die we dan ook een aantal keren hebben ondernomen.
De eerste avond hebben we ons direct onder het motto "dan hebben we dat alvast maar gedaan" gemeld in het, althans voor Hemmingway adepten "heiligste" café-restaurant in Havanna: El Bodegito del Medio, waar de grote schrijver, visser, jager, womanizer destijds zijn mochito's nuttigde aan de bar. Ik denk niet dat Hemmingway er nu nog zou gaan zitten aan de bar, maar de eerste kennismaking met het nationale Cubaanse drankje de mochito (zie recept) was een zeer aangename, hetgeen overigens niet van het eten gezegd kon worden dat in combinatie met de nodige mochito's overigens onze honger goed stilde. Al snel werd overigens duidelijk dat voor culinaire hoogstandjes beter een andere vakantiebestemming dan Cuba kon worden gekozen. Het eten was i.h.a niet fantastisch, de atmosfeer, de muziek en de drank en sigaren maakte een en ander overigens meer dan goed. De dagen daarna hebben we Havanna verder verkend meestal met als uitvalbasis El Patio een leuk restaurant aan het plein van de kathedraal, waar de koffie goed en het eten heel redelijk was, behalve de kreeft die hier maar overigens tot onze verassing vaker in Cuba vaak groot was maar zeer taai en smakeloos. Havanna is een bijzondere beleving; de mooiste beschrijving van Havanna is eigenlijk die van een afbrokkelende filmset. Prachtige koloniale gebouwen, burchten, pleinen deels inmiddels wat gerestaureerd met geld van de Unesco, maar heel veel in verval. Schrijnende armoede in een decor van grotendeels vergane glorie. Havanna is eigenlijk een soort van openluchtmuseum van de geschiedenis van zuid en noord Amerika, van het koloniale verleden in de 17e eeuw tot de maffia maatschappij onder Batista en daaropvolgende Revolucion met als grootste helden natuurlijk Che Guevarra en de nog immer niet overleden Fidel Castro. Indrukwekkend en overweldigend en leuk ook, maar na enkele dagen veel gezien te hebben, natuurlijk ook vanuit zo'n oude Amerikaanse auto uit jaren 50 , inclusief de wijk waar Castro zelf woont en alle andere partijbonzen, badend in weelde maar omgeven door politie en militairen, waren we blij weer te verkassen. Ondanks alle romantiek is Cuba een ouderwetse communistische politiestaat, met letterlijk bijna op iedere hoek van de straat, althans in Havanna, een of meerdere agenten, overal afbeeldingen van Che en Fidel en leuzen tegen de VS en over de zegeningen van de Revolutie. Ieder huizenblok in Havanna heeft dan ook een comité ter verdediging van de Revolutie, waarbij dit alles met vrij harde hand door de partij van bovenaf wordt georchestreerd. Contacten met de locale bevolking komen daardoor niet makkelijk tot stand zeker als je weinig tot geen Spaans spreekt. Tevoren waren wij uitgebreid gewaarschuwd voor de zogn. jineteros, opdringerige mannen die diensten aanbieden met de bedoeling daarvan financieel beter te worden. Behalve een onaangename ervaring met een taxichauffeur die ons vertelde het door ons gezochte restaurant gesloten en ons vervolgens (ongetwijfeld tegen een vergoeding) bij een heel slecht restaurant afzette en een paar opdringerige sigarenverkopers, viel dat reuze mee. De jineteras, opdringerige vrouwen die eveneens ( vooral seksuele) diensten aanbieden natuurlijk ook in ruil voor geld en of luxe artikelen, hebben wij eigenlijk helemaal niet gezien. Dit terwijl van tevoren de toespelingen met betrekking tot het vrouwelijk schoon in Cuba waarvoor wij ongetwijfeld mede deze bestemming zouden hebben uitgekozen en die behalve mooi ook allemaal gewillig zouden zijn niet van de lucht waren. In eerste instantie gingen wij, na al die verhalen, na enkele dagen bijna twijfelen aan ons zelf: waren wij zo oud al, en zo lelijk, zagen wij er zo arm uit? Of straalden wij inderdaad zoveel deugdzaamheid en onkreukbaarheid uit dat men zich bij voorbaat kansloos achtte? De realiteit is denk ik dat vrij recent de hoeveelheid politie op straat verder is uitgebreid en dat met name ook dit soort contacten tussen de locale bevolking en toeristen veel strenger worden gecontroleerd en ontmoedigd, niet in de laatste plaats denk ik door strenge straffen voor dergelijke "contra-revolutionaire" praktijken.
Overigens echt heel mooi waren de meeste vrouwen zeker niet. Dat kan van het land verder zeker niet gezegd worden! Op dinsdag vertrokken wij naar met onze gehuurde Audi A4 naar Zapata schiereiland naar Playa Larga aan de roemruchte Varkensbaai. Het vinden van de A1 (de enige snelweg van het eiland) lukte wonderwel na goede instructies van het autoverhuurbedrijf en ook de afslag naar het Zapata schiereiland ter hoogte van Jaquey Grande werd redelijk makkelijk gevonden. Dit laatste met name door de routebeschrijving die ik van Theo Huizing tevoren ontving. Tevoren leidde dit bij mij tot verwarring en kwam wat raar en amateuristisch over, maar zonder dit soort aparte routebeschrijvingen kom je in Cuba nergens. Wegbewijzering bestaat vrijwel niet, ook, niet op de A1. Je weg vind je door te rijden op de kilometerteller en dan te zoeken naar herkenningspunten uit routebeschrijvingen of door de weg te gaan vragen. Als er al wegbewijzering staat is die door de zon zo verschoten dat het onleesbaar is. Naar verluid schijnt het grootste deel van de borden ook steeds weg te waaien als in oktober en november de tropische stormen zich aandienen, en de centraal geleide planeconomie is waarschijnlijk niet flexibel genoeg (of te arm) om deze borden dan ook weer snel te vervangen. Het landschap is echter mooi en je moet je ook vooral aanpassen aan het klimaat en het tempo van de bevolking. Rustig aan, genieten van het moois onderweg en je vakantie en af en toe rij je gewoon weer een stukje terug en vraag je de weg opnieuw. Playa Larga werd zodoende relatief vlot gevonden evenals het gelijknamige hotel of eigenlijk motel: een uit de jaren 70 stammende verzameling van kleine sobere huisjes, met slaap, bad en woonkamer en een hoofdgebouw met bar en restaurant. Veel mensen waren er niet, de eerste dag een nog een bus Duitse schoolkinderen op culturele uitwisselingsreis. Maar daarna werd het stil, op een klein aantal mensen na die daar kwamen duiken in de Varkensbaai en een aangenaam relativerend Engels echtpaar met wie het aan de bar goed toeven was. Ondertussen was ik redelijk zenuwachtig geworden omdat er nu dan toch eindelijk gevist kon gaan worden. Alles rondom het vissen was perfect geregeld moet ik zeggen: in hotel El Presidente werden voor vertrek de papieren voor Playa Larga afgegeven en ter plaatse werden wij ontvangen door een soort hostess die mij verder inlichtte over tijdstip van ontbijt, vervoer per taxi, gids etc. Voor de niet vissende vrienden (hoe dom kan je zijn) was een excursie in het moerasgebied met kijken naar bijzondere vegetatie en vogels geregeld. Na een warme korte onrustige nacht ontbijt om 06.00 in de eetzaal alwaar ik het ontbijt samen met een tweetal Canadezen nuttigde die ergens anders verbleven maar ook daar hun gidsen zouden ontmoeten. Na nog een aantal tips van deze zeer ervaren vliegvissers in de oren te hebben geknoopt vertrok ik met mijn gids (Id)alfonso en de taxichauffeur naar Las Salinas. Las Salinas is een hele grote lagune: in feite een heel groot zoutwater ecosysteem met grotere stukken water onderling verbonden door vaak heel kleine kanaaltjes. Het is er heel ondiep vaak niet meer dan enkel tot kniediep. Het ligt op het puntje van het meest verlaten (moeras)gebied van Cuba het Zapata schiereiland, een nationaal park met veel bijzondere soorten vogels ook en zelfs krokodillen. Het gebied is jarenlang voor toeristen gesloten geweest. Vanaf Playa Larga is het ongeveer 45 minuten rijden tot de plaats waar de bootjes met vissers en gidsen vertrekken. Ik tuig mijn # 8 hengel op en stap met Alfonso klein groen plastic platbodem bootje dat door de hem vaardig, ondanks zijn leeftijd , hij zal rond de 60 zijn, met een vaarboom wordt voortbewogen. We (ik) gaan eindelijk vissen op bonefish!! Na een stukje varen krijg ik van Alfonso de eerste aanwijzingen: ik moet me vooral muisstil houden en hij wijst mij de eerste vissen, die ik totaal niet zie. Het weer is aanvankelijk die dag niet best. Het is licht bewolkt met vrij veel wind waardoor het wateroppervlakte zeker niet glad is en de vissen zeker voor mijn ongeoefend oog niet of nauwelijks of pas veel te laat te zien zijn. We stoppen de boot en Alfonso gaat door mijn vliegendozen. Ik heb me in de maanden voorafgaand aan deze dagen helemaal kleurenblind gebonden aan met name allerlei varianten Crazy Charly's en McVay Gotcha's en voor de zekerheid ook nog Deceivers en Clouser minnow's . Voorts bij Henk Peeters nog krabimitaties voor permit ingeslagen onder het motto je weet maar nooit. Daarnaast heb ik een doos met vliegen meegekregen van Han van Vierssen die overal ter wereld al heeft gevist en een ongevenaard goede en creatieve binder is. Alfonso kiest dan ook onmiddellijk een crème kleurige Crazy Charly variant met zwarte oogjes van Han die vervolgens vol goede moed wordt aangebonden. En dan....volgen er aanvankelijk enige moeilijk uren. Alfonso en ik en de omstandigheden en de vissen en ik moeten even aan elkaar wennen. Mijn kennis van het Spaans is bestaat naast de woorden cerveza en vino op dat moment en uit het woord mochito. Alfonso kent de volgende engelse woorden: bonefish, permit, jackfish, barracuda, snook, strip en het woord cast dat hij uitspreekt als "chaje :" zodat het even duurt totdat ik begrijp dat ik dan moet werpen. Hij wijst daarbij met de vaarboom in de juiste richting. Het aangeven van de afstanden is een probleem dat eigenlijk niet opgelost wordt. Alfonso is echter wel een heel goede gids en ziet echt alles, zeker voor mijn gevoel. Na af en toe tijd werpen in een richting die Alfonso zo nu en dan aangeeft, terwijl hij roept "bonefish" en vervolgens "chaje", zonder dat ik ook maar iets zie en dus ook zonder enig resultaat, besluit Alfonso verder met me te gaan waden. Vanaf de boot heb ik nauwelijks iets gezien en door de wind was het werpen moeizaam zeker als je eigenlijk niet waar precies waar toe te werpen. Hierdoor gooide ik zeker een aantal malen over de vissen heen en zag ik de vissen pas als ze te dichtbij waren en inmiddels duidelijk op de vlucht voor het naderend onraad. Bonefish is inderdaad snel, om met Randall Kaufmann, te spreken "spooked". Al wadend heel voorzichtig en voortdurend gemaand door Alfonso tot stilte zie ik mij eerste "tailende" bonefish en ook af en toe een schooltje van een paar vissen. Op een gegeven moment werp ik op zijn aanwijzingen in een bepaalde richting en strip langzaam binnen. Plots voel ik enige weerstand en herinner me de aanwijzingen uit het boek van Randall en mij Canadese ontbijtvrienden en sla dus niet aan, maar "strip strike" en dan gebeurt het. De vis is even verdoofd als het ware en dan volgt een run, de vliegenlijn raast door de geleide ogen en blijft gelukkig nergens hangen, ik hef mijn hengel iets en de reel begin nu als een dolle te krijsen, eerst de vliegenlijn eruit en dan nog zeker 50-60 meter backing. De drill begint nu en na nog eens een run tot diep in de backing houd ik dolgelukkig enige minuten later mijn eerste bonefish in mij handen van naar schatting ruim 3 pond. Ik ben zo blij als een klein kind, glunder van top tot teen en Alfonso is blij voor mij. Hij maakt snel een foto van me met mijn eerste bonefish en ik bedank hem hartelijk. Even later vang ik op ongeveer dezelfde manier mijn tweede bonefish eigenlijk blind zonder ooit de vis gezien te hebben maar gewoon door te werpen op aanwijzingen van Alfonso. Daarna veranderd alles, de wind gaat liggen, de lucht trekt helemaal open en even later sta ik te vissen in spiegelglad kraakhelder water met overal schooltjes vaak tailende bonefish om me heen. De visserij verandert nu ineens in een soort vissen met de droge vlieg of eigenlijk nimfvissen op zicht: Alfonso laveert de boot nu behoedzaam naar kleine schooltjes of tailende bonefish. Ik kan nu met weinig tot geen wind en glad en helder water de vissen goed aan werpen en moet nu wel er op letten niet aan te slaan als ik een vis de vlieg zie nemen maar te wachten tot er weerstand wordt gevoeld bij het binnen strippen en dan de haak te zetten met een strip strike, dan wel te hengel iets te heffen en de vis zichzelf te laten haken.
Dit gaat goed en ik krijg die middag, want inmiddels is het al ruim na twaalven, nog wel 12 aanbeten waarvan ik er een 9 tal weet te verzilveren. Een tweetal vissen halen de 6 ponds grens zeker en nemen bij hun eerste run zeker 70- 80 meter backing. Die eerste run van een bonefish is echt onwijs sensationeel en voor mij in ieder geval de mooiste ervaring tot nu toe op vliegvisgebied. Zeker in combinatie met de prachtige tropische omgeving, het heerlijke weer en het op zicht aanwerpen van deze prachtige zilveren geesten van de flats.
Inmiddels is Alfonso begonnen aan de terugtocht, en ik geniet nu nog meer van de omgeving, die gerust betoverend genoemd mag worden. Ook ben ik inmiddels ondanks allerlei beschermende maatregelen toch behoorlijk verbrand. Het is zaak voor het gaat schemeren ook de lagune en het moerasgebied te verlaten omdat dan de muskieten in volle omvang bezit nemen van hun territorium. Terug in het hotel smaakt het eerste biertje meer dan voortreffelijk en volgen er nog verschillende mochito's voor en na de eenvoudige maaltijd terwijl ik nog vol enthousiasme mijn vrienden probeer uit te leggen wat er nu zo prachtig is aan het vliegvissen op bonefish in de tropen. Zij hebben zelf ook een bijzonder aangename dag doorgebracht in het gebied en zijn er met een gids op uit geweest om de natuur met zijn bijzondere flora en fauna te bewonderen.. Moe maar voldaan lig ik op tijd op bed want de volgende ochtend om 06.00 uur wacht Alfonso al weer bij het ontbijt. Na een rit met de taxi komen we weer aan in Las Salinas en begint de dag eigenlijk weer net als gisteren. Het zicht is matig en het waait hard zodat het niet meevalt. Ook Alfonso ziet slechts op grote afstand af en toe een vis en het lukt eigenlijk niet goed om binnen werpafstand te komen.
We besluiten te gaan waden en doen dat eigenlijk de hele ochtend zonder al te veel succes. Het is wel prachtig en ik geniet van de vogels en de werkelijk bij tijd en wijle sprookjesachtige omgeving. We zien roggen die vlak voor onze voeten langs zwemmen en (te) ver weg een grote barracuda en ook scholen permit. Ook de permit laat zich zo niet goed benaderen en blijft buiten bereik op een uitzondering na waarbij mijn worp mede door de harde wind jammerlijk zijn doel mist. Wanneer dan eindelijk een school bonefish gevonden en aangeworpen kan worden blijkt een hele kleine jack crevalle sneller dan de snelste bonefish en neemt vol overgave mijn vlieg. Na een korte dril kan ook kleine Jack weer worden onthaakt en teruggezet maar de bonefish is er nu vandoor. Als aan het begin van de middag de wind gaat liggen en het water weer gladder wordt moeten we helaas al weer terug. Gezien het vroeg invallen van de duisternis hebben we besloten halverwege de middag al weer te vertrekken naar Varadero, het volgende reisdoel. Gezien de ervaringen op de heenreis met het ontbreken van verlichting en bewegwijzering lijkt het ons wijs bij daglicht onze reis te vervolgen. Wanneer ik terugkom bij het hotel laden we snel onze spullen in en vertrekken in onze gehuurde Audi. De reis naar Varadero verloopt voorspoedig inderdaad doordat het overdag is en we voortdurend stoppen om de weg te vragen, waardoor we veel zien van het platteland van Cuba en diverse dorpen en kleine stadjes. Onderweg zien we veel paarden en wagens en oude Nederlandse bussen met de nederlandse bestemming nog aangeven op de bus. Ook de ideologische leuzen en kameraad Che komen we overal weer tegen onderweg, op allerlei officiële gebouwen maar ook op schuttingen en muren van kleine arbeiderswoningen en boerenhutjes. Nog voor het donker bereiken we Paradisus Varadero een vijf sterren "all inclusive resort" in Varadero voor de laatste etappe van onze vakantie. Ineens baden we nu in weelde met allemaal een prachtig en enorme grote en luxe hotelkamer aan een tropisch strand met palmbomen aan een azuurblauwe zee. Er is keuze uit wel 5 "a la carte" restaurants, enorm buffetrestaurant en overal barretjes met alles wat je maar wensen kan en zodat we die avond en de twee nog resterende dagen volop genieten van heerlijk eten en drinken en lekker luieren op het strand. Veel met Cuba heeft het overigens allemaal niet te maken en veel te zien is er niet in Varadero vond ik. Uitzondering is de villa Xanadu van de Amerikaanse miljardair Dupont de Nemours. Deze in de jaren dertig gebouwde villa ligt nu aan de golfbaan en is verbouwd tot hotel met prachtig authentiek art deco interieur. De plek is inderdaad heel mooi en het uitzicht prachtig met name vanaf de bar op de bovenste verdieping.
Ik geniet op het strand de laatste twee dagen nog een beetje na van een heel gezellige en onvergetelijk trip met heel veel indrukken in een heel bijzonder land met vele contrasten dat ongetwijfeld de komende jaren zal gaan veranderen. Ik hoop wel dat het dan de bevolking die ondanks de toch wel bittere economische omstandigheden veel muzikaliteit, vrolijkheid en gastvrijheid uitstraalt, ook vooral ten goede zal komen. Betere economische omstandigheden maar vooral meer vrijheid! Duidelijk is ons wel geworden dat ondanks de vaak prachtige omgeving, de rijke historie en het mooie weer, vrijheid in Cuba maar een beperkt begrip is.
De hele terugweg droom ik echter vooral van mijn eerste maar hopelijk zeker niet laatste kennismaking met het vliegvissen in de tropen op zout water, van bonefish, jack crevalle en een volgende keer misschien ook tarpon of permit. In ieder geval ben ik nu "hooked for life on bonefishing!"
Hans Amelink
Mochito
Voor 4 glazen
1 grote bos munt
3 limoenen
6 koffielepels suiker of suikersiroop
6cl rum
spuit water en gecrushed ijs
Doe ruim wat munt in een glas
Doe er het limoensap en de suiker bij en stamp het goed ondereen met een vijzelstamper
Vul het glas op met gecrushed ijs en overgiet met de rum
Vul het glas verder aan met het spuitwater
- Details
- Geschreven door: Jaco Griffioen
- Categorie: Scandinavie
Even een korte introductie. Ik ben een beginnende vliegvisser en deze zomer gingen we met het gezin naar Noorwegen en natuurlijk gaat de hengel mee als je naar dit land gaat. Aan het begin van de vakantie heb ik gevist in een bergmeertje bij Tuddal. We zaten daar in een blokhut op een berg met prachtig uitzicht op een klein meer, er stroomde een riviertje in en uit het meer. De volgende dag geinformeerd of er gevist mocht worden en meteen een vergunning gekocht. De volgende avond om zeven uur naar het meertje waar ik een roeibootje van de eigenaar mocht gebruiken. Vanaf de kant vissen was namelijk niet mogelijk omdat de dennenbomen bijna tot in het meertje stonden. Het vissen op het meertje ging niet makkelijk, je weet niet waar je vissen moet, dan weer een kringetje links dan weer rechts. Na 45 minuten van tactiek veranderd en besloten om de oeverzone waar riet of andere planten groeien te gaan afvissen. Daar heen geroeid en inderdaad ging het beter, een uurtje later had ik een paar aanbeten gemist maar ook twee forelletjes van 20 cm gevangen. Het was nu negen uur en ik hield het voor gezien. Al terug roeiend ook nog een bever zien zwemmen dus al met al een mooie avond in prachtige natuur. Terug bij de hut met een wijntje in de hand zag ik dat om half tien er nog veel meer visactiviteit op het meer was. De volgende avond ben ik pas om negen uur gaan vissen. Dit is geen probleem omdat het in Noorwegen niet snel donker wordt. Deze avond een sedge aangeknoopt met een donkergroen lijf en een zwart gevlekt dek, bovenop de vlieg steekt een witte toef uit zodat deze goed is te zien. Meteen begonnen met het afvissen van de oeverzone en na 15 minuten weer een mooi getekend bruin forelletje in de boot. Nog een half uur gevist maar het lukte niet om een aanbeet te krijgen. Toen bedacht dat de plaats waar een riviertje een meer uitloopt een goede stek moet zijn. Op een afstand van het riviertje gestopt met roeien en het bootje dreef heel langzaam op de stroom richting het riviertje. Ik zag wat kringen op de overgang van riviertje en meer. Deze waren nog buiten bereik en ik wou ook geen vis overgooien. Eerst een meter of vijf voor de uitgang afgevist en de tweede worp was al raak, een mooi forelletje van 25 cm in de boot. Gauw onthaakt en weer laten zwemmen. Daarna zag ik een kring op een paar meter voordat het stroompje begon. Een paar valse worpen om de vlieg te drogen en de vlieg 50 cm voor de kring gegooid, (ik was maar wat trots dat dit zomaar in één keer lukte) de stroming liet de vlieg heel langzaam over de plek gaan en weg was de vlieg. Met een lijnstrip de haak gezet en weer een 25 cm forelletje.
Dit smaakte naar meer maar omdat het bootje te dicht naar het riviertje dreef gauw weer een stukje het meer op geroeid. De vlieg nu droog geknepen, in de dry-shake gestopt en daarna weer ingevet. Ondertussen was het bootje weer aardig terug gedreven en kon ik de vlieg weer richting riviertje presenteren. Ik zag een kring maar de vlieg kwam een meter of wat te kort. Nog wat meer lijn in de lucht maar net voor ik de vlieg wil presenteren gooi ik de leader in de knoop en hangt de vlieg bij het begin van mijn vliegenlijn. Natuurlijk net nu! en kon ik een paar krachttermen niet onderdrukken. Dat vliegvissen blijft lastig. Gauw de boel uit de knoop gehaald en gelukkig was ik nog niet te dicht bij gekomen. De lijn weer op lengte en nu kwam de vlieg goed op het water, de vlieg lag nog geen seconde of weg was hij. Weer een lijnstrip en ook dit forelletje kwam in de boot. Ik zag nog een aantal kringen maar om die te kunnen bevissen ging het bootje door de stroming mij iets te snel richting riviertje. Een 20 meter opzij geroeid en daar het bootje op de kant getrokken en voorzichtig richting riviertje geslopen, gestopt op een meter of vijf van het riviertje om geen vis te verjagen. Het riviertje was circa 4 meter breed en dit was verdeeld in twee stukken door een paar rotsen. In beiden zag ik regelmatig kringen maar daar stroomde het toch al wat sneller. De vlieg die nu erg was verfrommeld vervangen door een zelfde exemplaar en de lijn op lengte gebracht naar de dichtsbijzijnde stroom. De vlieg landde maar werd nu meteen zijwaarts gedrukt door de stroming. Vanuit het bootje viste ik met de stroming mee maar nu er dwars op, en dat ging niet lekker. Toen schoten de werplessen van Gerrit van Middelkoop weer voorbij. Die had verteld dat je bij stromend water de lijn gegolfd op het oppervakte kan laten komen, dit hadden we ook een paar keer geoefend dus ik dacht dit moeten we nu maar proberen. Er was weer een mooie kring en nu tijdens de afworp een paar voorzichtige zijwaartse zigzag bewegingen toegevoegd. De vlieg kwam heel gelukkig neer een 40 cm stroomopwaarts en dreef perefect over de plek van de kring. Pats weg vlieg, exact op dezelfde plek waar de kring eerst was. Haak zetten en een fraai forelletje in mijn handen. Nu voelde ik me toch echt een vliegvisser en het vertouwen steeg enorm. Met het nieuwe vertrouwen op dezelfde manier ook de overzijde van het riviertje afgevist en daar ook nog een forelletje gevangen. Ondertussen begon het aardig te schemeren en na vijf vissen uit de overgang van meertje naar riviertje te hebben gevangen was het mooi geweest. Het riviertje heb ik na de laatste vis van dichtbij bekeken en schatte het water op circa 40 cm diep en glas helder. Het weer was deze dagen ongeveer 25 graden en onbewolkt. Het waren bruine forelletjes die op de rug bijna zwart zijn en met fel rode stippen getekend.
Veel visplezier, Jaco Griffioen
- Details
- Geschreven door: Dirk Schmidt
- Categorie: Verhalen Nederland
Het moest er maar eens van komen. Mijzelf aanmelden bij de vliegvisclub. Sinds twee jaar ben ik weer helemaal enthousiast over (vlieg)vissen. Met twee vrienden trek ik jaarlijks naar de Duitse en Belgische beken. Daar beleven we veel plezier. Maar in Nederland blijft het vliegvissen op een laag pitje staan. Een van de redenen daarvoor is dat mijn maten geen nymph vissers zijn. Dus de wintermaanden worden visloos doorgebracht, of er wordt gegrepen naar de vaste stok of kunstaashengel. Direct na de aanmelding heb ik maar een mailtje gestuurd naar Hans Klutz. Hij coördineerde de begeleiding van nieuwe vliegvissers door meer ervaren vissers, zo las ik in een oud clubblaadje dat ik in de hengelsportzaak vond. Voor een vismaatje kon ik het beste maar naar de clubavond komen. Maar in afwachting daarop wilde hij mij wel vast een keertje mee uit vissen nemen.
Ik werd opgehaald door een vriendelijke man. Of ik naar de Eemhof wilde, of naar Houten? Doe maar Houten! Ik wil leren vliegvissen in Nederland. Het surrogaatvissen op forellenplassen valt mij toch altijd een beetje tegen. Nou dat was geen enkel probleem, op naar Houten. Het werd een leuke ochtend waarbij we verschillende stekken aandeden. Helaas was het succes niet heel groot, maar wie het kleine niet eert...
En veel belangrijker dan de vangst was wat ik leerde van Hans. Niet alleen liet hij me geschikte stekken zien die voor mij met de fiets bereikbaar zijn, ook viste Hans op plekken waar ik zelf niet zo snel zou vissen, zoals stukken water met veel bomen eromheen. En water dat vol gegroeid is met wier. Gewoon een nymph in een van de gaten werpen tussen het wier, iets laten zinken, en dan rustig binnenstrippen. Het zijn misschien kleine dingen, maar het maakt wel verschil. Bijvoorbeeld het strippen. Dat deed ik te wild. Misschien goed voor een streamer, maar voor het nymphje mocht het wel wat rustiger en geleidelijker van Hans.
Geïnspireerd door mijn vissessie met Hans ben ik vastbesloten het dicht bij huis te proberen. Als je afhankelijk bent van de fiets dan is het gewoon niet mogelijk om naar de baksteenvoorns in de IJsselmeerhavens te fietsen, of mooie poldersnoeken aan de schubben te komen. Dus fiets ik na mijn werk naar een sloot in Utrecht Oost. Nog geen tien minuten fietsen en ik sta aan de waterkant mijn hengel op te tuigen. Ik heb deze sloot al vaker zien liggen. Maar vanwege de bomen heb ik nog nooit mijn vliegenlat meegenomen naar dit water. Hans heeft mij echter laten zien dat je je niet moet laten afschrikken door wat boompjes. Gewoon een beetje kijken en slim werpen, dan kan je op best veel plaatsen vliegvissen. En eerlijk gezegd, het gaat me redelijk af. Ik ben absoluut geen pro, maar ook geen echte beginneling met de vliegenlat.
Eerst een aantal worpen dicht bij de brug. Hmmm, niks. Andere kant op werpen. Niks. Wel zie ik mijn streamer golven door het heldere water. Wat een prachtig gezicht. Als de streamer droog is, lijkt de glitterstaart iel. Maar zo in het water geven de glitters de impressie van veel volume. Dat moet toch interessant genoeg zijn voor een redelijke snoek... Omdat het streamertje erg ligt is, kon ik het uiterst traag onder de oppervlakte laten dansen. Opeens zag ik vanonder een snoek erop duiken. Hangen! Na een flink gevecht met drie (!) mooie sprongen en een paar runs naar het diepe kon ik deze mooie snoek met de kieuwgreep op de kant trekken. Zoals je op de foto kan zien is het best een redelijke dame. Een meetlint had ik niet bij me maar de 80 cm haalt ze gemakkelijk. Dit was zowaar mijn eerste snoek aan de streamer, en dat smaakt naar meer!
Dirk Schmidt
* meer columns van mijn hand vind je op www.i-am-infinite.com/publicaties