- Details
- Geschreven door: Kees van der Hulst
- Categorie: Polder
Van Bodegraven naar de Reeuwijkse Hout
Mocht je naar de Oud Bodegraafse weg zijn gegaan en je treft daar andere vissers of erg “dik” water dan is er geen man overboord, want 5 minuten rijden brengt je bij de Reeuwijkse Hout, een recreatieterrein dat is aangelegd naast de Reeuwijkse plassen en de A 12. Alle wateren op dit terrein mag je bevissen.
Iedere visser die de A 12 rijdt richting Utrecht heeft bij Reeuwijk wel eens gedacht: die sloot zou ik wel eens willen vissen, ziet er zo goed uit dat je de herrie van de A 12 even voor lief neemt. Nou, dat kan want hij staat in de Gezamenlijke Lijst!
Zet de Tom Tom op de Reeuwijksehoutwal en parkeer op de 1e parkeerplaats links bij de witte hockey-gebouwen. Daar moet je al je best doen om niet in het water te vallen en kun je meerdere lange weteringen afvissen, ook die langs de A 12. Helder koffiebruin water, ook na hevige regenval.
Als je de wetering langs de A 12 helemaal uitvist tot aan de kano-oversteekplaats dan kom je bij een viezige sloot die onder de A 12 door gaat, Geen Visrecht! Maar loop even door , rechtsom, en je komt dan aan de achteringang van het recreatieterrein, en dat is meteen het mooiste deel. Met een aantal goed bereikbare petgaten en enkele lange scheisloten.
De scheisloten op het terrein zijn meestal te ondiep, maar achterin is het veel beter. Een snellere manier om daar te komen is door te rijden naar het restaurant “de Reeuwijkse Hout”, daar te parkeren en dan linksaf over het strand, 100 meter, en dan moet je er af( geen strand meer) en zit je vlak bij het eerste petgat met hondenstrand. Aan je rechterhand ligt een fietspad langs de Reeuwijkse plas, deze een klein stukje volgen geeft je een goed overzicht. Google Maps doet ook wonderen in deze. De Visplanner laat zien tot waar je visrecht hebt.
Simon en ik hebben hier een zeer natte maandag gevist, maar met veel plezier want hij ving al snel enkele snoeken (hij vangt er meestal meer dan ik!) waarna ik een van zijn kunstaasjes moest lenen om ook mijn eerste te haken, weer te lossen, en later een hele mooie vis te mogen landen, 88 cm lang.
Mooi water waar we beslist eens met de club naar toe moeten. Koffie bij de Reeuwijkse Hout!
- Details
- Geschreven door: Kees van der Hulst
- Categorie: Polder
Onze favoriete hoek van het land om een snoek en een ruisvoorn te vangen, de veenpolders van Nederland.
Je realiseert je niet dat al die sloten en vaarten pas ontstonden in het begin van de Middeleeuwen. De groeiende bevolking vroeg om ruimte en kreeg toestemming van edelen en bisschoppen om moerassen te ontginnen.
Het Groene Hart was toen nog een groot laagveengebied dat regelmatig verzoop door hevige regenval en springvloeden; begroeid met elzenbossen en vol wild, zoals de wisent? Edelherten en zwijnen, het jachtterrein van de adel en de stropers.
Enkele grote rivieren ontwaterden het gebied of zetten het juist blank, geholpen door de vele zijriviertjes: Grecht, Angstel, Amstel en Vecht, de Oude Aa en de Meije. De hoofdrivier
was toen de Rijn die bij Katwijk in zee stroomde totdat in het jaar 1122 de Rijn bij Wijk bij Duurstede Lek raakte; de huidige Kromme Rijn werd afgedamd en het water stroomde voortaan via de Lek naar de Waal.
Kromme Rijn ,Leidsche Rijn en Oude Rijn zijn de zielige restanten van de vaarweg der Vikingen op weg naar Dorestad ( Wijk bij Duurstede), en grens van het Romeinse Rijk.
Waarschijnlijk gaf de verminderde wateraanvoer het startschot voor de ontginning van de vele polders die we er nu aantreffen, zoals de Meijepolder uit een vorig artikel.
Op de stroomruggen naast de rivier kon je bouwen en de vele sloten ontwaterden de kaalgekapte moerassen. Als je daar vist zie je hier en daar nog wel eens van die oude
elzenstobben uit de sloten steken.
Google op Google Maps eens de Oud Bodegraafse Weg en verbaas je over het kronkelende verloop tussen de weilanden en door Bodegraven; zie hoe het verloop eindigt bij de Oude
Rijn en je realiseert je dat je kijkt naar een oud riviertje dat in de Middeleeuwen getemd werd. Nu ligt het ingeklemd tussen de A12 en de N11, een stukje groen hart.
Het visrecht is aan de Bodegraafse Hengelaarsvereniging maar zij verlenen de AUHV-leden visrecht en daar hebben Simon en ik enkele weken terug gebruik van gemaakt. Het weggetje is erg smal, de oever redelijk hoog maar we hebben genoten van de vele bruggetjes, brede en dan weer smalle waterpartijen, helder en diep water, speldaas.
Er zijn veel ondiepe scheisloten(visloos) tussen de boerderijen en de graspercelen die uitkomen op de oude Bodegraaf, zoals ik het oude riviertje ben gaan noemen. Na hevige regenval stroomt ze weer pittig en het water is dan troebel.
Laat de Tom Tom je brengen naar bv nr. 84 want alleen de straatnaam invoeren heeft tot gevolg dat je in Bodegraven blijft steken. De weg heeft 1-richtingsverkeer vanuit het westen.
Parkeergelegenheid is een beetje problematisch maar misschien op een boerenerf?
Tussen de ochtend- en de avondspits kunnen 2-3 man zich hier goed vermaken, Simon scoorde 7-8 aanbeten op zijn spinner, ik ving een baars en een snoek. Ik sprak enkele lokalen die me vertelden dat ze er vaak baars vangen. Een vliegenhengel kan goed als je het weinige verkeer( van 2 kanten ondanks het inrijverbod!!!!) in de gaten houd, en neem een schepnet mee.
Andere wateren in de omgeving zijn van Groot Rotterdam, ‘s Gravenhaagsche en Gouda.
Een goede uitwijktip is de Reeuwijkse Houtwal die in de Gezamelijke lijst is opgenomen en waar een volgend artikel over zal gaan.
- Details
- Geschreven door: Kees van der Hulst
- Categorie: Polder
Op deze dag gaat een groep van 10 man richting Zegveld en De Meije om een dagje uit te waaien langs de dwarswetering van de Meijepolder. En uitwaaien word het!
In de beschutting van de boerderij , De Hollandse Boerderij genaamd, tuigen we op maar na 400 meter de weilanden ingelopen te zijn weten we dat het serieus hard waait. Dat word werken!
De Meijepolder is een zeer oude polder die met toestemming van de bisschoppen van Utrecht in de 12e en 13e eeuw werd ontgonnen. Dat betekende dat vanaf de oeverwal van het riviertje de Meije begonnen werd met het kappen van de moerasbossen (broekland) en het aanleggen van sloten met daartussen de smalle legakkers voor het vee.
De afwatering verliep nog vanzelf, het broekland lag enigszins hoger dan het rivierwaterpeil, maar zoals veengrond doet, het klinkt in door vertering van het veen en al rap waren er molens nodig om het waterpeil te beheersen. In 1682 werd het eerste Waterschap voor de Meijepolder en Zijllaan in het leven geroepen.
De dwarswetering verzamelt het water uit de polder via de vele, nu ondiepe, scheisloten en via de Meijevliet word het afgevoerd naar de Oude Rijn ten westen van Nieuwerbrug.
Toegang tot de polder gaat makkelijk als je parkeert bij de camping de Hollandse Boerderij, Meije 63. Bladzijde 38 van de gezamenlijke lijst van Viswateren laat zien op welke percelen je mag vissen.
Een enkele boer zal je vertellen dat hij geen vissers duldt, maar dan loop je maar door. Via dammen en af en toe een smalle plank en de vele bruggen kun je erg veel legakkers bereiken, in beide richtingen. Het bordje Verboden Toegang op het hek bij de wetering is blijven hangen na het baggeren van 2014, negeren dus.
De HSV Bodegraven geeft leden van de AUHV toestemming om te vissen in een deel van de polder, de lage nummers Meije 3 tot en met Meije 27, maar dit deel is erg ondiep met zeer helder water en een afwijkende peilbeheersing. na een bezoek ben ik niet meer terug geweest.
Ondanks de harde wind is iedereen van de groep erg te spreken over dit viswater. Helder, koffiebruin water van een meter-plus diep, goed toegankelijk vanuit meerdere hoeken. Dit is op 14 november wel belangrijk i.v.m. de harde wind.
Otto besluit al snel een dubbelhandige hengel in te zetten en dit levert hem een 80 cm snoek op.
Theo vangt een 75-er en Eric is spekkoper met 3 snoeken, de grootste bijna 85 cm. Of dat nu aan die paarse streamer heeft gelegen?
Na de lunch in de luwte van de boerderij gaan 7 man op huis aan en 3 man trotseren de wind nogmaals, Elian strikt nog een snoek met zijn meegebrachte spinhengel waarmee het totaal op 6 gevangen snoeken komt.
Dat vind ik voor deze polder te weinig maar de luchtdrukschommelingen zullen daar wel debet aan zijn. Voor de karpervissers onder ons: ga naar de Meije! Grote ruisvoorns zie je weinig, brasems soms met tientallen tegelijk als ze de scheisloten inkruipen.
De Meijepolder biedt je rust en ruimte!
- Details
- Geschreven door: Simon Engwerda
- Categorie: Scandinavie
Het is eind oktober, dinsdagochtend rond 08.00 uur, er stopt een rode Nissan Micra voor de deur.. Het is de start van een korte vakantie met Kees naar een oude bekende rivier in Denemarken; de Kongea. Een tas met kleding, een kist met proviand, een stuk of wat hengels en een bescheiden voorraad aan overig hengelsportmateriaal wordt ingeladen en off we go!
De dag is grijs en grauw; regen, een dik wolkendek en een straffe, gure wind vergezellen ons de gehele reis naar het land dat zoveel gelijkenis met de onze vertoont. Echter de visserij die we beogen is van een heel andere aard, daar kunnen wij in Nederland alleen nog maar van dromen.. Voorgaande trips naar de Kongea stonden allen in het teken van vlagzalm en (bruine) forel, alleen dit maal staat de zalm (en zeeforel) op het menu! Kees heeft weliswaar 1 maal een zalm weten te vangen in de Kongea, dit was toch min of meer een toevalstreffer te noemen. De komende dagen gaan we alles uit de kast halen om deze prachtige vis te verleiden.. De reis verloopt vlot ondanks het slechte weer en zo rond 4 uur in de middag komen we aan op de Villebolcamping. De eigenaar Allen (een oude zeebonk) is verrast ons te zien, hij had vanwege het slechte weer niet verwacht dat we nog zouden komen. We worden zeer hartelijk door hem ontvangen en maken een praatje in zijn winkeltje. Twee weken terug is er op nog geen 200 m. van de camping nog een verse 14 ponds zalm gevangen! We krijgen de sleutel van ons blokhutje waarna we, uiteraard volledig uitgerust met hengel en vliegen, eerst richting rivier wandelen. De laatste 2 uur daglicht worden al vissend doorgebracht, zij het clandestien want het VVV-kantoor is voor ons al niet meer op tijd te bereiken.
De rivier staat hoog, het water is bruin en stroomt erg hard. Geregeld komen er grote pollen met gras, wier en ander groen voorbij drijven, een teken dat het veel heeft geregend de laatste dagen. Minutieus gaan we te werk, vanaf de camping stroomafwaarts richting de grafheuvel vissend, waarbij voor ons de keuze is gevallen op een zo groot mogelijke vlieg met de snelst zinkende polyleader om de vlieg toch nog enigszins op diepte te krijgen. Nog geen 10 meter gevist en ja hoor…. Nee toch niet, het was slechts een boeggolf van vermoedelijk een mooie zalm die een plek op een soortgenoot veroverde. Al kan een geschrokken snoek ook nog tot de opties behoren, wie zal het zeggen. Hoe dan ook, een aanbeet blijft uit. Het controleren van de vlieg is wat lastig, met name omdat er vanwege het hoge water een behoorlijke afstand is tussen de bewandelbare oever en de hoofdstroom van de rivier. De vele rieten die nu op ongeveer 2 meter vanwaar wij staan te vissen in het water staan maken met name het laatste stuk van de drift moeizaam. Een paar mooie pools worden bevist, totdat het donker wordt en we weer richting de hut gaan om te eten. Allen komt ’s avonds nog langs om de vergunningen voor de komende 2 dagen te brengen (in Denemarken koop je een vergunning voor 24 uur, dus we mogen t/m vrijdagochtend 10 uur vissen) en wij zitten ondertussen lekker aan een biertje en een borrelhapje.
De volgende ochtend volgt eerst een trip naar Ribe, alwaar we op ons gemak door het stadje wandelen, een rondje rond de kerk doen (want het VVV-kantoor is nog gesloten) en uiteindelijk onze vergunningen halen. De bijbehorende brochure (in het Nederlands) maakt ons lekker met een paar plaatjes van 30+ pond zalmen, ruim de meter gepasseerd. In de plaatselijke jacht en outdoor zaak worden we eveneens gewezen op foto’s van heren met grote zalmen, de meeste overigens gevangen in de Ribe A, een rivier die alleen voor Denen te bevissen is, toeristen krijgen hier geen vergunning voor. Rond 11 uur zijn we weer terug, nadat we een stuk overheerlijk Deens gebak hebben gehaald, en staan we aan de rivier. Het weer is vanochtend helder met een lekker zonnetje, het is zowaar warm te noemen. We vissen stroomopwaarts vanaf de camping. Eerst een gekende zeeforelstek, vervolgens ‘Kees zijn zalmstek’(de plek waar Kees zijn eerste zalm ving) en later verder stroomopwaarts beginnend in een prachtig brede bocht van de rivier. Tot dan toe geen schub gezien.. Geen vlieg die van het water gepakt wordt, geen kolk, boeggolf of ander teken van leven. Ondertussen begint het wat donkerder te worden, een windje steekt op de zon wordt afgewisseld met donkere wolken.. Hmm, het licht is goed hoor ik Kees zeggen. En ja hoor binnen een kwartier is daar ineens een mooie head-and-tail. Een zalm van zo’n 10 pond, redelijk rood gekleurd (dus al langere tijd op de rivier), komt even los van zijn ligplaats en maakt zo’n mooie ‘duik’ door het wateroppervlak. Zal het dan toch… We gaan opnieuw naar het begin van de genoemde bocht en we zijn nog niet daar of er springt een andere (eveneens vrij rode) zalm volledig uit het water. De springende vissen zijn bijna niet te vangen, maar toch, ze zijn er en we weten waar! Minutieus vissen we de beide stekken een keer of 4 af, verschillende vliegen en zinksnelheden van lijnen en polyleaders worden aan de hoofdlijn geknoopt, zonder resultaat.. Rond een uur of 5 zijn we koud en laten we de rivier voor wat het is en keren we terug naar de blokhut. Daar wacht een stuk Deens gebak en een heerlijk glas whisky. De avond wordt gevuld met eten, praten, lachen, drinken en later komt er ook nog een boek op tafel; All Fishermen are Liars van John Gierach; een grappig geschreven boek waar de essentie van het vissen tot zijn recht komt; met een hengel aan de waterkant staan en rustig je omgeving in je opnemen. De rest is bijzaak.
De donderdag is de laatste visdag, we hebben de vergunningen al, dus staan om een uur of 9 aan de waterkant. Het is een hele grauwe dag, een dik wolkendek zonder enige onderbreking hangt de hele dag boven ons. Desondanks vissen we zeer geconcentreerd. We starten bij ‘Simon zijn zeeforelstek’ (de stek waar ik mijn eerste aanbeet van een zeeforel kreeg die in zijn geheel het water uit stoof en de haak loste, voor eeuwig een beeld in mijn geheugen achterlatend); een kring achter de rieten verraad vis, maar deze is niet bereikbaar vanaf onze zijde. We vissen kalm en precies door. Kees wisselt op een gegeven moment zijn drijvende vliegenlijn voor een zinkende, knoopt een nieuwe vlieg aan zijn leader en maakt deze even nat in een ondiep stuk ondergelopen oever. Het is ongelooflijk maar waar, maar laat dat nou juist de plek zijn waar een geïnteresseerde bruine (of zee?)forel ligt te wachten en Kees zijn vlieg grijpt. Met stomheid geslagen bekijken we dit tafereel en het zetten van de haak is tevergeefs.. De vis is alweer weg, nou ja de eerste aanbeet van de trip, wie weet wat de rest van de dag brengt. We komen per slot van rekening ook nog langs de zalmstekken van gisteren.. Weer wat wakker geschud door deze onverwachte wending vissen we stug door. De zalmvlieg wordt vervangen door een witte snoekstreamer. Die valt goed op in het bruine water en ach, als een zalm wil pakt hij die ook wel. Daarnaast kan er natuurlijk ook altijd nog snoek gehaakt worden (al wordt er zonder stalen onderlijn gevist) wat in deze moeizame omstandigheden een welkome afwisseling is. We vissen de gehele dag stug door, verkassen nadat de zalmstekken visloos zijn gebleven eerst even naar de hut om te eten, waarna we een prachtig stuk van de rivier verder stroomafwaarts van de camping bevissen. Tegen het vallen van de duisternis laat een forel zich weer even zien, een kring pal in het midden van de rivier verraad een teken van leven. De vlieg wordt keurig over de plek geloodst, maar helaas ook nu zonder resultaat. Uiteindelijk met het vallen van de duisternis verlaten we de rivier.. Moe maar voldaan wordt er teruggekeken op een flitstrip Denemarken. Veel leuke herinneringen zijn opgehaald en zoals iedere keer daar is de prachtige omgeving indrukwekkend.
De vrijdag is de dag van vertrek.. Nog even naar de rivier om Kees zijn zalmstek te bevissen. We hebben per slot van rekening nog een vergunning tot 10 uur in de ochtend. Nog 1 maal een paar honderd meter rivier afvissen, want je weet maar nooit… Maar helaas, ook vandaag laat de vis zich niet vangen. We nemen afscheid van Allen, die zich opmaakt voor het afsluitende weekend van het seizoen met de vaste gasten en rijden weer huiswaarts. Net als op de heenweg met veel regen en een donkere lucht. We hebben keihard gevist, maar zoals het gaat met de Atlantische zalm is het altijd maar afwachten wanneer de vis zin heeft, deze dagen schijnbaar niet. Al was de pret er zeker niet minder om, het dichtst in de buurt van vis zijn we uiteindelijk gekomen via de vangsten van John Gierach, het was maar goed dat All Fishermen are Liars in de tas zat…
- Details
- Geschreven door: Marco Ippel
- Categorie: Winde
Een dagje waal vissen; diverse van deze krijters van winders gevangen...