- Details
- Geschreven door: Gerrit van Middelkoop
- Categorie: Zalmvissen
Wachten….. op vliegtuigen die verlaat zijn. Wie heeft er niet de pest aan en je mist natuurlijk net weer die aansluitende vlucht naar je langgedroomde vliegvisparadijs. In plaats van in een sfeervolle blokhut slaap je die nacht in zo’n betonnen vliegveldhoteltoren. Het hoort bij reizen, maar de volgende ochtend komen we gelukkig vroeg aan in Terrace BC. Vanaf het vliegveld stookt onze gids Jeroen het emotionele vuurtje nog eens extra op met dikke verhalen over monster chinooks en chums. IK WIL VISSEN!! NU!!!! en geen geneuzel met koffers, omkleden, kamers verdelen en inrichten. Maar goed, toch nog redelijk vroeg in de ochtend, sta ik dan eindelijk midden in de Kitimat mijn nieuwe Meiser te mishandelen. Meestal levert zo’n opgefokte eerste visdag meer frustratie dan zalm op, maar vanmiddag verandert pech in geluk. Eerst een paar pinken, goed om weer even aan die lange tweehandige paal en dikke lijnen te wennen. Dan een dikke chum, die helemaal door het lint gaat, de leader snijd onder een spray van water door de Kitimat. Alles gaat goed, geen lijnbreuk, fotootje en na het terugzetten is er dat overweldigende, euforische geluksgevoel. Hier en nu ben ik getuige van iets heel speciaals : het wonder van wilde vissen, die vanaf duizenden kilometers op de oceaan feilloos de weg naar huis terugvinden. En we hebben zo nog 12 volle dagen te gaan. De spanning is eraf, rust en omgeving zijn een weldaad. Aan de overkant zit een paartje bold eagles met twee hongerige jongen, een genot om naar te kijken. Maar goed, vissen maar weer……. En na een kwartier weer zo’n bodybuilder chum, alhoewel… Jeroen maakt me heel zenuwachtig “Da’s een chinook!”. Shit, op de eerste dag al zo’n monster, als ik die maar niet verspeel…. O,O,O bijna in zo’n aangespoelde hoop boomstammen, als hij maar niet gaat stilliggen op de bodem, dan begint het hele circus weer opnieuw. Ik wil die vis op de kant hebben! Even vasthouden, fotograferen, deel zijn van het wonder van zijn aanwezigheid hier. Dus draaien, draaien, draaien, hij komt als een raket op je af man….. Na een kwartiertje kruist een grote driehoekige staart onder mijn hengeltop door en schept Jeroen een vijfentwintig ponder van rond de meter. Woww, mijn vakantie kan niet meer kapot…… alhoewel Jeroen loopt te zeuren dat het al een rijpe, gekleurde vis is; als ze vers en zilver zijn dan vechten ze pas echt goed….. Kan mij dat op dit moment nu schelen man! Ik heb ze meer dan twee keer zo zwaar gevangen, maar het went nooit: het is een chinook, de koning van de zalmen!
‘s Avonds wordt deze superdag afgesloten met net iets teveel whisky, iedereen heeft een toffe dag gehad. We zijn met zeven man, dat is best een grote groep voor twee gidsen en de viservaring op zalm is ook zeer divers. Een paar van die bezeten die-hards zijn er bij, pisfanatiek en aan de rivier vaak met zo’n starende blik. Maar ook twee “zalmmaagden”, alhoewel die vandaag inmiddels flink zijn ingewijd en ze worden opgewaardeerd tot ZIO, “Zalmvisser in opleiding”. Die ZIO’s, da’s trouwens heel komisch de volgende dagen, die mannen barsten van het beginnersgeluk volgens de cracks. Vooral Ger, sympathieke kerel met droge humor, laat de “cracks” tandenknarsen. Hij wordt niet gestoord door ingesleten zalmviswetten, gaat gewoon lekker zijn eigen gang en ….. haakt het ene monster na het andere. Daar kun je veel van leren. Ik sta op een superstek in de Skeena, volgens mij de beste stek in die riffle en zie Ger een stuk verder vissen op zo’n baggerplek. Ben net van plan om hem te tippen dat ie beter kan verkassen als zijn hengel opeens als een hoepel staat. Een reusachtige steelhead springt een meter hoog de rivier uit. Zijn reel gaat als een gek tekeer. Nog een keer een sprong, als ie nou z’n hengel maar laat zakk…. Shit hij is er al vanaf. Jeroen staat hijgend naast hem, “wat een kanjer,oh wat zonde, dat was een recordvis waar sommige lui jarenlang achteraan zitten” En Ger laconiek: “Oh ja joh? Nou ik vond het best wel leuk. Nou vang ik de volgende toch gewoon.” Jeroen gaat hoofdschuddend maar weer in de boot zitten, maar na vijf minuten volgt een brul en Ger heeft er weer een steelhead op… Weer kwijt, en zo gaat dat nog een paar dagen door. Maar uiteindelijk krijgt ie zijn welverdiende steelhead toch op de kant en ook een hele trits zalm. De jongste gids, Derrek, is trouwens ook een markant figuur. De meest klantgerichte gids die ik in Canada ben tegengekomen, je kreeg de kans niet om je zalm zelf te onthaken, hij stond de hele lange dag voor ons klaar. Zette trouwens ook geweldige koffie van rivierwater en zijn gebutste ouwe jeep was volgestouwd met stevig gebruikte outdoorspullen. Een beetje verfomfaaid en ongeschoren, dat was ie wel, typisch zo’n steelhead verslaafde. Zijn huis lag drie uur rijden bij de Skeena vandaan en wat doe je dan na zo’n dag van 10-11 uur gidsen? Juist, dan eet je ‘s avonds snel effe een hamburger en ga je natuurlijk zelf nog steelheaden tot ver in het donker op de Copper of andere toprivier. En dan kort slapen in je truck en de volgende dag rond 7 uur weer je klanten oppikken. En is dat dan niet een beetje primitief op den duur? Nou vond ie wel meevallen, het vroor nog lang niet ’s nachts, maar in november werd dat wel een beetje koud (-10C in een onverwarmde auto). En is dat niet eenzaam zo’n in je eentje langs de rivier, geen behoefte aan een vismaat? “Well….. friends are people you have to share your pool with…..” OK…….. En u was een fanatieke vissers dacht u? Van Jeroen steek ik ook veel nieuwe dingen op. Hij pakt de zaken heel anders aan dan Andrew, de gids waar ik de voorgaande drie jaar mee gevist heb. Andrew viste op plekken waar veel zalm zat, maakte niet uit of dat een paaibed, veel te diep of overrijpe vis was. Jeroen vist alleen maar op voor vliegvissers goed toegankelijke stekken en liefst op vers optrekkende verse vis, hij gaat vooral voor kwaliteit visserij. Dat betekent voor mij een heel ander soort stekken en vaak ook een andere viswijze. Voorheen visten we bijvoorbeeld vaak in diepe pools met weinig stroom, dat betekent vooral rouleren met de gehele groep en strippend vissen. Dit jaar zochten we vooral snel stromende ondiepe riffles op. Je vangt dan optrekkende vis, die als ze je vlieg zien, agressief bijten. En dat zijn zilveren hard vechtende jongens! Bijkomend voordeel is dat je ook vangt als de rivier troebel is. Eén van onze topdagen was vlak na een zogenaamde “blow-out”. De rivier was koffiebruin na heftig onweer en het zicht was 10 cm of minder. Alle andere gidsen vertrokken naar andere rivieren en wij vingen ons te pletter op die 50 cm diepe Skeena riffle. De taktiek is trouwens zo dicht mogelijk over de bodem te vissen, zonder vast te raken. Je rouleert dan niet maar kiest een vaste plek, waar je de vlieg steeds overheen laat driften van stroomop naar stroomaf. Je zinktip wordt helemaal getuned (=bargoens voor steeds stukje afknippen) totdat je net niet meer aan de bodem vast komt te zitten. Elk tikje dat je vervolgens voelt is dan vis, dus aanslaan en drillen maar. Ik heb nog nooit zoveel zinktips aan gort geknipt als deze vakantie, maar het werkt als een tierelier! Nou ja een beetje saai voor de lezer misschien, maar we hebben ons helemaal te pletter gevangen aan verse zilveren zalm en steelhead. Alhoewel, geen steelhead voor mij, die verspeelde ik alleen maar. Zelfs enkele dagen speciaal op gevist en maar het zat er even niet in. Helaas duren visdagen altijd veel korter dan werkdagen en in no time stonden Hans en ik onze veel te zware bagage (inclusief zooitje gerookte sockey zalm) weer in te checken van het Terrace vliegveld. “How was the fishing?” vroeg de stevige incheckdame(iedereen is visminded in BC). En mijn standaardantwoord in die situatie: “Fantastic! I love Terrace, best fishing in the world”. Big smile als antwoord en je hoeft toevallig ook nooit toeslag voor te zware bagage te betalen.
“See You next year!”
Gerrit van Middelkoop.
- Details
- Geschreven door: Ton Temming
- Categorie: Rivieren
Heerlijk, ik verwen mijzelf weer eens met een driedaags vistripje naar Duitsland, even bijtanken en de accu opladen, maar ook om wat nieuwe spullen uit te proberen. Op vrijdag de nodige zaken in de winkel geregeld en Hennie en Ruud laten weten dat ik er op zaterdag niet zal zijn (zij blij natuurlijk). Na een prima en snelle rit naar de bestemming in Duitsland snel de nodige spulletjes bij het vakantiehuisje uitgeladen en samen met Dirk naar de rivier. Onderweg natuurlijk pratend over hoe de rivier zal "staan"; hoog, laag of normaal en of er op onze "strecke" voldoende vis zal zijn om een leuke vangst te maken. Je kent dat soort conversaties vast wel, die zorgen er veelal voor dat er toch een soort spanning gaat ontstaan en naarmate wij dichter bij het water komen maakt een lichte opwinding zich meester van ons. Vlak bij het water gekomen volgt het ritueel of we stroomop- of stroomafwaarts gaan, Dirk mag kiezen en hij gaat voor stroomafwaarts. Zo gezegd zo gedaan, na vijf minuten staan wij bij de rivier en tijdens het uitstappen zagen wij het al: bruin, bruiner bruinst. De rivier had een mooie mokkakleur zoals een goede expresso heeft en dat is voor dat kleine kopje sterke koffie uitstekend, maar voor die grote slok rivier die voor ons ligt allesbehalve. Er werd door ons niet veel gezegd en met de p... in ons lijf trokken wij, misschien wel tegen beter weten in, onze waders aan en tuigden de hengels op. Mijn favoriete droge vlieg visserij kon ik wel uit mijn hoofd zetten en mijn geliefde zeveneneenhalfvoeter (wat een woord) voor een drie bleef in het foedraal. Een negenvoeter voor een zes met een dikke nimf was voor de hand liggend, maar daar had ik niet veel zin in en ik koos voor de gulden middenweg; een achtvoeter voor een vier. Daar kon ik nog prima een goudkopje en ook, als dat nog zou lukken, een droog vliegje mee vissen. Ik ben een loper en heb er een hekel aan om, als de omstandigheden veranderen, naar de auto terug te moeten lopen om een andere uitrusting op te tuigen. Dirk was er voor zichzelf snel uit en tuigde zijn vertrouwde negenvoeter voor een vijf op, de hengel waar hij meestal mee vist. Ondanks het baalgevoel stapten wij allebei wat onwennig de rivier in en waden beiden een andere richting op, Dirk stroomafwaarts en ik stroomopwaarts. Onwennig was het zeker, want het doorzicht was zo gering dat je echt niets van de bodem kon zien en dus niet kon zien waar je liep. Dus langzaam schuifelend met kleine pasjes voorwaarts was het devies. Als je in het water staat en één wordt met de omstandigheden, dan zie je toch ineens alles heel anders dan vanaf de kant. Schuin voor mij in de oever op nog geen vijf meter afstand zag ik een duidelijke kring; azende vis!!?? Dat kon toch niet waar zijn en ik verstijfde, want vlak daarna gebeurde het weer en zag ik dat er een kokerjuffer, die eindelijk via een rietstengel naar de oppervlakte omhoog was gekropen, met veel kabaal van de stengel werd losgetrokken door een zeer forse forel. Wat een feest dacht ik bij mijzelf toen dit tafereel in mijn geheugen werd geëtst. Voor dat ik het wist voerde ik mijn nimfje langs de plek en.... er gebeurde helemaal niets, bij de tweede poging gebeurde er weer niets. Wat doe ik fout was mijn eerste gedachte, de vis aast, mijn nimf gaat over de goede plek, het patroon is toevallig gelijkend en toch trapt de vis er niet in. Het eerste dat door mijn hoofd spookte is dat ik de plek met rust laat en het later weer probeer, maar ik heb de vis gezien en de vis mij waarschijnlijk niet. Dat is het voordeel van het troebele water, je kan de vis tot dichtbij benaderen zonder ze te verjagen. Een nieuw plannetje overpeinzend en turend langs de oever zag ik op meerdere plaatsen azende vis. Azende vissen die het mokkabruine water spattend tot wit sloegen., zomaar van de ene op de andere seconde.
Het was dezelfde scene die ik daarvoor op mijn stek had gezien, kokerjuffers die vlakbij de finish door de grijpgrage bek van een forel werden ingehaald. Zoals ook de zon door een rij flinke wolken werd ingehaald en wat later bleek het startsein te zijn voor een vreetfeest dat zijn weerga niet kende. Er zat maar één ding op: een grote bruine kokerjuffer die ik met een korte worp in de kant plaats terwijl ik de lijn snel strip en tijdens het strippen de hengel in een vloeiende beweging omhoog hef waardoor de vlieg over de oppervlakte huppelt. Veel tijd tot nadenken had ik niet, want dit huppelen was voor de forel te verleidelijk en met een enorme dreun werd de imitatie genomen. Hé rustig aan jongens, daar had ik nog niet op gerekend. Het vervolg laat zich raden, bijna iedere worp die strak in de kant werd geplaats werd met dezelfde passie genomen en vele, vooral grote, forellen werden door mij gevangen. Ik voelde mij volmaakt gelukkig, want ik was bij het zien van de rivier er van uitgegaan dat de vangst vandaag gering zo niet miniem zou zijn. Ik zal niet zeggen dat ik het vangen zat was, maar na de vangst van flink wat forellen zocht ik Dirk op. Die liep op een mooi stuk stroomafwaarts te nimfen en bij navraag bleek dat hij nog niets had. Ik adviseerde hem er een grote caddis aan te knopen en met korte worpjes de kant uit te kammen. Hij keek mij vertwijfeld aan en geloofde er geen woord van. Pas na het zien van een aantal foto's die ik had gemaakt en het zien van het natte net op mijn rug, nam hij schoorvoetend mijn advies aan. En ja hoor, van de ene op de andere seconde ving ook hij zijn eerste vis en vele andere volgden.
Nou dat is een leuk verhaal Ton, maar is dit incidenteel of exemplarisch voor de plek waar jij vist? Ik hoor het je denken en het antwoord is nee, want ik heb een duidelijk stramien leren ontdekken en dat gaat op voor verschillende rivieren waar ik vis. Het was ooit een local die mij daar op wees, maar dat is een ander verhaal dat ik ooit nog wel eens zal opschrijven, een local die mij attendeerde dat je op een zon overgoten dag met de droge vlieg prima kan vangen, mits er af-en-toe een wolkje voor de zon schuift en een andere local die speciaal naar het water kwam als die niet helder was. En uit ervaring kan ik verklappen dat het inderdaad zo werkt, je kan je horloge er op gelijk zetten. In gekleurd water, of dat nou grijs of bruin is maakt niet zoveel uit zijn er ook prima vangsten te maken en juist de grote schuwe forellen zijn dan vaak overdag te vangen en hoef je dus niet tot de schemering te wachten. Ze staan dan strak in de kant en net onder de oppervlakte en dan komt het ook voor dat ze duidelijk head en tailen. Moraal van het verhaal: laat je niet door minder goede omstandigheden uit het lood slaan, ga vissen wordt één met de omstandigheden, blijf observeren, denk aan dit verhaal en transformeer zo'n op het oog sofdag tot een topdag.
Ton Temming.
- Details
- Geschreven door: Richard Maree
- Categorie: Tropen
Lange tijd kon ik me maar geen voorstelling maken over wat er nou zo geweldig was aan het vliegvissen in de tropen. Natuurlijk zag ik de verslagen in verschillende vliegvis magazines en was onder de indruk maar dan vaak meer van de omgeving dan van de vissen waar mee geposeerd werd. Vissen als bonefish, tarpon en permit zijn schitterende vissen laat daar geen twijfel over bestaan. De stealth eigenschappen van de bonefish, de manier waarop hij zijn omgeving reflecteert en zich daardoor nagenoeg onzichtbaar maakt voor het menselijk oog. De prehistorische tarpon die vecht en springt alsof zijn leven er van afhangt, een zilveren krachtpatser die o zo moeilijk te haken is door zijn keiharde bek. De illustere permit, door velen gezien als de ultieme vangst die je kan doen als vliegvisser in tropische wateren. Als je deze vis al kan aanwerpen heb je vaak ook maar een kans om je vlieg te presenteren. Doe je dit niet perfect dan is je kans vaak verkeken en rest je niets anders dan te kijken hoe de permit er met een rotgang weer vandoor gaat. Desondanks de schitterende CV's van deze vissen konden ze me jarenlang toch niet genoeg boeien om er ook maar aan te denken om ze een keer te gaan bevissen, tot aan dit jaar. Waardoor ik nou precies getriggerd werd weet ik eigenlijk niet meer goed, het was volgens mij een combinatie van factoren. Ik was onder andere erg onder de indruk van een YouTube filmpje dat ik ooit gezien heb, Running Down the Man. Een filmpje over het vissen langs de Mexicaanse kust op Roosterfish. Mocht je dit niets zeggen zoek dit filmpje dan zeker eens op, het is absoluut de moeite waard!
Op zoek naar het avontuur
Het avontuurlijke binnen het vliegvissen en het verleggen van grenzen is iets wat me altijd bezig houdt. Ik ben altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen en de tijd was er gewoon rijp voor om dat nu maar eens te doen ver buiten onze landgrenzen. Roosterfish staat zeker nog op mijn verlanglijstje, maar de noordelijke pacifische oceaan waar deze vis bevist wordt bied buiten deze vissoort niet bepaald de mogelijkheid om je ook op de bovengenoemde vissoorten te richten. Hiervoor moet je toch echt aan de andere kant van Mexico zijn, Yucatan om precies te zijn. Dit schiereiland is gelegen tussen de Golf van Mexico, Straat Yucatan en de Caribische Zee. Aan de kuststreken van dit grote schiereiland bevinden zich de zogenaamde flats die vaak weer begrensd zijn door mangroves. Deze immense en uitgestrekte ondieptes zijn het onderkomen van de Bonefish, Tarpon, Permit en nog vele andere tropische krachtpatsers. Na vele avonden het hele internet binnenstebuiten gelezen te hebben had ik mijn keuze uiteindelijk gemaakt, ik wilde gaan vissen in Ascension Bay! Een vismaat van me die net als ik graag op zee vist, had ik gevraagd om met me mee te gaan. Na wat bedenktijd van zijn kant vond hij het uiteindelijk ook een goed plan. Ook hij wilde graag eens ontdekken hoe het was om een vis eens flink in de backing te zien gaan. Regelmatig las ik over DIY (Do it Yourself) trips, vissen in de tropen zonder gebruik te maken van (te) dure gidsen. Ik kan me voorstellen dat dit natuurlijk het ultieme avontuur is, maar aangezien wij allebei nul ervaring hadden wat deze visserij betreft gingen we toch op safe en hadden een all inclusive visvakantie geboekt bij een lodge. Deze lodge bood een speciale laagseizoen prijs aan en de reviews waren dusdanig lovend dat de keus ook hierin snel gemaakt was.
Nu was er geen weg terug meer, de trip was aanbetaald, de vliegtickets geboekt via Martinair, Ascension Bay here we come! De vakantie zou van 18 t/m 28 juni duren waarvan de eerste week georganiseerd was. De laatste 2 dagen wilden we zelf invullen, met de opgedane ervaring konden we misschien toch nog wat DIY fishing doen.
De voorbereiding
Vanaf nu af aan was goed voorbereiden het enige wat ons nog rest. Veel lezen, rondvragen bij vrienden en kennissen die al ervaring hadden en het internet nog meer uitkammen dan we al gedaan hadden. Als je een lijst maakt met wat je allemaal nodig hebt om te vissen in de tropen, dan merk je al snel dat je je huidige collectie reels, lijnen en bindmateriaal bij lange na niet voldoen. Qua hengels kom je waarschijnlijk nog een heel eind, hooguit moet je een zwaardere aanschaffen voor het grovere werk zoals de visserij op Tarpon en Snook, niet iedereen heeft zo'n hengel in de kast staan volgens mij, ik in ieder geval niet. Een criterium voor de keuze uit de hengels die je al had blijft dan vaak alleen de transportlengte. In een flinke koffer past een vierdelige negen voets hengel diagonaal er meestal wel in, maar drie van deze kokers wordt dan ook als snel een probleem.
Ik had er voor gekozen om een #7 mee te nemen voor Bonefish, een #8 voor Permit en een #10 voor Tarpon en Snook. de laatste 2 zijn 5-delige hengels, dus deze konden makkelijk naast koker van mijn 4-delige #7. Reels dienen natuurlijk zoutwaterbestendig te zijn en absoluut te beschikken over een grote lijn capaciteit. Ik ga niet in op merken aangezien dit toch een persoonlijke kwestie is en blijft. Ik heb me gericht op reels uit de middenklasse, en achteraf gezien voldoen die prima, je hebt echt geen reels van 500 euro of meer nodig om een bonefish te drillen. Speciale warmwater vliegenlijnen zijn me ook erg goed bevallen. Ik had de reel die ik voor Tarpon wilde gebruiken voorzien van een reguliere vliegenlijn zoals we die ook in onze Europese omstandigheden gebruiken, maar deze werd toch wel erg zacht en kreeg door de warmte wel erg veel rek. Dit in tegenstelling tot de speciale warmwaterlijnen. Deze lijnen waren soepel zonder zacht aan te voelen, ook echt een aanrader dus.
De vliegen
De vliegen die je moet gaan binden zijn wel vaak volledig nieuw. Crazy Charlie's, Gotcha's, Bitters en een wijde variëteit aan sliders zijn de meest gangbare patronen.
voor Mexicaanse Bonefish. Doe daar nog een handvol bindpatronen bij die je door allerlei sites en bindgoeroes worden aangeraden en je weet echt niet meer wat je er eenmaal langs de waterkant aan moet knopen... Krabbetjes, het meest aangeraden patroon voor de Permit, zijn nou ook niet bepaald patronen die je regelmatig bind, laat staan dat je er mee vist in de Europese wateren. Snook- en Tarponstreamers komen nog het meest in de buurt van wat je mogelijk al eerder gebonden hebt voor Zeebaars of onze Snoek. Al met al kan je weer een aantal winkeliers flink blij maken met de aankopen die je kan doen qua bindmateriaal. Ach ja, hebben we ooit genoeg? Menig vliegvisser die zich richt op een brede variëteit aan vissoorten heeft al snel een klein kapitaaltje thuis liggen als het op bindspullen aankomt.
Aangezien de zon verzengend heet kan zijn en je toch al gauw minimaal 7 uur per dag door een spiegel loopt en/of vaart die al die zon ook nog eens weerkaatst, is bescherming hiertegen geen luxe.
Sneldrogende en UV-werende kleding, polariserende zonnebril, petje met flap in de nek, het zijn aankopen die je toch maar beter wel kan doen want je zal het absoluut nodig hebben. Het blijft natuurlijk een vreemd gegeven om in tropische omstandigheden rond te lopen met een lange broek en een overhemd met lange mouwen. Tijdens zon-zee-strand vakanties loopt menigeen er toch heel wat luchtiger bij. Het dragen van de zogenaamde buffs vond ik er altijd erg overdreven uitzien, maar ik had er toch maar twee aangeschaft. Beter mee verlegen dan om verlegen dacht ik maar. Achteraf ben ik toch blij dat ik ze wel bij me had. Het is even wennen in het begin, maar ik heb toch het idee dat het me regelmatig die extra bescherming
heeft gebracht die je bij temperaturen van rond de 37 graden op het water toch maar beter wel kan hebben. Op deze foto heb ik het bewust even zwaar overdreven, ik kon het gewoon even niet laten. Het was nu inmiddels aftellen geblazen tot de vertekdatum. De laatste weken werden hoofdzakelijk gevuld met het binden van allerlei vliegen wat ik toch weer te veel had uitgesteld. Aangezien ik als beginnende tropenvisser volledig af moest gaan op wat ik in boeken, tijdschriften en op internet vond aan bindpatronen, bekroop me toch de angst om eenmaal daar van je gidsen te horen te krijgen dat je nét niet de juiste vliegen bij je hebt. Daarom toch maar besloten om de bindspullen en vice mee te nemen om 's avonds na het vissen nog wat bij te kunnen binden. De koffers waren gepakt, de lijst tot in den treure gechecked, had ik alles echt wel bij me? Reels, hengels, leaders, vliegen, kleding, factor 30, deet, paspoort, pinpas, etc, etc. Genoeg gechecked, nog een nachtje slapen, en dan op naar Schiphol, laat het avontuur maar beginnen! Aansluitend op dit artikel zal ik nog een vijftal dagverslagen geven van mijn visvakantie in Mexico. Ik hoop je zo een indruk te kunnen geven hoe een vistrip naar de tropen er uit zou kunnen zien. Dus mocht je geïnteresseerd zijn, hou de site dan zeker in de gaten.
Groet,
Richard Maree.
- Details
- Geschreven door: Carlo Rutjes
- Categorie: Entomologie
Zondag 13 december, gezamenlijke visdag van The Leader op de Eemhof. Als ik om tien uur aankom is het al aardig druk. Nog maar enkele plaatsjes zijn beschikbaar langs de kleine plas. De eerste nachtvorst is al geweest en de temperatuur komt nauwelijks nog boven nul. Er wordt best gevangen. In de ochtend vang ik een visje met een op de bindavond gebouwd streamertje en mis er een paar omdat ik sta te rommelen met het nieuwe lichte spagettistokje dat ik via marktplaats heb gekocht. Ook links en rechts van mij werken streamers goed. Tegen de middag houden de beten bij veel mensen op. De zon schijnt en de een na de andere forel komt naar de oppervlakte, meteen gevolgd door een stel vliegenlijnen. Ad Werdekker en een aantal anderen vangen stevig door, met buzzers of nimfjes onder een beetverklikker. Bij mij houdt het bijten ook op, tot ik van Ad een felgekleurd oranje buzzerachtig nimfje krijg met de instructie deze op een metertje diep stil aan te bieden. Vrijwel direct een aanbeet, weer mis. Ze springen, ze azen dus ze eten zou je zeggen. Hier en daar zien we een mugje in de winterzon dansen. Een paar andere vissers verbazen zich er ook over. Zouden de larven van die muggen...? Op mijn werk, een ecologenbureau waar een aantal taxonomen werken op het gebied van ongewervelden, vraag ik het na. Op de vraag welke muggen er nou in de winter nog rondvliegen zegt iemand droog: wintermuggen. De mensen aan de koffietafel lachen maar het blijkt geen grap. Wintermuggen zijn muggensoorten die in de winter actief zijn. De meeste insecten zijn alleen in de zomer actief en teren in de winter als eitje, larve of volwassene op een beperkte vetvoorraad. Is de winter te warm dan gaat de stofwisseling te snel en gaan er veel voortijdig dood. Mijn collega wist uit zijn hoofd drie groepen muggen waarvan sommige soorten juist in de winter te vinden zijn. De wintermuggen horen bij een familie welke luistert naar de naam Trichoceridae. Deze hebben ongeveer dezelfde levenswijze als die van langpootmuggen. De larven leven tussen strooisel op natte plaatsen. Je ziet ze langs de waterkant of bosrand maar ook in de tuin. Ze zijn actief tussen oktober en april. Als in het winter het zonnetje schijnt, en het is niet te koud, dan zie je ijle wolkjes mannetjes grillig in het zonlicht dansen in de hoop dat er een vrouwtje voorbij komt.
Epiphragma ocellaris, een langpootmugje van 5-10 mm groot die in de winter actief is. Omdat de larven van al deze soorten niet in het water leven, en er op mooie winterdagen hooguit volwassen individuen in het water waaien, zijn het dus niet echt soorten die hoog op de menukaart staan voor vissen. Wat is dan wel beschikbaar als voedselbron in de winter? Na de visdag in de Eemhof heb ik vier forellen meegenomen en open gemaakt. Tot mijn verbazing had geen van de vier forellen iets in de maag zitten. Die dag was er dus niets of nauwelijks iets te eten voor ze, hoewel de vis erg actief was en ze goed beten. Echter, drie vissen bleken wel degelijk wat voedselresten verderop in hun darmkanaal te hebben. Dit hadden ze dus in de dagen ervoor verorberd. In een vis vond ik veel takjes bodemprut met daartussen meerdere kleine slakjes en resten van wat leek op een leeg hulsje van een vlokreeftje of een insectenlarve. In twee andere vissen vond ik wat van dezelfde resten. Vlokreeften zijn een belangrijk stapelvoedsel in veel wateren. Ze komen bijna overal in grote aantallen voor en planten zich veel en snel voort. Hoewel weggekropen in diepe stukken op de bodem, zijn ze volop aanwezig in de winter. Vrouwtjes worden twee en mannetjes tot vijf jaar oud en produceren het hele jaar door jongen tot het te koud wordt. Forellen houden erg van vlokreeften. In beken en rivieren waar forellen voorkomen, zijn ze zelfs de belangrijkste predatoren voor vlokreeften. Daarom houdt mijn collega niet zo van vissen, ze eten alles op waar hij zijn brood mee verdient. Half maart heb ik, dit keer met zelfgemaakte buzzers ook heel best gevangen. Nu weer drie vissen meegenomen en gekeken. De vissen zaten nu vol met muggenpoppen, vlokreeften en slakken.
Maaginhoud van vlokreeft en muggenpoppen. Opvallend was dat elke vis, net als in december, het voornamelijk op voornamelijk een voedseltype voorzien had. De magen bevatten ofwel veel slakken, ofwel veel muggenpoppen, of veel vlokreeften en bodemprut. Een had een hoop bodemmateriaal naar binnengewerkt inclusief drie 0,5 cm grote stenen! Weer vond ik dezelfde halfverteerde resten in het darmkanaal als in december. Op mijn werk heb ik het allemaal door mijn collega laten determineren. veruit de meeste resten bleken poppen van muggen die op het punt stonden uit te vliegen.
Een aantal ervan waren zelfs al aan het uitkomen toen ze verorberd werden. De forellen aasden dus juist op bijna-hatchende en hatchende muggen. Een zo een 'hatchling' hebben we ter illustratie op de foto gezet. De resten die ik in december gevonden had bleken muggenlarven te zijn. Deze, overigens niet stekende, Eemhof-soort (een chironomide) overwintert als larve en verpopt zich in de lente. Dit popstadium zwemt vrij rond tot het volwassen individu klaar is om uit de poppenhuid te kruipen en weg te vliegen. De vlokreeftjes waren allen Gammarus tigrinus, een exoot uit Oost Europa die vrij groot kan worden. Deze soort komt tegenwoordig overal in Nederland voor, blijkbaar ook in een afgesloten water als de Eemhof. Ik ga dit verzamelen van dieetmonsters van Eemhof-forellen nog een tijdje volhouden, om te zien hoe het voedselpatroon veranderd door het jaar heen. Een mooi excuus om er maandelijks een keer heen te moeten. Volgend jaar om deze tijd kom ik dus met een nieuw verhaal over wat ik allemaal gevonden heb.
Een hatchende mug die gepakt is door een forel. Duidelijk is te zien hoe de mug al halverwege uit de poppenhuid is gekropen.
Carlo Rutjes
- Details
- Geschreven door: Dirk de Haan (rip)
- Categorie: Verhalen Buitenland
1 maart is het snoekseizoen weer gesloten. Toen ik stopte met werken ging ik elk jaar in maart en april naar Zuid Spanje. Daar wordt het weer dan meestal zoals bij ons in de maand mei. In Spanje had ik een riviertje ontdekt met meestal helder water, ongeveer een halve meter diep. Ik ging daar pas in vissen wanneer ik de vissen had ontdekt. Ik ging dan vissen met natte vliegen of nimfen met een tip van 22/00. Het eerste schot is meestal snoeihard dus houd je hengel hoog om die klap op te vangen. De meeste vissen en dan heb ik het over Barbelen, zijn 40 tot 50 cm lang en soms moeilijk te vangen en te dresseren. Ik ga meestal na 3 uur vissen, want dan zijn ze het best te vangen. Als je goed gevangen hebt, kan het zo zijn dat je de eerste 3 dagen niets meer vangt. Na een paar dagen willen ze pas weer bijten. Volgens mij is het geheugen van een barbeel daar 10 keer beter dan dat van een forel.
Wanneer het heeft geregend wacht dan maar gerust 10 dagen met vissen, want dan is het water pas weer helder. Ga je toch vissen neem dan een klein spinnertje een lepeltje of plugje mee. In de 2 maanden dat we daar waren huurden we een kleine flat aan het strand, dit i.v.m. het uitzicht. Wel op het zuidwesten want de noordenwind is ook daar koud. Wij vlogen altijd naar Malaga en woonden tussen Toromolinos en Benalmadena Costa. Wij hebben het nog gekend als de visserswijk Caruela. Nu is het er in de zomer vergeven met toeristen maar in de winter valt dat best wel mee. Het strand is mooi beschut en je ziet alleen maar oudjes. Bij mooi weer ging ik 's morgens om 8 a 9 uur met bus of treintje naar het treinstation van Malaga. Vervolgens moest ik overstappen op de trein naar Alora, wat het eindpunt is. Ik ging er altijd een halte eerder uit bij Pizarra. Dit moest wel snel gebeuren want hij rijdt zo weer verder. Uit het station loop je rechtsaf en vervolgens einde weg weer rechtsaf het spoor onderdoor. Hierna de weg volgen naar de rivier. Is het water hoog dan linksaf. Is het water laag dan rechtsaf
Soms kan je de rivier volgen tot je bij 2 bruggen komt ,vandaar kan je op een weg langs bedrijven komen en loop je zo weer naar het station. Vanaf Torromolinos kan je een retourtje nemen naar Pizzarra. Er rijdt ook een lichtgroene bus vanaf het busstation bij het treinstation naar Pizzarra en verder. Het openbaar vervoer in Spanje is heel goedkoop, trouwens alles eigenlijk. In dit gebied heb ik 15 jaar gevist elk jaar was weer anders. Wij gingen in September ook maar dan was het soms bar warm maar toch vis vangen. Wanneer je op je labtop Google-earth intikt en dan pizzarra-spanje dan kan je streek goed bekijken. Met een auto wordt het een ander verhaal, bij de stuwmeren heb ik nooit gevist er zijn rivieren met regenboogforel, de Rio-Frio. Er zijn riviertjes die er leuk uitzien maar in de zomer droogvallen. En na enkele droge winters valt zelfs mijn riviertje droog, dan duurt het een paar jaar voordat er weer vis op zit. De eerste jaren viste ik daar met een duurdere hengel die dan met een dikke barbeel wel eens brak. Ton Temming verkocht mij toen een hengel, een May-Fly 4 delig, een # 4-5. Hij zei "Dirk deze breek je niet zo snel" Ik heb er 4 gekocht en er 14 jaar mee gevist. Nooit heb ik er een gebroken en altijd best gevangen. Misschien zien jullie ze wel eens opduiken op een tweedehands verkoping. Ik heb zonder auto en zonder Spaans te spreken me in dit gebied altijd prima vermaakt. Heb je interesse, in het VNV-blad no. 54 jaargang 2000, staat ook een artikel over dit gebied.
Groeten, Dirk de Haan.